Extern Rendement Basiseducatie

Binnen het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) is in de loop van de jaren een zogenoemd schoolverlatersinformatiesysteem ontwikkeld, afgekort als SIS, dat bestaat uit de schoolverlatersenquêtes Registratie van Uitstroom en Bestemming van Schoolverlaters (RUBS), HBO-monitor en WO-monitor. Dit informatiesysteem bevat momenteel representatieve gegevens over schoolverlaters van het AVO, VBO, de beroepsopleidende en beroepsbegeleidende leerweg van het secundair onderwijs (BOL en BBL), het HBO en WO. Een ontbrekende groep schoolverlaters in SIS zijn de cursisten van de Educatie, zoals gedefinieerd in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) van 1 januari 1996. In deze wet is onder andere het begrip ‘volwasseneducatie’ geherdefinieerd tot Educatie. Educatie is gericht op persoonlijke ontplooiing van volwassenen ten dienste van hun maatschappelijke functioneren. Het primaire doel van Educatie is het wegwerken van achterstanden die deelname aan de steeds ingewikkelder samenleving bemoeilijken. Educatie vindt plaats binnen regionale opleidingencentra (ROC’s). Binnen Educatie worden vier onderwijstypen onderscheiden: · Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO); · Opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren (BMF); · Opleidingen Nederlands als tweede taal (NT2); · Opleidingen gericht op sociale redzaamheid (SR). De VAVO-opleidingen zijn bedoeld voor (jong-)volwassenen die een diploma of deelcertificaat MAVO, HAVO of VWO willen behalen. De opleidingen BMF, NT2 en SR vallen onder de Basiseducatie (BE). Daarbij zijn de opleidingen BMF en NT2 vooral bedoeld om achterstanden weg te werken en vervolgens doorstroming naar vervolgonderwijs en beroep mogelijk te maken. De opleidingen gericht op SR zijn vooral bedoeld om de zelfredzaamheid van een individu binnen de maatschappij te bevorderen. Alle opleidingen BE zijn gericht op het behalen van officieel vastgestelde eindtermen. Deze eindtermen zijn opgenomen in een kwalificatiestructuur, op grond waarvan aansluiting mogelijk is met het overige onderwijs. Om de groep cursisten van de Educatie te kunnen betrekken in SIS zijn in de afgelopen jaren twee pilot projecten uitgevoerd. Allereerst heeft eind 1997 een schriftelijke enquête plaatsgevonden onder cursisten van de VAVO. Een onderzoek onder cursisten van de BE was niet goed mogelijk in deze opzet. Met name de groep allochtonen, die een omvangrijk deel vormt van de uitstroom van de BE, is vanwege problemen met de Nederlandse taal moeilijk te benaderen middels een Nederlandstalige schriftelijke vragenlijst. Daarom heeft begin 1999 een apart verkennend onderzoek onder cursisten van de BE plaatsgehad. De nadruk van deze pilot lag daarbij op het ontwikkelen en testen van het instrument (ontwikkeling vragenlijst, kleinschalige enquête, evaluatie). In deze notitie wordt beknopt verslag gedaan van de resultaten van de pilot onder cursisten van de BE. Naast een beschrijving van het ontwikkelen van de vragenlijst en de afname daarvan, wordt enig cijfermateriaal gepresenteerd dat een beeld geeft van de belangrijkste resultaten van het uitgevoerde onderzoek. De notitie wordt besloten met een drietal conclusies.labour market entry and occupational careers;

Data production models for the CDF experiment

The data production for the CDF experiment is conducted on a large Linux PC farm designed to meet the needs of data collection at a maximum rate of 40 MByte/sec. We present two data production models that exploits advances in computing and communication technology. The first production farm is a centralized system that has achieved a stable data processing rate of approximately 2 TByte per day. The recently upgraded farm is migrated to the SAM (Sequential Access to data via Metadata) data handling system. The software and hardware of the CDF production farms has been successful in providing large computing and data throughput capacity to the experiment.Comment: 8 pages, 9 figures; presented at HPC Asia2005, Beijing, China, Nov 30 - Dec 3, 200

Data processing model for the CDF experiment

The data processing model for the CDF experiment is described. Data processing reconstructs events from parallel data streams taken with different combinations of physics event triggers and further splits the events into datasets of specialized physics datasets. The design of the processing control system faces strict requirements on bookkeeping records, which trace the status of data files and event contents during processing and storage. The computing architecture was updated to meet the mass data flow of the Run II data collection, recently upgraded to a maximum rate of 40 MByte/sec. The data processing facility consists of a large cluster of Linux computers with data movement managed by the CDF data handling system to a multi-petaByte Enstore tape library. The latest processing cycle has achieved a stable speed of 35 MByte/sec (3 TByte/day). It can be readily scaled by increasing CPU and data-handling capacity as required.Comment: 12 pages, 10 figures, submitted to IEEE-TN

