16 research outputs found

    Psychometric Properties and Correlates of Precarious Manhood Beliefs in 62 Nations

    Get PDF
    Precarious manhood beliefs portray manhood, relative to womanhood, as a social status that is hard to earn, easy to lose, and proven via public action. Here, we present cross-cultural data on a brief measure of precarious manhood beliefs (the Precarious Manhood Beliefs scale [PMB]) that covaries meaningfully with other cross-culturally validated gender ideologies and with country-level indices of gender equality and human development. Using data from university samples in 62 countries across 13 world regions (N = 33,417), we demonstrate: (1) the psychometric isomorphism of the PMB (i.e., its comparability in meaning and statistical properties across the individual and country levels); (2) the PMB’s distinctness from, and associations with, ambivalent sexism and ambivalence toward men; and (3) associations of the PMB with nation-level gender equality and human development. Findings are discussed in terms of their statistical and theoretical implications for understanding widely-held beliefs about the precariousness of the male gender role

    Fast Fashion in Almere: Gedragsfactoren die het koopgedrag van jongeren beïnvloeden

    No full text
    De gemeente Almere wil richting een circulaire economie bewegen, waarin zo min mogelijk grondstoffen gebruikt worden en waarin zo min mogelijk afval ontstaat. Een van de reststromen die een grote milieu-impact hebben is textiel. De indruk bestaat dat steeds meer textiel kortstondig gebruikt wordt of van een zodanige kwaliteit is dat het een korte levensduur heeft (zogenaamde fast-fashion). De gemeente Almere wil de trend van fast-fashion bij jongeren doorbreken, maar weet nog niet goed hoe deze doelgroep te bereiken en hoe meer bewustzijn en een gedragsverandering bij deze doelgroep gerealiseerd kan worden. Het huidige onderzoek is verricht om meer inzicht te krijgen in de gedragsfactoren die bij deze verandering in bewustzijn en gedrag een rol kunnen spelen en het type gedrag waarop de verandering zich kan richten. Voor het het kopen van fast fashion/ niet duurzame kleding bestaan een aantal alternatieven: (1) duurzame merken kopen, (2) tweedehands kleding kopen, (3) kleding ruilen, (4) kleding huren of leasen en tot slot (5) minder kleding kopen. De enquête richt zich vooral op de gedragsfactoren in relatie tot deze vijf gedragsalternatieven. De interviews waren bedoeld om hier verdieping aan te geven. Daarnaast is hierin aandacht besteed aan het type koper (naar de typologie van McNeil en Moore, 2015) en aan de rol van social influencers om meer verdieping te geven aan de gedragsfactor sociale normen. Gezamenlijk wilden wij hiermee de volgende onderzoeksvragen beantwoorden: 1. Hoe kunnen de jongeren in Almere getypeerd worden als het gaat om hun kledingkoopgedrag? 2. Welke gedragsalternatieven zijn jongeren (in Almere) het meest bereid om te kiezen? 3. Welke gedragsfactoren beïnvloeden de bereidheid om voor deze gedragsalternatieven te kiezen? Aan de hand van 320 enquêtes en 15 interviews is het kledingkoopgedrag van jongeren in Almere (deels gecombineerd met landelijk) onderzocht. Hieruit kan het volgende geconcludeerd worden: •In Almere koopt men grotendeels kleding bij grote fast fashion ketens. Een groot deel van de Almeerse jeugd is dan ook wel in meer of mindere mate met het fenomeen fast fashion in verband te brengen. •De bereidheid om voor duurzamere alternatieven te kiezen is onder jongeren in Almere aanwezig, maar niet heel groot. De aanwezige bereidheid geldt voor het kopen van duurzame merken, tweedehands kleding kopen, kleding ruilen en minder kleding kopen. Voor kleding huren of lenen is nauwelijks bereidheid aanwezig. •Uit de enquête komen drie belangrijke gedragsfactoren naar voren die de bereidheid beïnvloeden: de Attitude (affectief; hoe leuk vs. saai zijn de duurzame alternatieven), Self-Efficacy (hoe makkelijk vs. moeilijk is het kiezen voor de duurzame alternatieven) en de Response Efficacy (hoeveel zin heeft het om te kiezen voor de duurzame alternatieven). In iets minder mate komt ook Cognitieve Attitude naar voren als gedragsfactor (hoe belangrijk is het milieu bij de aankoop van kleding). •Uit de interviews komt vooral veel bevestiging voor het effect van Response Efficacy en Self-Efficacy en van de Cognitieve Attitude naar voren. Daarnaast komt Impulsgedrag als nieuwe factor naar voren (welke rol speelt het weerstand kunnen bieden aan het genot/ plezier dat shoppen oplevert?) •Al met al kan geconcludeerd worden dat de bereidheid om voor duurzame opties te kiezen gemiddeld niet heel hoog is, maar dat de mogelijkheid om deze bereidheid te beïnvloeden wel groot lijkt en er veel verschillende gedragsfactoren zijn waarop aangegrepen kan worden. Voor deze gedragsfactoren is een overzicht van mogelijke interventies gepresenteerd

