Increasing survival gap between young and elderly gastric cancer patients

INTRODUCTION: This study investigates the treatment and survival of young versus elderly potentially curable gastric cancer patients in the Netherlands. PATIENTS AND METHODS: All noncardia gastric cancer patients with potentially curable gastric cancer according to stage (cTx-3, cNx-3, and cMx-0) diagnosed between 1989 and 2013 were selected from the Netherlands Cancer Registry. Trends in treatment and overall survival were compared between young patients (younger than 70 years) and elderly patients (70 years or older). Multivariable logistic regression analysis was used to examine the probability of patients undergoing surgery and chemotherapy in the most recent period. Multivariable Cox regression analysis was used to identify independent factors associated with survival. RESULTS: In total, 8107 young and 13,814 elderly gastric cancer patients were included. There was a major increase in the proportion of patients treated with resection and chemotherapy after 2004-2008. In young patients the increase was from 2.6% in 1999-2003 to 63% in 2009-2013 (p < 0.01). Also an increase was noticed among elderly patients, from 0.1% to 16% (p < 0.01). Median survival increased from 2004 to 2008 onward particularly in young patients and to a lesser extent in elderly patients (from 28 to 41 months vs from 11 to 13 months). Multivariable Cox regression analyses confirmed that overall survival improved for young and elderly patients. DISCUSSION: Young patients experienced a stronger improvement in survival than elderly patients, resulting in an increasing survival gap. The literature shows this is a problem not only in the Netherlands but also throughout Europe. The dissimilarity in treatment between young and elderly patients could be the reason for this difference

Methodiek arbeidsmarktprognoses en -indicatoren 2013-2018

Dit werkdocument geeft de methodiek weer die gevolgd is bij het samenstellen van de arbeidsmarktinformatie over 21 bedrijfssectoren, 127 beroepsgroepen en 102 opleidingstypen, welke opgenomen is in het ArbeidsmarktInformatieSysteem van het ROA en gebruikt in het rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018. Dit rapport is in december 2013 uitgebracht in het kader van het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA) van het ROA. Het rapport biedt een overzicht van recente trends op Nederlandse arbeidsmarkt, alsook van de huidige en te verwachten toekomstige ontwikkelingen in de periode 2013-2018. Deze informatie - die elke twee jaar wordt gegenereerd - is van belang voor zowel het geven van voorlichting aan degenen die aan een opleiding willen beginnen als het nemen van beleidsbeslissingen door instanties die betrokken zijn bij de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020

In dit rapport van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) wordt een overzicht gepresenteerd en besproken van de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt tot 2020. Het overzicht heeft als doel inzicht te verschaffen in de actuele arbeidsmarktsituatie en de arbeidsmarktprognoses naar bedrijfssectoren, beroepen en opleidingen. De gegevens over de actuele arbeidsmarktsituatie worden jaarlijks geactualiseerd en opgenomen in het ROA ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS). De prognoses worden elke twee jaar opgesteld en hebben betrekking op een periode van zes jaar. De rapportage vindt plaats in het kader van het door het ROA uitgevoerde Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA)

Multiple primary malignancies and subtle mucocutaneous lesions associated with a novel PTEN gene mutation in a patient with Cowden syndrome: Case report

<p>Abstract</p> <p>Background</p> <p>Cowden syndrome (CS) is a cancer predisposition syndrome associated with increased risk of breast, thyroid, and endometrial cancers, and is characterized by development of benign mucocutaneous lesions.</p> <p>Case presentation</p> <p>Here we report on a 58-year-old woman with multiple primary malignancies and subtle mucocutaneous lesions such as small polyps and wart-like papulas. Over a period of 23 years, she developed various malignant neoplasms including thyroid, ovarian, stomach, and colon carcinomas, and a benign meningioma. Direct sequencing analysis of the <it>PTEN </it>gene revealed a novel germline mutation (c.438delT, p.Leu146X).</p> <p>Conclusion</p> <p>This case demonstrates that Cowden syndrome is a multi-system disease that can result in the development of multiple malignant and benign tumors.</p

Burden of hip fracture using disability-adjusted life-years: a pooled analysis of prospective cohorts in the CHANCES consortium

Background No studies have estimated disability-adjusted life-years (DALYs) lost due to hip fractures using real-life follow-up cohort data. We aimed to quantify the burden of disease due to incident hip fracture using DALYs in prospective cohorts in the CHANCES consortium, and to calculate population attributable fractions based on DALYs for specific risk factors. Methods We used data from six cohorts of participants aged 50 years or older at recruitment to calculate DALYs. We applied disability weights proposed by the National Osteoporosis Foundation and did a series of sensitivity analyses to examine the robustness of DALY estimates. We calculated population attributable fractions for smoking, body-mass index (BMI), physical activity, alcohol intake, type 2 diabetes and parity, use of hormone replacement therapy, and oral contraceptives in women. We calculated summary risk estimates across cohorts with pooled analysis and randomeffects meta-analysis methods. Findings 223 880 men and women were followed up for a mean of 13 years (SD 6). 7724 (3·5%) participants developed an incident hip fracture, of whom 413 (5·3%) died as a result. 5964 DALYs (27 per 1000 individuals) were lost due to hip fractures, 1230 (20·6%) of which were in the group aged 75–79 years. 4150 (69·6%) DALYs were attributed to disability. Current smoking was the risk factor responsible for the greatest hip fracture burden (7·5%, 95% CI 5·2–9·7) followed by physical inactivity (5·5%, 2·1–8·5), history of diabetes (2·8%, 2·1–4·0), and low to average BMI (2·0%, 1·4–2·7), whereas low alcohol consumption (0·01–2·5 g per day) and high BMI had a protective effect. Interpretation Hip fracture can lead to a substantial loss of healthy life-years in elderly people. National public health policies should be strengthened to reduce hip fracture incidence and mortality. Primary prevention measures should be strengthened to prevent falls, and reduce smoking and a sedentary lifestyle

