41 research outputs found
The development of a node for a hardware reconfigurable parallel processor
This dissertation concerns the design and implementation of a node for a hardware reconfigurable parallel processor. The hardware that was developed allows for the further development of a parallel processor with configurable hardware acceleration. Each node in the system has a standard microprocessor and reconfigurable logic device and has high speed communications channels for inter-node communication. The design of the node provided high-speed serial communications channels allowing the implementation of various network topographies. The node also provided a PCI master interface to provide an external interface and communicate with local nodes on the bus. A high speed RlSC processor provided communication and system control functions and the reconfigurable logic device provided communication interfaces and data processing functions. The node was designed and implemented as a PCI card that interfaced a standard PCI bus. VHDL designs for logic devices that provided system support were developed, VHDL designs for the reconfigurable logic FPGA and software including drivers and system software were written for the node. The 64-bit version Linux operating system was then ported to the processor providing a UNIX environment for the system. The node functioned as specified and parallel and hardware accelerated processing was demonstrated. The hardware acceleration was shown to provide substantial performance benefits for the system
Social network analysis shows direct evidence for social transmission of tool use in wild chimpanzees
The authors are grateful to the Royal Zoological Society of Scotland for providing core funding for the Budongo Conservation Field Station. The fieldwork of CH was funded by the Leverhulme Trust, the Lucie Burgers Stichting, and the British Academy. TP was funded by the Canadian Research Chair in Continental Ecosystem Ecology, and received computational support from the Theoretical Ecosystem Ecology group at UQAR. The research leading to these results has received funding from the People Programme (Marie Curie Actions) and from the European Research Council under the European Union's Seventh Framework Programme (FP7/2007–2013) REA grant agreement n°329197 awarded to TG, ERC grant agreement n° 283871 awarded to KZ. WH was funded by a BBSRC grant (BB/I007997/1).Social network analysis methods have made it possible to test whether novel behaviors in animals spread through individual or social learning. To date, however, social network analysis of wild populations has been limited to static models that cannot precisely reflect the dynamics of learning, for instance, the impact of multiple observations across time. Here, we present a novel dynamic version of network analysis that is capable of capturing temporal aspects of acquisition-that is, how successive observations by an individual influence its acquisition of the novel behavior. We apply this model to studying the spread of two novel tool-use variants, "moss-sponging'' and "leaf-sponge re-use,'' in the Sonso chimpanzee community of Budongo Forest, Uganda. Chimpanzees are widely considered the most "cultural'' of all animal species, with 39 behaviors suspected as socially acquired, most of them in the domain of tool-use. The cultural hypothesis is supported by experimental data from captive chimpanzees and a range of observational data. However, for wild groups, there is still no direct experimental evidence for social learning, nor has there been any direct observation of social diffusion of behavioral innovations. Here, we tested both a static and a dynamic network model and found strong evidence that diffusion patterns of moss-sponging, but not leaf-sponge re-use, were significantly better explained by social than individual learning. The most conservative estimate of social transmission accounted for 85% of observed events, with an estimated 15-fold increase in learning rate for each time a novice observed an informed individual moss-sponging. We conclude that group-specific behavioral variants in wild chimpanzees can be socially learned, adding to the evidence that this prerequisite for culture originated in a common ancestor of great apes and humans, long before the advent of modern humans.Publisher PDFPeer reviewe
Post-Conflict Affiliation by Chimpanzees with Aggressors: Other-Oriented versus Selfish Political Strategy
Consolation, i.e., post-conflict affiliation directed from bystanders to recent victims of aggression, has recently acquired an important role in the debate about empathy in great apes. Although similar contacts have been also described for aggressors, i.e., appeasement, they have received far less attention and their function and underlying mechanisms remain largely unknown. An exceptionally large database of spontaneous conflict and post-conflict interactions in two outdoor-housed groups of chimpanzees lends support to the notion that affiliation toward aggressors reduces the latter's aggressive tendencies in that further aggression was less frequent after the occurrence of the affiliation. However, bystander affiliation toward aggressors occurred disproportionally between individuals that were socially close (i.e., affiliation partners) which suggest that it did not function to protect the actor itself against redirected aggression. Contrary to consolation behavior, it was provided most often by adult males and directed toward high ranking males, whereas females engaged less often in this behavior both as actors and recipients, suggesting that affiliation with aggressors is unlikely to be a reaction to the distress of others. We propose that bystander affiliation toward aggressors may function to strengthen bonds between valuable partners, probably as part of political strategies. Our findings also suggest that this post-conflict behavior may act as an alternative to reconciliation, i.e., post-conflict affiliation between opponents, in that it is more common when opponents fail to reconcile
Een toereikende vergoeding voor de jaarrekeningcontrole
Het honorarium van de accountant dient toereikend te zijn om voldoende tijd en gekwalificeerd personeel vrij te maken voor de wettelijke controle en om daarbij vaktechnische richtlijnen en kwaliteitswaarborgen in acht te nemen. Dit is één van de onafhankelijkheidsvoorschriften die per 1 januari 2003 in werking zijn getreden. Dit voorschrift bestrijkt het belangwekkende spanningsveld tussen het maatschappelijk belang van een in wezen en in schijn onafhankelijke accountant, het belang van de accountant om een cliënt te winnen of te behouden en het streven van de onderneming naar lage accountantskosten
Materialiteit bij de accountantscontrole van jaarrekeningen van overheden: principes of regels?
