Aanvullend onderzoek mineralenconcentraten 2009-2010 op bouwland en grasland : toepassing mineralenconcentraat in consumptieaardappelen locatie Westmaas, 2010

Bij mestscheiding volgens het proces van ultrafiltratie en omgekeerde osmose ontstaat een mineralen concentraat (MC in de rest van dit verslag RO genoemd), dat voornamelijk stikstof en kali bevat en wordt beoogd als kunstmestvervanger. Voor (wettelijke) erkenning als kunstmestvervanger is het belangrijk dat de stikstofwerking van het RO hoog is. In 2009 is het ministerie van LNV (thans EL&I) een pilot gestart waarbinnen onderzoek plaatsvindt naar de landbouwkundige en milieukundige effecten van het gebruik van mineralenconcentraten. Daartoe zijn ondermeer verdiepende veldproeven uitgevoerd in 2009 en 2010 met aardappelen en grasland. Als aanvulling op de LNV pilot wordt van 2009 t/m 2011 een project uitgevoerd waarin een goede toedieningstechniek met praktijkmachines centraal staat. Dit project omvat veldproeven en demonstraties in diverse akkerbouwgewassen, in snijmaïs en op grasland

Rijenbemesting in suikerbieten, 2010

In de suikerbietenteelt is het gebruikelijk om de stikstof breedwerpig te strooien. Door toepassing in de rij kan wellicht op de hoogte van de gift bespaard worden. In dit onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen 2 systemen: breedwerpig en rijenbemesting. Er is gevarieerd in N-gift om aan te kunnen tonen of met rijenbemesting bespaard kan worden op stikstof. De vraag is: kun je besparen op stikstof zonder dat het opbrengst kost

Heermoes bestrijden : voorlopig nog oude middelen nodig

De biologie van het moeilijk te bestrijden onkruid heermoes of 'paardestaart' (o.a. morfologie, reproductie); de effectiviteit tegen heermoes van een aantal bestrijdingsmiddelen (waaronder een aantal moderne herbiciden); het meest geschikte toepassingstijdstip; alternatieve bestrijdingsmethode

Middelenonderzoek bladvlekken knolselderij. 2000

In het jaar 2000 werden twee veldproeven uitgevoerd waarin chemische bestrijdingsmiddelen werden beproefd tegen Septoria apiicola in knolselderij. De proefvelden werden op het PAV in Lelystad en op het PAV-ZW in Westmaas aangelegd. Het doel was de effectiviteit nagaan van perspectiefvolle fungiciden ter bestrijding van bladvlekkenziekte in de teelt van knolselderij. Om een egale aantasting in de proef te bevorderen, werden tussen de proefveldjes een aantal rijen knolselderij kunstmatig geïnoculeerd met Septoria apiicola door middel van aangetast blad van het jaar ervoor. Gewascontrole vond plaats door planten te beoordelen op een bladaantasting door Septoria apiicola. De aantasting werd regelmatig beoordeeld aan de hand van een ziekte-index

Milieueffecten van maatregelen gewasbescherming

In de in dit werkdocument beschreven modelstudie zijn berekeningen uitgevoerd over 15 teelten in de sectoren akkerbouw, vollegrondsgroenten, bloembollen fruitteelt en boomkwekerij. De milieueffectiviteit van de maatregelen is getoetst aan de hand van de reductie in Milieu Indicator Punten (MIP) voor de milieubelasting van oppervlaktewater door drift bij gewasbescherming (conform de toetsingsparameter in de Tussenevaluatie). Tevens is het effect op andere milieucompartimenten onderzocht. Voor de MIP-berekeningen is het Milieutechnisch en Economisch Bedrijfsmodel voor de Open Teelten (MEBOT) aangepast

