Satisfaction and annoyance of residents in neighbourhoods situated near industrial activity. Analysis of telephone survey data on the residential environment

In many of the Dutch national policy plans, environmental quality is a strong guiding principle. From an environmental science and policy perspective, environmental quality at the local level is affected by sound, odour and air pollution, as well as external safety risks. This study examines the relationship between people's perception of sound and odour (noise and odour annoyance) and the perceived environmental quality, represented as residential satisfaction (RS). Data from 19 telephone surveys (TLO) were compiled in a large TLO database. In the present study data from 17 TLOs performed in 86 locations, covering 18,000 respondents were analysed. Typically, TLOs are used for policy or maintenance purposes to assess the RS of people living in the vicinity of industrial plants or factories. Data on (individual) exposure levels were not available for these analyses. A remarkeble finding is the observed dispersion of correlations between annoyance and satisfaction per location (n=84, correlations for sound and satisfaction: -0,57 en 0,07; for odour and satisfaction between: -0,57 en 0,37). For this reason a multi-level analysis (MLA) was performed. This finding indicates location specific differences, probably due to differences in exposure levels. Furthermore, tenure and type of dwelling appeared to be relatively strong predictors of residential satisfaction. Homeowners appeared to be more satisfied than tenants. People in flats were more dissatisfied than people living in (semi-)detached houses. Annoyance from noise and (offensive) odours was another, relatively strong, predictor of RS. In general, residents reporting more annoyance were less satisfied with their residential situation. Other predictors of RS were age, gender, and the number of facilities in the dwelling. Older people and women were more satisfied with their residential situation than younger people and men, respectively. The more facilities present in the dwelling, the more satisfied residents appeared to be. Residential satisfaction is determined by a combination of subjective (e.g. annoyance), objective (e.g. number of facilities) and personal factors (e.g. age, gender). Annoyance appears to be a relatively important factor of residential satisfaction but tenure and dwelling type appear to be, relatively, more important. It is strongly recommended to add sound and odour exposure data to the TLO-database.Het begrip 'kwaliteit' speelt in steeds meer beleidsvoornemens van de (rijks)overheid een krachtig sturende rol. Voor de lokale omgeving, de leefomgeving, is de algemene beleidsdoelstelling van VROM het verbeteren en in stand houden van de woonkwaliteit. Belangrijke determinanten van de ervaren kwaliteit van de leefomgeving zijn (hinder van) geluid, geur, luchtverontreiniging en externe veiligheid. In dit onderzoek wordt de invloed van hinder van geluid en geur op de ervaren kwaliteit (tevredenheid) van de leefomgeving onderzocht. De belangrijkste vragen waren a) wat is de invloed van hinder op de woontevredenheid en b) welke persoons- en/of woonkenmerken zijn van invloed op de woontevredenheid? De gegevens zijn verzameld met behulp van Telefonische Leefsituatie Onderzoeken (TLO's) bij mensen die in de buurt van (industriele) bedrijvigheid wonen. Verschillende TLO's (n=19) zijn in een groot TLO-bestand samengevoegd. In deze analyse is gebruik gemaakt van 17 TLO's met daarin in totaal 86 onderzoekslocaties en ongeveer 18.000 respondenten. Vanwege de gelaagde structuur van de gegevens is uitgevoerd. Gegevens over (individuele) blootstellingniveaus waren voor deze analyses niet beschikbaar. Een opmerkelijk bevinding is de grote spreiding in de (cor)relatie tussen woontevredenheid en hinder per locatie (n=84, correlaties voor geluid tussen: -0,57 en 0,07; voor geur tussen -0,57 en 0,37). Dit is de reden waarom in afwijking van eerder onderzoek een multi-level analyse (MLA) is uitgevoerd. Deze bevinding duidt op locatie-specifieke verschillen die van invloed kunnen zijn op de relatie woontevredenheid en hinder. Verschillen in blootstellingsnivo's zouden hieraan ten grondslag kunnen liggen. De andere bevindingen zijn in overeenstemming met resultaten van soortgelijk onderzoek. De bezitsvorm van de woning (eigenaar-huurder) en het type woning blijken relatief belangrijke voorspellers van tevredenheid met de leefomgeving. In het algemeen zijn huurders minder tevreden dan eigenaren. Flatbewoners zijn minder tevreden dan mensen in (half)vrijstaande huizen. Daarnaast blijkt hinder (van lawaai en stank) een relatief belangrijke voorspeller van woontevredenheid te zijn. Naarmate respondenten meer hinder ondervinden zijn ze minder tevreden met hun leefomgeving. De leeftijd, het geslacht, en het aantal voorzieningen in de woning van de respondent zijn eveneens voorspellers van woontevredenheid, zij het in mindere mate. Vrouwen en oudere mensen zijn meer tevreden met hun leefomgeving dan mannen respectievelijk jongere mensen. Naarmate in een woning meer voorzieningen aanwezig zijn tonen de bewoners zich meer tevreden. De tevredenheid met de leefomgeving in woongebieden nabij industriele activiteit wordt bepaald door een mix van persoons-, belevings- en omgevingsgebonden kenmerken. De mate van hinder is een relatief belangrijke determinant van woontevredenheid maar is niet de belangrijkste. Bezitsvorm van de woning en type woning zijn, relatief gezien, belangrijker. Het is aan te bevelen de, mede op basis van de variatie in de relatie tussen hinder en woontevredenheid de TLO-data uit te breiden met (vergelijkbare) blootstellingsgegevens

