Deep sea tests of a prototype of the KM3NeT digital optical module

The first prototype of a photo-detection unit of the future KM3NeT neutrino telescope has been deployed in the deepwaters of the Mediterranean Sea. This digital optical module has a novel design with a very large photocathode area segmented by the use of 31 three inch photomultiplier tubes. It has been integrated in the ANTARES detector for in-situ testing and validation. This paper reports on the first months of data taking and rate measurements. The analysis results highlight the capabilities of the new module design in terms of background suppression and signal recognition. The directionality of the optical module enables the recognition of multiple Cherenkov photons from the same (40)Kdecay and the localisation of bioluminescent activity in the neighbourhood. The single unit can cleanly identify atmospheric muons and provide sensitivity to the muon arrival directions

Detection potential of the KM3NeT detector for high-energy neutrinos from the Fermi bubbles

A recent analysis of the Fermi Large Area Telescope data provided evidence for a high-intensity emission of high-energy gamma rays with a E 2 spectrum from two large areas, spanning 50 above and below the Galactic centre (the ‘‘Fermi bubbles’’). A hadronic mechanism was proposed for this gamma-ray emission making the Fermi bubbles promising source candidates of high-energy neutrino emission. In this work Monte Carlo simulations regarding the detectability of high-energy neutrinos from the Fermi bubbles with the future multi-km3 neutrino telescope KM3NeT in the Mediterranean Sea are presented. Under the hypothesis that the gamma-ray emission is completely due to hadronic processes, the results indicate that neutrinos from the bubbles could be discovered in about one year of operation, for a neutrino spectrum with a cutoff at 100 TeV and a detector with about 6 km3 of instrumented volume. The effect of a possible lower cutoff is also considered.Published7–141.8. Osservazioni di geofisica ambientaleJCR Journalrestricte

Expansion cone for the 3-inch PMTs of the KM3NeT optical modules

[EN] Detection of high-energy neutrinos from distant astrophysical sources will open a new window on the Universe. The detection principle exploits the measurement of Cherenkov light emitted by charged particles resulting from neutrino interactions in the matter containing the telescope. A novel multi-PMT digital optical module (DOM) was developed to contain 31 3-inch photomultiplier tubes (PMTs). In order to maximize the detector sensitivity, each PMT will be surrounded by an expansion cone which collects photons that would otherwise miss the photocathode. Results for various angles of incidence with respect to the PMT surface indicate an increase in collection efficiency by 30% on average for angles up to 45 degrees with respect to the perpendicular. Ray-tracing calculations could reproduce the measurements, allowing to estimate an increase in the overall photocathode sensitivity, integrated over all angles of incidence, by 27% (for a single PMT). Prototype DOMs, being built by the KM3NeT consortium, will be equipped with these expansion cones.This work is supported through the EU, FP6 Contract no. 011937, FP7 grant agreement no. 212252, and the Dutch Ministry of Education, Culture and Science.Adrián Martínez, S.; Ageron, M.; Aguilar, JA.; Aharonian, F.; Aiello, S.; Albert, A.; Alexandri, M.... (2013). Expansion cone for the 3-inch PMTs of the KM3NeT optical modules. Journal of Instrumentation. 8(3):1-19. https://doi.org/10.1088/1748-0221/8/03/T03006S1198

Dependence of atmospheric muon flux on seawater depth measured with the first KM3NeT detection units: The KM3NeT Collaboration

KM3NeT is a research infrastructure located in the Mediterranean Sea, that will consist of two deep-sea Cherenkov neutrino detectors. With one detector (ARCA), the KM3NeT Collaboration aims at identifying and studying TeV–PeV astrophysical neutrino sources. With the other detector (ORCA), the neutrino mass ordering will be determined by studying GeV-scale atmospheric neutrino oscillations. The first KM3NeT detection units were deployed at the Italian and French sites between 2015 and 2017. In this paper, a description of the detector is presented, together with a summary of the procedures used to calibrate the detector in-situ. Finally, the measurement of the atmospheric muon flux between 2232–3386 m seawater depth is obtained

Laatmiddeleeuwse en nieuwetijdse bewoning naast de kerk van Giessen. Een archeologische opgraving met beperkingen aan de Kerkstraat te Giessen, gemeente Woudrichem (N.-Br.): ARC-Publicaties 197