Germline SDHx variants modify breast and thyroid cancer risks in Cowden and Cowden-like syndrome via FAD/NAD-dependant destabilization of p53

Cowden syndrome (CS), a Mendelian autosomal-dominant disorder, predisposes to breast, thyroid and other cancers. Germline mutations in phosphatase and tensin homolog (PTEN) have been recently reported in 23% of a large series of classic CS. Here, we validated our small (n = 10) pilot study in a large patient series that germline variations in succinate dehydrogenase genes (SDHx) occur in 8% (49/608) of PTEN mutation-negative CS and CS-like (CSL) individuals (SDHvar+). None of these SDHx variants was found in 700 population controls (P < 0.0001). We then found that SDHx variants also occur in 6% (26/444) of PTEN mutation-positive (PTENmut+) CS/CSL individuals (PTENmut+/SDHvar+). Of 22 PTENmut+/SDHvar+ females, 17 had breast cancers compared with 34/105 PTENmut+ (P < 0.001) or 27/47 SDHvar+ patients (P = 0.06). Notably, individuals with SDHvar+ alone had the highest thyroid cancer prevalence (24/47) compared with PTENmut+ patients (27/105, P = 0.002) or PTENmut+/SDHvar+ carriers (6/22, P = 0.038). Patient-derived SDHvar+ lymphoblastoid cells had elevated cellular reactive oxygen species, highest in PTENmut+/SDHvar+ cells, correlating with apoptosis resistance. SDHvar+ cells showed stabilized and hyperactivated hypoxia inducible factor (HIF)1α signaling. Most interestingly, we also observed the loss of steady-state p53 in the majority of SDHvar+ cells. This loss of p53 was regulated by MDM2-independent NADH quinone oxidoreductase 1-mediated protein degradation, likely due to the imbalance of flavin adenine dinucleotide/nicotinamide adenine dinucleotide in SDHvar+ cells. Our data suggest the potential regulation of HIF1α, p53 and PTEN signaling by mitochondrial metabolism in CS/CSL tumorigenesis. Together, our findings suggest the importance of considering SDHx as candidate predisposing and modifier genes for CS/CSL-related malignancy risks, and a mechanism which suggests ways of therapeutic reversal or prevention

De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018

In deze aanhoudend roerige tijden op de arbeidsmarkt brengt het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) de twaalfde uitgave van het rapport De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep uit. Hierin wordt een beeld geschetst van de huidige en op de middellange termijn te verwachten arbeidsmarktontwikkelingen. Wij schetsen de arbeidsmarktperspectieven voor de komende vijf jaar (tot 2018) onder andere om de jongeren die nu voor hun studiekeuze staan inzicht te bieden in de verwachte arbeidsmarktsituatie na afstuderen. Deze informatie is van belang voor zowel het geven van voorlichting aan degenen die aan een (vervolg)opleiding willen beginnen als voor werkgevers bij het nemen van strategische beslissingen over hun personeelsbeleid. Het rapport is in het bijzonder bedoeld voor de beleidsontwikkeling van de overheid, de arbeidsbemiddelingssorganisaties, de sociale partners en het onderwijsveld. Het rapport is gebaseerd op gedetailleerde arbeidsmarktinformatie naar sector, beroep en opleiding, zoals deze is opgenomen in het Arbeidsmarktinformatiesysteem (AIS) van het ROA

Rapid exome sequencing as a first-tier test in neonates with suspected genetic disorder:results of a prospective multicenter clinical utility study in the Netherlands

The introduction of rapid exome sequencing (rES) for critically ill neonates admitted to the neonatal intensive care unit has made it possible to impact clinical decision-making. Unbiased prospective studies to quantify the impact of rES over routine genetic testing are, however, scarce. We performed a clinical utility study to compare rES to conventional genetic diagnostic workup for critically ill neonates with suspected genetic disorders. In a multicenter prospective parallel cohort study involving five Dutch NICUs, we performed rES in parallel to routine genetic testing for 60 neonates with a suspected genetic disorder and monitored diagnostic yield and the time to diagnosis. To assess the economic impact of rES, healthcare resource use was collected for all neonates. rES detected more conclusive genetic diagnoses than routine genetic testing (20% vs. 10%, respectively), in a significantly shorter time to diagnosis (15 days (95% CI 10–20) vs. 59 days (95% CI 23–98, p &lt; 0.001)). Moreover, rES reduced genetic diagnostic costs by 1.5% (€85 per neonate). Conclusion: Our findings demonstrate the clinical utility of rES for critically ill neonates based on increased diagnostic yield, shorter time to diagnosis, and net healthcare savings. Our observations warrant the widespread implementation of rES as first-tier genetic test in critically ill neonates with disorders of suspected genetic origin.What is Known:• Rapid exome sequencing (rES) enables diagnosing rare genetic disorders in a fast and reliable manner, but retrospective studies with neonates admitted to the neonatal intensive care unit (NICU) indicated that genetic disorders are likely underdiagnosed as rES is not routinely used.• Scenario modeling for implementation of rES for neonates with presumed genetic disorders indicated an expected increase in costs associated with genetic testing.What is New:• This unique prospective national clinical utility study of rES in a NICU setting shows that rES obtained more and faster diagnoses than conventional genetic tests.• Implementation of rES as replacement for all other genetic tests does not increase healthcare costs but in fact leads to a reduction in healthcare costs.</p