Forms of fiscal governance in the Euro Area - what role for the delegation approach?

The Euro Area has relied on a rules-based or contracts approach to instil fiscal discipline among the member states, mainly through the supra-national Stability and Growth Pact, and more recently through the requirement to have fiscal rules also at the national level. On the other hand, the alternative delegation approach, which emphasises strong procedural rules governing the budgetary process, has been largely ignored in the Euro Area’s fiscal governance framework. We use composite indices to measure the quality of both the rules-based and delegation approaches in all the 19 Euro Area countries. The results show that despite the common rules-based requirements, there are notable differences in the quality of the national fiscal frameworks among the member states. Furthermore, characteristics of the delegation approach remain important in various countries. Using a two-way fixed effects panel data model, we find empirical evidence for a significant positive impact of both fiscal governance approaches on the budget balance for the EA countries during 2006-2018. At a more disaggregated level, our findings give support to the strengthening of medium-term budgetary frameworks and to more centralised decision-making during the budget approval stage. Moreover, we also find that reforms to budget institutions during the period under review have mainly involved fiscal rules and independent fiscal councils, and being supra-nationally mandated, rather than nationally-driven, this seems to have affected their effectiveness to achieve fiscal discipline. Our findings thus suggest a reconsideration of the centrally-mandated, common EA requirements for national fiscal frameworks, which involve a one-size-fits-all, rules-based approach.peer-reviewe

Global Value Chains and Market Formation Process in Emerging Export Activity: Evidence from Ethiopian Flower Industry

経済学 / EconomicsThis paper provides a case study of the Ethiopian flower export industry which successfully emerged at time when the EU market (main destination) was already characterized by increasingly stringent standards and delivery requirements. Entering this market required a multitude of capabilities at firm, sector and national levels. Several of these capabilities were absent or weak in the domestic market when the new activity kicked off. The paper analyzes how the capabilities of individual firms and the industry at large co-evolved and the role of various actors in the ‘market formation’ process.JEL Classification Codes: O12, O13, O19http://www.grips.ac.jp/list/jp/facultyinfo/sonobe_tetsushi

Study of the doubly charmed tetraquark T+cc

Quantum chromodynamics, the theory of the strong force, describes interactions of coloured quarks and gluons and the formation of hadronic matter. Conventional hadronic matter consists of baryons and mesons made of three quarks and quark-antiquark pairs, respectively. Particles with an alternative quark content are known as exotic states. Here a study is reported of an exotic narrow state in the D0D0π+ mass spectrum just below the D*+D0 mass threshold produced in proton-proton collisions collected with the LHCb detector at the Large Hadron Collider. The state is consistent with the ground isoscalar T+cc tetraquark with a quark content of ccu⎯⎯⎯d⎯⎯⎯ and spin-parity quantum numbers JP = 1+. Study of the DD mass spectra disfavours interpretation of the resonance as the isovector state. The decay structure via intermediate off-shell D*+ mesons is consistent with the observed D0π+ mass distribution. To analyse the mass of the resonance and its coupling to the D*D system, a dedicated model is developed under the assumption of an isoscalar axial-vector T+cc state decaying to the D*D channel. Using this model, resonance parameters including the pole position, scattering length, effective range and compositeness are determined to reveal important information about the nature of the T+cc state. In addition, an unexpected dependence of the production rate on track multiplicity is observed

ROA Life Long Learning Survey - 2013

The aim of the survey is to monitor formal learning, informal learning, and knowledge development in the Dutch population. This survey was conducted end 2013, and is a follow-up on the 2010 ROA Life Long Learning Survey which is available from DANS

Registratie, uitstroom en bestemming schoolverlaters VO-Monitor 2008

Databestand n.a.v. schoolverlatersenquête onder de gediplomeerde uitstroom van het AVO/VMBO, meetjaar 2008. De VO-Monitor is gericht op schoolverlaters van het algemeen voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO). Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. De financiering ligt thans bij OCW, SZW, LNV, de provincies en de deelnemende onderwijsinstellingen. Met het onderzoek wordt de overgang van school naar werk dan wel het vervolgtraject in het onderwijs in kaart gebracht. De schoolverlaters worden ongeveer anderhalf jaar na het verlaten van de opleiding ondervraagd door middel van een schriftelijke/internet vragenlijst. Deze vragenlijst bestaat uit een gedeelte dat voor elke onderwijssoort identiek is en uit een variabel gedeelte waarbij de inhoud afhankelijk is van de onderwijssoort en/of de opleidingssector. Voor schoolverlaters van HAVO en VWO ligt het accent op de doorstroom naar vervolgonderwijs, waarbij vooral de aansluiting met het hoger onderwijs aan bod komt. Bij VMBO wordt vooral het bereiken van een startkwalificatie belicht alsmede de doorstroom naar de arbeidsmarkt

Project Onderwijs en Arbeidsmarkt tot 2020

Deze dataset bevat het statische bronbestand 2015 van de tabellen uit het ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS) van ROA. In het Relationveld vindt u een link naar de online versie. Met het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA) wil het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) inzicht geven in de huidige en de toekomstige arbeidsmarktsituatie binnen de verschillende bedrijfssectoren, beroepsklassen, opleidingscategorieën en regio’s in Nederland. Hierbij gaat de centrale aandacht uit naar de verwachte ontwikkelingen op de middellange termijn. Er is voor een tijdshorizon van zes jaar gekozen om een zo goed mogelijk beeld te kunnen geven van de arbeidsmarktsituatie bij afstuderen van degenen die thans aan het begin van hun studie staan. Deze informatie is van belang voor zowel het geven van voorlichting aan degenen die aan een opleiding willen beginnen, als het nemen van beleidsbeslissingen door instanties die betrokken zijn bij de aansluiting van het onderwijs aan de arbeidsmarkt. Als onderdeel van het POA wordt elke twee jaar een rapport uitgebracht met analyses die zich toespitsen op de grote lijnen van de huidige en toekomstige arbeidsmarktontwikkelingen. Het laatst verschenen rapport uit december 2015 beschrijft ontwikkelingen tot 2020: De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2020. Daarnaast heeft ROA een database ontwikkeld met gedetailleerde arbeidsmarktinformatie; het ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS). Het AIS bevat kencijfers over de actuele arbeidsmarktsituatie, recente trends en arbeidsmarktprognoses. De cijfers zijn samengesteld uit verschillende bronnen, zoals de Enquête Beroepsbevolking (CBS), het Arbeidsaanbodpanel (SCP), het Arbeidsvraagpanel (SCP), onderwijsdata (DUO) en ROA Schoolverlatersenquêtes (SIS)