39 hints to facilitate the use of semantics for data on agriculture and nutrition

In this paper, we report on the outputs and adoption of the Agrisemantics Working Group of the Research Data Alliance (RDA), consisting of a set of recommendations to facilitate the adoption of semantic technologies and methods for the purpose of data interoperability in the field of agriculture and nutrition. From 2016 to 2019, the group gathered researchers and practitioners at the crossing point between information technology and agricultural science, to study all aspects in the life cycle of semantic resources: Conceptualization, edition, sharing, standardization, services, alignment, long term support. First, the working group realized a landscape study, a study of the uses of semantics in agrifood, then collected use cases for the exploitation of semantics resources – a generic term to encompass vocabularies, terminologies, thesauri, ontologies. The resulting requirements were synthesized into 39 “hints” for users and developers of semantic resources, and providers of semantic resource services. We believe adopting these recommendations will engage agrifood sciences in a necessary transition to leverage data production, sharing and reuse and the adoption of the FAIR data principles. The paper includes examples of adoption of those requirements, and a discussion of their contribution to the field of data science

The role of Zn ions in the interaction between SARS-CoV-2 orf7a protein and BST2/tetherin

In this paper, we provide evidence that Zn2+ ions play a role in the SARS-CoV-2 virus strategy to escape the immune response mediated by the BST2-tetherin host protein. This conclusion is based on sequence analysis and molecular dynamics simulations as well as X-ray absorption experiments

Zn-induced interactions between SARS-CoV-2 orf7a and BST2/Tetherin

We present in this work a first X-ray Absorption Spectroscopy study of the interactions of Zn with human BST2/tetherin and SARS-CoV-2 orf7a proteins as well as with some of their complexes. The analysis of the XANES region of the measured spectra shows that Zn binds to BST2, as well as to orf7a, thus resulting in the formation of BST2-orf7a complexes. This structural information confirms the the conjecture, recently put forward by some of the present Authors, according to which the accessory orf7a (and possibly also orf8) viral protein are capable of interfering with the BST2 antiviral activity. Our explanation for this behavior is that, when BST2 gets in contact with Zn bound to the orf7a Cys(15) ligand, it has the ability of displacing the metal owing to the creation of a new disulfide bridge across the two proteins. The formation of this BST2-orf7a complex destabilizes BST2 dimerization, thus impairing the antiviral activity of the latter

Metal ion binding in wild-type and mutated frataxin: a stability study

This work studies the stability of wild-type frataxin and some of its variants found in cancer tissues upon Co2+ binding. Although the physiologically involved metal ion in the frataxin enzymatic activity is Fe2+, as it is customarily done, Co2+ is most often used in experiments because Fe2+ is extremely unstable owing to the fast oxidation reaction Fe2+ → Fe3+. Protein stability is monitored following the conformational changes induced by Co2+ binding as measured by circular dichroism, fluorescence spectroscopy, and melting temperature measurements. The stability ranking among the wild-type frataxin and its variants obtained in this way is confirmed by a detailed comparative analysis of the XAS spectra of the metal-protein complex at the Co K-edge. In particular, a fit to the EXAFS region of the spectrum allows positively identifying the frataxin acidic ridge as the most likely location of the metal-binding sites. Furthermore, we can explain the surprising feature emerging from a detailed analysis of the XANES region of the spectrum, showing that the longer 81-210 frataxin fragment has a smaller propensity for Co2+ binding than the shorter 90-210 one. This fact is explained by the peculiar role of the N-terminal disordered tail in modulating the protein ability to interact with the metal

