Conventions and Modern Poetry: A Study in the Development of Period Mannerisms

Any review of the conclusions reached in this study must be made in the light of the limited selection of the material and the proposed scope of the investigation as set forth in Chapter I. These conclusions about Modern Poetry are based on an examination of approximately 1500 poems contained in Volumes I, II, XXX, and XXXI of Poetry magazine and in the three anthologies referred to throughout the text: Chief Modern Poets of England and America; A Little Treasury of Modern Poetry; and New Poems, 1942. Such a selection is wide enough and extends over a sufficient period of time to be representative of Modern Poetry when it is defined a s poetry written after 19121 a date selected because o f its significance as the year in which Poetry magazine was first pub­lished. This selection of poems has been examined to determine whether Modern Poetry, a s here represented, contains conventional elements , either retained from earlier traditions or originated by a Modern Poet and crystallized into conventions by others. No attempt has been made to seek out the originator of a given convention or to distinguish imitators or leading poets from followers or a convention already established; widespread use or a similar image by a variety of poets throughout the period has been considered sufficient evidence for the assumption that the practice goes beyond mere imitation. For the purpose or this study, then, examples from the poems of major and minor poets are considered to be of equal significance in determining the existence of conventions. Although material is selected that assures representation from four decades within the first half of the twentieth century, the primary emphasis throughout the study has been on the period as a whole rather than its parts. For instance, no attempt is made to determine the relative frequency of certain images or practices in earlier and later volumes of Poetry magazine. In the course of the study, however, implications about frequency of usage, originality, and individuality suggest themselves

CMS physics technical design report : Addendum on high density QCD with heavy ions

Peer reviewe

Evidence for the 125 GeV Higgs boson decaying to a pair of tau leptons

Peer reviewe

Search for narrow resonances in dilepton mass spectra in proton-proton collisions at root s=13 TeV and combination with 8 TeV data

Peer reviewe

Observation of Charge-Dependent Azimuthal Correlations in p-Pb Collisions and Its Implication for the Search for the Chiral Magnetic Effect

Peer reviewe

Measurement of the t-channel single-top-quark production cross section and of the |V tb| CKM matrix element in pp collisions at √s = 8 TeV

Peer reviewe

Schadevergoeding bij overlijden: een stoel die een soort tafeltje is

In het aansprakelijkheidsrecht heeft een benadeelde in beginsel recht op volledige vergoeding van zijn schade. De gevolgen van de schadetoebrengende gebeurtenis dienen zoveel als mogelijk te worden weggenomen of te worden gecompenseerd. Daarbij wordt gekeken naar de situatie waarin de benadeelde zou hebben verkeerd indien de schadetoebrengende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden. Dat is bij overlijden per definitie problematisch. Er is iemand weggevallen, wat vele gevolgen heeft. De schade als gevolg van het overlijden komt maar beperkt voor vergoeding in aanmerking. In artikel 6:108 BW is een drietal beperkingen te vinden. Het gaat hier om beperkingen ten aanzien van de aard van de schade, de kring van gerechtigden en de omvang van de schade. Daarbij hinkt het recht op schadevergoeding bij overlijden op twee gedachten. Aan de ene kant is er het aansprakelijkheidsrecht, maar de geleden schade komt niet volledig voor vergoeding in aanmerking. Aan de andere kant is er het recht op alimentatie uit het familierecht, maar dat wordt bij overlijden niet consequent toegepast. De motieven voor de beperkingen van het recht op schadevergoeding zijn achterhaald en niet (langer) overtuigend. Het recht is niet bij de tijd, het sluit niet aan bij de maatschappelijke ontwikkelingen. De beperkingen die het recht op schadevergoeding bij overlijden in de huidige samenleving met zich meebrengt zorgen voor complexe methoden om de nabestaanden tegemoet te komen en oogsten daardoor veel kritiek. In deze bijdrage wordt die kritiek besproken. De bijdrage wordt afgesloten met enkele denkrichtingen voor nader onderzoek

Search for massive resonances in dijet systems containing jets tagged as W or Z boson decays in pp collisions at √s=8 TeV

Peer reviewe

Search for R-parity violating supersymmetry with displaced vertices in proton-proton collisions at root s=8 TeV

Peer reviewe

Search for heavy gauge W ' bosons in events with an energetic lepton and large missing transverse momentum at root s=13TeV

Peer reviewe