Begeleiding van de sanering van een ingegraven olietank. Dhr. ing. W.P. Stuive van Soelaas Milieu Adviesen heeft aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht verleend voor het uitvoeren van een archeologische opgraving met beperkingen op een locatie aan de Kerkstraat in Giessen. Op de locatie moest een lekkende olietank verwijderd worden alsmede de daaruit onstane vervuiling. Ondanks de beperkingen die een saneringsbegeleiding met zich meebrengt zijn er toch indrukwekkende resultaten geboekt die informatie verschaffen over de vroegste bewoning van Giessen in de Late Middeleeuwen en het gebruik van de onderzoekslocatie in de periodes daarna. Er zijn aanwijzingen voor een erf uit de 13e eeuw met een aantal sporen die hiermee geassocieerd kunnen worden, waaronder een tweetal greppels en een kuil met slachtafval. Vondsten uit deze periode omvatten delen van gereedschap, een lansschacht en een hoefijzer. Opvallend is de vondst van een stuk leisteen met een tekening. Deze moet vermoedelijk ook in deze periode gedateerd worden. Vanaf de 13e eeuw is de onderzoekslocatie relatief snel opgehoogd en op een hoger niveau is een bakstenen structuur aangetroffen die in de 15e/16e eeuw kan worden gedateerd. Deze structuur is opgbouwd uit hergebruikt bouwmateriaal afkomstig van de kerk. Dit bouwmateriaal omvat zowel stenen die gebruikt zijn bij de bouw van de kerk en de toren als een stuk zandsteen dat mogelijk van een sarcofaag afkomstig is. Tenslotte zijn een drietal dierbegravingen aangetroffen die in de 17e of 18e eeuw gedateerd moeten worden. Omdat de ontgravingsdiepte ten behoeve van de sanering niet over een groter gebied de natuurlijke bodem bereikte kunnen geen uitspraken gedaan worden over de archeologische verwachting van de top van de oeverafzettingen. Voor het omliggende gebied kan wel een hoge archeologische verwachtingswaarde geponeerd worden. Bij bodemingrepen in de omgeving van de sanering wordt daarom geadviseerd om archeologisch onderzoek plaats te laten vinden

Midden-Bronstijd huizen onder een Romeinse akker : een archeologische opgraving op het plangebied Hogewald II te Beuningen, gemeente Beuningen (Gld.)

ARC-Projectcode 2003-300

Een archeologische opgraving aan de Agnietenstraat te Tiel, gemeente Tiel (Gld.): ARC-Publicaties 199

In het centrum van Tiel heeft in september 2006 een opgraving plaats gevonden aan de Agnietenstraat 7. Voor dit onderzoek is een Programma van Eisen opgesteld dat in eerste instantie betrekking had op een veel groter te onderzoeken gebied en de onderzoeksvragen richtten zich vrijwel uitsluitend op de middeleeuwse bewoningsgeschiedenis. In de praktijk kon slechts een zeer klein terrein worden onderzocht, dat bovendien voor een groot deel was verstoord door twee recente kelders, waartussen zich een grote gemetselde beerput bevond, opgevuld met 17e-18e-eeuws materiaal. De bestudering van het vondstmateriaal uit deze beerput valt buiten het in het PvE gestelde kader. De middeleeuwse sporen bestaan voornamelijk uit kuilen, enkele greppels, enkele paalsporen en twee waterputten. Het opgravingsareaal is te klein om eenduidige structuren te kunnen reconstrueren. De greppels die op verschillende niveaus zijn waargenomen hebben alle dezelfde orientatie, namelijk westnoordwest-oostzuidoost. De beide waterputten zijn opgebouwd uit tonnen. Een van deze waterputten was slecht geconserveerd, van de tweede was het hout goed bewaard gebleven. Uit de vulling van deze waterput zijn onder meer resten van minimaal twee honden te voorschijn gekomen, alsmede relatief veel fragmenten van vroegmiddeleeuwse reliefbandamforen. Bijzondere vondsten zijn verder twee ijzeren gespen van vermoedelijk paardentuig en een mogelijk secundair gebruikt hoefijzer, een glis van een radius van rund en een klein glazen ringetje, mogelijk een haarringetje dat in het kapsel werd gevlochten

Twin-tubes: 3D tracking based on the ATLAS muon drift tubes

Contains fulltext : 34639.pdf (publisher's version ) (Closed access

The Rasnik 3-point optical alignment system

The Rasnik alignment system was developed initially in 1983 for the monitoring of the alignment of the muon chambers of the L3 Muon Spectrometer at CERN. Since then, the development has continued as new opto-electronic components become available. Rasnik systems are 3-point optical displacement monitors and their precision ranges from below nanometers to several micrometers, depending on the design and requirements of the systems. A result, expressed in the range/precision ratio of 2 × 106, is presented. According to the calculations of the Cram&aposer-Rao limit, and by means of MonteCarlo simulations, a typical Rasnik image should have enough information to reach deep sub-nanometer precision. This paper is an overview of the technological developments and achievements since Rasnik was applied in high energy physics experiments

The Rasnik 3-point optical alignment system

The Rasnik alignment system was developed initially in 1983 for the monitoring of the alignment of the muon chambers of the L3 Muon Spectrometer at CERN. Since then, the development has continued as new opto-electronic components become available. Rasnik systems are 3-point optical displacement monitors and their precision ranges from below nanometers to several micrometers, depending on the design and requirements of the systems. A result, expressed in the range/precision ratio of 2 × 106, is presented. According to the calculations of the Cram&aposer-Rao limit, and by means of MonteCarlo simulations, a typical Rasnik image should have enough information to reach deep sub-nanometer precision. This paper is an overview of the technological developments and achievements since Rasnik was applied in high energy physics experiments