Detecting anharmonicity at a glance

Harmonic motion is generally presented in such a way that most of the students believe that the small oscillations of a body are all harmonic. Since the situation is not actually so simple, and since the comprehension of harmonic motion is essential in many physical contexts, we present here some suggestions, addressed to undergraduate students and pre-service teachers, that allow one to find out at a glance the anharmonicity of a motion. Starting from a didactically motivated definition of harmonic motion, and stressing the importance of the interplay between mathematics and experiments, we give a four-point criterion for anharmonicity together with some emblematic examples. The role of linear damping is also analysed in relation to the gradual changing of harmonicity into anharmonicity when the ratio between the damping coefficient and the zero-friction angular frequency increases

Anti-EGFR Therapy in Metastatic Small Bowel Adenocarcinoma: Myth or Reality?

Background: Due to the relative rarity of small bowel adenocarcinoma (SBA), prospective trials, helping to guide therapeutic decisions, are lacking and the optimal therapy for advanced SBA is unknown. The role of targeted agents, such as anti\u2013epidermal growth factor receptor (EGFR) and anti\u2013vascular endothelial growth factor (VEGF), is unknown. Patients and Methods: This is a retrospective multicenter observational study that included patients with metastatic SBA treated with anti-EGFR antibodies (cetuximab or panitumumab) \ub1 chemotherapy in the first (I) or second (II) line. Results: Thirteen patients with metastatic SBA, recruited from 5 Italian referral institutions, were included in the present retrospective analysis. All patients received anti-EGFR inhibitors as a single agent or in association with chemotherapy. More common G2 treatment\u2013related side effects were skin reaction (8 patients, 53.8%), hypomagnesemia (6 patients, 46.2%), and diarrhea (8 patients, 61.5%). Grade 3 diarrhea was observed in only 1 patient. Conjunctivitis was not reported in any patients. Grade 4 toxicity was not reported. In the overall population, median progression-free survival was 5.526 months (95% confidence interval [CI]: 3.684-12.467). Median overall survival was 15.86 months (95% CI: 14.43-24.30). Complete response was observed in 15% of patients, partial response in 39% of patients, stable disease in 23% of patients, and progression disease in 15% of patients. Conclusions: In this retrospective analysis, anti-EGFR inhibitors showed to be a suitable addendum to chemotherapy in the I and II line, with an excellent tolerance and safety profile both in I and II line

development of a new clinical nomogram including velocity rate of disease progression to predict outcome in metastatic colorectal cancer patients treated with bevacizumab beyond progression a subanalysis from tribe trial

n/

First AGILE Catalog of High Confidence Gamma-Ray Sources

We present the first catalog of high-confidence gamma-ray sources detected by the AGILE satellite during observations performed from July 9, 2007 to June 30, 2008. Catalogued sources are detected by merging all the available data over the entire time period. AGILE, launched in April 2007, is an ASI mission devoted to gamma-ray observations in the 30 MeV - 50 GeV energy range, with simultaneous X-ray imaging capability in the 18-60 keV band. This catalog is based on Gamma-Ray Imaging Detector (GRID) data for energies greater than 100 MeV. For the first AGILE catalog we adopted a conservative analysis, with a high-quality event filter optimized to select gamma-ray events within the central zone of the instrument Field of View (radius of 40 degrees). This is a significance-limited (4 sigma) catalog, and it is not a complete flux-limited sample due to the non-uniform first year AGILE sky coverage. The catalog includes 47 sources, 21 of which are associated with confirmed or candidate pulsars, 13 with Blazars (7 FSRQ, 4 BL Lacs, 2 unknown type), 2 with HMXRBs, 2 with SNRs, 1 with a colliding-wind binary system, 8 with unidentified sources.Comment: Revised version, 15 pages, 3 figures, 3 tables. To be published in Astronomy and Astrophysics. Text improved and clarified. Refined analysis of complex regions of the Galactic plane yields a new list of high-confidence sources including 47 sources (compared with the 40 sources appearing in the first version