Viability analysis and apoptosis induction of breast cancer cells in a microfluidic device: effect of cytostatic drugs

Breast cancer is the leading cause of cancer deaths among non-smoking women worldwide. At the moment the treatment regime is such that patients receive different chemotherapeutic and/or hormonal treatments dependent on the hormone receptor status, the menopausal status and age. However, in vitro sensitivity testing of tumor biopsies could rationalize and improve the choice of chemo- and hormone therapy. Lab-on-a-Chip devices, using microfluidic techniques, make detailed cellular analysis possible using fewer cells, enabling working with a patients’ own cells and performing chemo- and hormone sensitivity testing in an ex vivo setting. This article describes the development of two microfluidic devices made in poly(dimethylsiloxane) (PDMS) to validate the cell culture properties and analyze the chemosensitivity of MCF-7 cells (estrogen receptor positive human breast cancer cells) in response to the drug staurosporine (SSP). In both cases, cell viability was assessed using the life-stain Calcein-AM (CAAM) and the death dye propidium iodide (PI). MCF-7 cells could be statically cultured for up to 7 days in the microfluidic chip. A 30 min flow with SSP and a subsequent 24 h static incubation in the incubator induced apoptosis in MCF-7 cells, as shown by a disappearance of the aggregate-like morphology, a decrease in CAAM staining and an increase in PI staining. This work provides valuable leads to develop a microfluidic chip to test the chemosensitivity of tumor cells in response to therapeutics and in this way improve cancer treatment towards personalized medicine

Beam instrumentation for the Tevatron Collider

The Tevatron in Collider Run II (2001-present) is operating with six times more bunches and many times higher beam intensities and luminosities than in Run I (1992-1995). Beam diagnostics were crucial for the machine start-up and the never-ending luminosity upgrade campaign. We present the overall picture of the Tevatron diagnostics development for Run II, outline machine needs for new instrumentation, present several notable examples that led to Tevatron performance improvements, and discuss the lessons for future colliders

Pretreatment CD4 Cell Slope and Progression to AIDS or Death in HIV-Infected Patients Initiating Antiretroviral Therapy—The CASCADE Collaboration: A Collaboration of 23 Cohort Studies

Analyzing data from several thousand cohort study participants, Marcel Wolbers and colleagues find that the rate of CD4 T cell decline is not useful in deciding when to start HIV treatment

The combined use of cross-section analysis and other stratigraphic recording systems in the cleaning of two panel paintings from the fifteenth- and sixteenth-century

Cross sections are frequently used in the stratigraphic study of pictorial structures. Thanks to cross sections, it is possible to study and record original and non-original strata that may provide important information regarding the artist's technique and later restoration processes. This information helps conservators design different strategies in processes such as cleaning. However, it is often in cleaning where the advantages and limitations of cross sections become obvious. When dealing with a complex structure, cross sections may not be enough to record in a comprehensive and accurate manner all the strata removed during cleaning. In some cases, the conservator may obtain during cleaning a great amount of stratigraphic information that is not visible in the cross sections. Therefore, it may be necessary to resort to other recording systems, such as the stratigraphic unit recording sheet and the stratigraphic diagram, which are frequently used in archaeological stratigraphy. This article demonstrates how cross-section analysis was combined with stratigraphic study during the cleaning of two panel paintings to gain an improved understanding of their complicated layer structure.Barros García, JM.; Reina De La Torre, A.; Pérez Marín, E. (2014). The combined use of cross-section analysis and other stratigraphic recording systems in the cleaning of two panel paintings from the fifteenth- and sixteenth-century. Studies in Conservation. 60(4):245-252. doi:10.1179/2047058414Y.0000000128S24525260

A search for resonant production of ttˉt\bar{t} pairs in $4.8\ \rm{fb}^{-1}ofintegratedluminosityof of integrated luminosity of p\bar{p}collisionsat collisions at \sqrt{s}=1.96\ \rm{TeV}$

We search for resonant production of tt pairs in 4.8 fb^{-1} integrated luminosity of ppbar collision data at sqrt{s}=1.96 TeV in the lepton+jets decay channel, where one top quark decays leptonically and the other hadronically. A matrix element reconstruction technique is used; for each event a probability density function (pdf) of the ttbar candidate invariant mass is sampled. These pdfs are used to construct a likelihood function, whereby the cross section for resonant ttbar production is estimated, given a hypothetical resonance mass and width. The data indicate no evidence of resonant production of ttbar pairs. A benchmark model of leptophobic Z \rightarrow ttbar is excluded with m_{Z'} < 900 GeV at 95% confidence level.Comment: accepted for publication in Physical Review D Sep 21, 201