Repeated exposure reduces the response to impulsive noise in European seabass

This is the final version of the article. Available from the publisher via the DOI in this record.Human activities have changed the acoustic environment of many terrestrial and aquatic ecosystems around the globe. Mounting evidence indicates that the resulting anthropogenic noise can impact the behaviour and physiology of at least some species in a range of taxa. However, the majority of experimental studies have considered only immediate responses to single, relatively short-term noise events. Repeated exposure to noise could lead to a heightened or lessened response. Here, we conduct two long-term (12 week), laboratory-based exposure experiments with European seabass (Dicentrarchus labrax) to examine how an initial impact of different sound types potentially changes over time. Naïve fish showed elevated ventilation rates, indicating heightened stress, in response to impulsive additional noise (playbacks of recordings of pile-driving and seismic surveys), but not to a more continuous additional noise source (playbacks of recordings of ship passes). However, fish exposed to playbacks of pile-driving or seismic noise for 12 weeks no longer responded with an elevated ventilation rate to the same noise type. Fish exposed long-term to playback of pile-driving noise also no longer responded to short-term playback of seismic noise. The lessened response after repeated exposure, likely driven by increased tolerance or a change in hearing threshold, helps explain why fish that experienced 12 weeks of impulsive noise showed no differences in stress, growth or mortality compared to those reared with exposure to ambient-noise playback. Considering how responses to anthropogenic noise change with repeated exposure is important both when assessing likely fitness consequences and the need for mitigation measures.Funding was provided by CGG; SDS held a NERC KE Fellowship (NE/J500616/2). The authors declare no conflict of interest

Passerine Birds Breeding under Chronic Noise Experience Reduced Fitness

Background Fitness in birds has been shown to be negatively associated with anthropogenic noise, but the underlying mechanisms remain obscure. It is however crucial to understand the mechanisms of how urban noise impinges on fitness to obtain a better understanding of the role of chronic noise in urban ecology. Here, we examine three hypotheses on how noise might reduce reproductive output in passerine birds: (H1) by impairing mate choice, (H2) by reducing territory quality and (H3) by impeding chick development. Methodology/Principal Findings We used long-term data from an island population of house sparrows, Passer domesticus, in which we can precisely estimate fitness. We found that nests in an area affected by the noise from large generators produced fewer young, of lower body mass, and fewer recruits, even when we corrected statistically for parental genetic quality using a cross-fostering set-up, supporting H3. Also, individual females provided their young with food less often when they bred in the noisy area compared to breeding attempts by the same females elsewhere. Furthermore, we show that females reacted flexibly to increased noise levels by adjusting their provisioning rate in the short term, which suggests that noise may be a causal factor that reduces reproductive output. We rejected H1 and H2 because nestbox occupancy, parental body mass, age and reproductive investment did not differ significantly between noisy and quiet areas. Conclusions/Significance Our results suggest a previously undescribed mechanism to explain how environmental noise can reduce fitness in passerine birds: by acoustically masking parent–offspring communication. More importantly, using a cross-fostering set-up, our results demonstrate that birds breeding in a noisy environment experience significant fitness costs. Chronic noise is omnipresent around human habitation and may produces similar fitness consequences in a wide range of urban bird species

Anatomical bases of sex- and size-related acoustic variation in herring gull alarm calls

The hypothesis that anatomical or physiological factors can constrain the production of vocalizations is supported by an increasing number of examples from a range of taxa, where acoustic variation is related to sex, body-size or condition. In this study, we combine anatomical and acoustic investigations in herring gulls Larus argentatus to 1) identify co-variation between sex, body size and the dimensions of the vocal apparatus and 2) test the possible effect of this co-variation on interindividual variation in the acoustics of alarm calls. We found that the vocal apparatus was sexually dimorphic, with males having longer trachea and bigger vibratile membranes than females. We also identified a relationship between the head–bill length – a secondary sexual trait – and the length of the trachea in males only. However, we failed to identify corresponding sex- and body-size related variation in the acoustic components of alarm calls. We suggest that this absence of a relationship between anatomical and acoustic dimensions may reflect the lack of biomechanical constraints exerted during the production of alarm calls, and that such relationships are more likely to be expressed in this species’ sexual calls, whose production is characterised by more pronounced, ritualised postures that are more likely to highlight inter-individual size variation

Aanvullend advies op actualisatie maatregelen duurzame gewasbescherming 2009 : een selectie aan maatregelen waarmee op korte termijn het meest bereikt kan worden in de praktijk

PPO Wageningen UR, heeft in opdracht van het Ministerie van LNV in het kader van het convenant gewasbescherming maatregelen gecatalogiseerd die bijdragen aan het verlagen van de milieubelasting en aan het stimuleren van geïntegreerde gewasbescherming. Dit traject startte in 2004 en actualisatie vond plaats in 2006, 2007 en 2009. Na drie jaar actualisatie is een ontwikkeling in maatregelen zichtbaar. Deze publicatie bevat adviezen over maatregelen waarmee het meest bereikt wordt in de maatschappij