De IAASB heeft de International Standard on Auditing (ISA) voor de bepaling van de materialiteit bij de accountantscontrole herzien. ISA 320 Materiality in Planning and Performing an Audit benadrukt nu, meer dan voorheen, dat een fout in de jaarrekening vanwege de aard van de fout materieel kan zijn, ook al is deze van geringe omvang. Het commentaar uit de publieke sector op ontwerpen van de standaard heeft de IAASB voor een dilemma gesteld: kiezen tussen het volgen van de door haar nagestreefde principles based benadering en het geven van specifi eke voorschriften voor controles bij overheden, waar de commentatoren om hebben gevraagd. In dit artikel ga ik na hoe de IAASB erin is geslaagd overheidsspecifi eke elementen op te nemen in een principles based standaard
Standaardisering van verslaggeving in de publieke sector
Volgens de Algemene Rekenkamer bestaat er een grote verscheidenheid aan verslaggevingsregels binnen de publieke sector: ‘Meer harmonisatie kan winst opleveren voor de kwaliteit van informatie en de doelmatigheid van informatieproductie. Te denken valt aan: Brede toepassing van internationaal steeds meer toegepaste International Public Sector Accounting Standards (IPSAS) van de International Federation of Accountants (IFAC). Eenduidigheid in de verslaggevingseisen voor de gehele overheid bevordert de aansluiting binnen verschillende verantwoordingsketens, zoals bijvoorbeeld die tussen ministeries en gemeenten (specifi eke uitkeringen).’ (Algemene Rekenkamer, 2007). Als bijdrage aan een discussie over dit antwoord op kamervragen, zal ik in dit artikel de verslaggevingsstandaarden beschrijven die gemeenten nu hanteren en de verschillen die er bestaan met IPSAS, de International Public Sector Accounting Standards
Uitbesteding van de internal-controlfunctie en de onafhankelijkheid van de externe accountant
Onlangs zijn in Nederland en in de Verenigde Staten nieuwe onafhankelijkheidsrichtlijnen voor de accountant in werking getreden. Een aantal van deze richtlijnen heeft betrekking op het combineren van de jaarrekeningcontrole met andere diensten die de accountant aan zijn controlecliënt levert. In dit artikel gaan we na welke gevolgen de onafhankelijkheidsrichtlijnen hebben voor een accountant die diensten levert op het gebied van de internal control en nternal audit, die bij hem zijn uitbesteed door een organisatie waarvan hij ook de jaarrekening controleert. Dit onderwerp is van belang voor accountantskantoren, aangezien aan hun multidisciplinaire dienstverlening wezenlijke beperkingen worden opgelegd. Voor bedrijven is het van belang omdat ook binnen de organisatie van de controlecliënt maatregelen gewenst zijn die de onafhankelijkheid van de accountant moeten waarborgen. We behandelen de voorschriften die gelden voor beursgenoteerde ondernemingen in de Verenigde Staten, omdat die ook gelden voor Nederlandse ondernemingen die een notering hebben aan een Amerikaanse beurs