    Country-level and individual-level predictors of men\u27s support for gender equality in 42 countries

    No full text
    Men sometimes withdraw support for gender equality movements when their higher gender status is threatened. Here, we expand the focus of this phenomenon by examining it cross-culturally, to test if both individual- and country-level variables predict men\u27s collective action intentions to support gender equality. We tested a model in which men\u27s zero-sum beliefs about gender predict reduced collective action intentions via an increase in hostile sexism. Because country-level gender equality may threaten men\u27s higher gender status, we also examined whether the path from zero-sum beliefs to collective action intentions was stronger in countries higher in gender equality. Multilevel modeling on 6,734 men from 42 countries supported the individual-level mediation model, but found no evidence of moderation by country-level gender equality. Both country-level gender equality and individual-level zero-sum thinking independently predicted reductions in men\u27s willingness to act collectively for gender equality. © 2020 John Wiley & Sons, Ltd

    Gendered self-views across 62 countries: A test of competing models

    Get PDF
    Social role theory posits that binary gender gaps in agency and communion should be larger in less egalitarian countries, reflecting these countries’ more pronounced sex-based power divisions. Conversely, evolutionary and self-construal theorists suggest that gender gaps in agency and communion should be larger in more egalitarian countries, reflecting the greater autonomy support and flexible self-construction processes present in these countries. Using data from 62 countries (N = 28,640), we examine binary gender gaps in agentic and communal self-views as a function of country-level objective gender equality (the Global Gender Gap Index) and subjective distributions of social power (the Power Distance Index). Findings show that in more egalitarian countries, gender gaps in agency are smaller and gender gaps in communality are larger. These patterns are driven primarily by cross-country differences in men’s self-views and by the Power Distance Index (PDI) more robustly than the Global Gender Gap Index (GGGI). We consider possible causes and implications of these findings

    Gendered Self-Views Across 62 Countries: A Test of Competing Models

    No full text
    Social role theory posits that binary gender gaps in agency and communion should be larger in less egalitarian countries, reflecting these countries’ more pronounced sex-based power divisions. Conversely, evolutionary and self-construal theorists suggest that gender gaps in agency and communion should be larger in more egalitarian countries, reflecting the greater autonomy support and flexible self-construction processes present in these countries. Using data from 62 countries ( N = 28,640), we examine binary gender gaps in agentic and communal self-views as a function of country-level objective gender equality (the Global Gender Gap Index) and subjective distributions of social power (the Power Distance Index). Findings show that in more egalitarian countries, gender gaps in agency are smaller and gender gaps in communality are larger. These patterns are driven primarily by cross-country differences in men’s self-views and by the Power Distance Index (PDI) more robustly than the Global Gender Gap Index (GGGI). We consider possible causes and implications of these findings.</p
    corecore