Mogelijke teratogene invloed van thiamazol

Bij een pasgeboren jongen werden een choanenatresie en bijzondere gelaatskenmerken vastgesteld. Op 4-jarige leeftijd had hij een achterstand in spraak-taalontwikkeling. Zijn moeder was in de eerste 3 maanden van de zwangerschap behandeld met thiamazol vanwege een reeds langer bestaande hyperthyreoïdie. Het is mogelijk dat het maternale thiamazolgebruik de oorzaak vormde van de aangeboren afwijkingen. Een embryopathie ten gevolge van maternaal thiamazolgebruik tijdens de zwangerschap is enkele malen eerder beschreven en wordt vooral gekenmerkt door een choanenatresie, slokdarmatresie, bijzondere gelaatskenmerken, groeiachterstand en vertraagde psychomotore ontwikkeling. Omdat er van propylthiouracilgebruik tijdens de zwangerschap tot nu toe geen aanwijzingen zijn voor een verhoogde kans op nadelige effecten voor het ongeboren kind, heeft dit voor behandeling van hyperthyreoïdie tijdens de zwangerschap de voorkeur. Thiamazol zou alleen moeten worden voorgeschreven aan zwangeren of vrouwen die zwanger wensen te worden indien propylthiouracil niet gebruikt kan worden

Pregnancy outcome of women exposed to azathioprine during pregnancy

BACKGROUND: Azathioprine (AZP) interferes with nucleic acid synthesis and is teratogenic in animals. In view of the paucity of information on the use of AZP during pregnancy we investigated this subject in a prospective, controlled, multicenter study. Our objective was too determine whether exposure to AZP during pregnancy increases the risk for major malformations and to determine the effect on pregnancy outcome. METHODS: Pregnant women on AZP who contacted one of seven teratogen information services were compared to a cohort of pregnant women who contacted two of the seven teratogen information services and took nonteratogenic treatments during their pregnancy. RESULTS: Follow-up was completed on 189 women in the AZP group and compared to 230 women in the control group. The rate of major malformations did not differ between groups with six neonates in each; the AZP rate was 3.5% and the control group rate was 3.0% (p = .775; OR 1.17; CI: 0.37, 3.69). The mean birth weight and gestational age were lower in the AZP group (2,995 g vs. 3,252 g [p = .001, difference of mean: 257, 95% CI: 106.3, 408.1] and 37.8 weeks vs. 39.1 weeks [p = .001, difference of mean: 1.3, 95% CI: .5, 2.0], respectively). The AZP group had more cases of prematurity (21.4% vs. 5.2% [p < .001; OR 4.0; 95% CI: 2.0, 8.06]) and low birth weight (23% vs. 6.0% [p < .001; OR 3.81; 95% CI: 2.0, 7.2]). CONCLUSIONS: These results suggest that AZP (50-100 mg/day) does not triple the rate of birth defects; however, it is associated with lower birth weight, gestational age, and prematurity. Larger studies are needed to confirm these observations

Pregnancy outcome of women exposed to azathioprine during pregnancy: A prospective multicenter international study.

BACKGROUND: Azathioprine (AZP) interferes with nucleic acid synthesis and is teratogenic in animals. In view of the paucity of information on the use of AZP during pregnancy we investigated this subject in a prospective, controlled, multicenter study. Our objective was too determine whether exposure to AZP during pregnancy increases the risk for major malformations and to determine the effect on pregnancy outcome. METHODS: Pregnant women on AZP who contacted one of seven teratogen information services were compared to a cohort of pregnant women who contacted two of the seven teratogen information services and took nonteratogenic treatments during their pregnancy. RESULTS: Follow-up was completed on 189 women in the AZP group and compared to 230 women in the control group. The rate of major malformations did not differ between groups with six neonates in each; the AZP rate was 3.5% and the control group rate was 3.0% (p = .775; OR 1.17; CI: 0.37, 3.69). The mean birth weight and gestational age were lower in the AZP group (2,995 g vs. 3,252 g [p = .001, difference of mean: 257, 95% CI: 106.3, 408.1] and 37.8 weeks vs. 39.1 weeks [p = .001, difference of mean: 1.3, 95% CI: .5, 2.0], respectively). The AZP group had more cases of prematurity (21.4% vs. 5.2% [p < .001; OR 4.0; 95% CI: 2.0, 8.06]) and low birth weight (23% vs. 6.0% [p < .001; OR 3.81; 95% CI: 2.0, 7.2]). CONCLUSIONS: These results suggest that AZP (50-100 mg/day) does not triple the rate of birth defects; however, it is associated with lower birth weight, gestational age, and prematurity. Larger studies are needed to confirm these observations