24S‐hydroxycholesterol: cellular effects and variations in brain diseases

The adult brain exhibit a characteristic cholesterol homeostasis, with low synthesis rate and active catabolism. Brain cholesterol turnover is possible thanks to the action of the enzyme Cytochrome P450 46A1 (CYP46A1) or 24-cholesterol hydroxylase, that transforms cholesterol into 24S-hydroxycholesterol (24S-HC). But before crossing the blood-brain barrier (BBB), this oxysterol that is the most abundant in the brain can act locally, affecting the functioning of neurons, astrocytes, oligodendrocytes, and vascular cells. The first part of this review addresses different aspects of 24S-HC production and elimination from the brain. The second part concentrates in the effects of 24S-HC at the cellular level, describing how this oxysterol affects cell viability, amyloid beta production, neurotransmission, and transcriptional activity. Finally, the role of 24S-HC in Alzheimer, Huntington and Parkinson diseases, multiple sclerosis and amyotrophic lateral sclerosis, as well as the possibility of using this oxysterol as predictive and/or evolution biomarker in different brain disorders is discussed.Fil: Sodero, Alejandro Omar. Pontificia Universidad Católica Argentina "Santa María de los Buenos Aires". Instituto de Investigaciones Biomédicas. Consejo Nacional de Investigaciones Científicas y Técnicas. Oficina de Coordinación Administrativa Houssay. Instituto de Investigaciones Biomédicas; Argentin

Near-infrared reflectance imaging of neovascular age-related macular degeneration

Contains fulltext : 81007.pdf (publisher's version ) (Closed access)PURPOSE: To evaluate various types of neovascular age-related macular degeneration (AMD) by near-infrared fundus reflectance (NIR) as compared to fundus fluorescein angiography (FFA) and to test NIR for assessment of leakage due to choroidal neovascularization (CNV). PATIENTS AND METHODS: Thirty-three patients with neovascular AMD (cases) and 20 age-matched patients with non-exudative AMD and healthy subjects (controls) were examined with a confocal scanning laser ophthalmoscope (Heidelberg Retina Angiograph 2). NIR images of neovascular AMD were qualitatively compared to the corresponding FFA and to age-matched controls. CNV membranes and exudation areas were manually segmented on FFA and NIR and analyzed quantitatively. Results : Of all cases included, five eyes had classic CNV, six had minimal classic lesions, 15 occult CNV's and seven eyes had retinal angiomatous proliferation (RAP). A dark halo on NIR was found in all cases and showed high correspondence to leakage on FFA (r (2) = 0.93; p < 0,0005). In classic CNV and minimal classic CNV, the classic part of the lesion on FFA revealed strong correlation to a dark core surrounded by a bright reflecting ring on NIR (r (2) = 0.88; p < 0.0005). Occult parts on FFA of minimal classic CNV and occult CNV lesions appeared as poorly demarcated, jagged areas of increased NIR. RAP was characterized by speckled NIR located at the intraretinal neovascular complex. CONCLUSIONS: NIR imaging in neovascular AMD revealed characteristic alterations depending on the type of CNV. These changes may reflect histological differences of the lesions. Leakage caused local darkening of NIR, presumably originating from increased light-scattering and absorbance by fluid accumulation and sub-cellular structure alterations

Design of a Trichromatic Cone Array

Cones with peak sensitivity to light at long (L), medium (M) and short (S) wavelengths are unequal in number on the human retina: S cones are rare (<10%) while increasing in fraction from center to periphery, and the L/M cone proportions are highly variable between individuals. What optical properties of the eye, and statistical properties of natural scenes, might drive this organization? We found that the spatial-chromatic structure of natural scenes was largely symmetric between the L, M and S sensitivity bands. Given this symmetry, short wavelength attenuation by ocular media gave L/M cones a modest signal-to-noise advantage, which was amplified, especially in the denser central retina, by long-wavelength accommodation of the lens. Meanwhile, total information represented by the cone mosaic remained relatively insensitive to L/M proportions. Thus, the observed cone array design along with a long-wavelength accommodated lens provides a selective advantage: it is maximally informative

The LHCb upgrade I

The LHCb upgrade represents a major change of the experiment. The detectors have been almost completely renewed to allow running at an instantaneous luminosity five times larger than that of the previous running periods. Readout of all detectors into an all-software trigger is central to the new design, facilitating the reconstruction of events at the maximum LHC interaction rate, and their selection in real time. The experiment's tracking system has been completely upgraded with a new pixel vertex detector, a silicon tracker upstream of the dipole magnet and three scintillating fibre tracking stations downstream of the magnet. The whole photon detection system of the RICH detectors has been renewed and the readout electronics of the calorimeter and muon systems have been fully overhauled. The first stage of the all-software trigger is implemented on a GPU farm. The output of the trigger provides a combination of totally reconstructed physics objects, such as tracks and vertices, ready for final analysis, and of entire events which need further offline reprocessing. This scheme required a complete revision of the computing model and rewriting of the experiment's software

De bouwstenen van stapsgewijs onderwijs: spelen, ontwikkelen en leren

Welke meester of juf kunnen wij ons nog goed herinneren? De leerkracht die begreep wat je bedoelde, bij wie je je veilig voelde en die zag waar jij goed in was. Maar ook de leerkracht die wist wat jij nog wat moeilijk vond en die jou kon helpen op de manier die bij jou en andere kinderen paste. De leerkracht die telkens weer iets nieuws en interessants kon vertellen en die enthousiast was. De leerkracht die deze ervaring en deskundigheid heeft, heeft in zijn denksysteem de ontwikkelingsleerlijnen goed opgeslagen en kan zo afstemmen op de stappen die een kind in zijn ontwikkeling nodig heeft om uit te groeien tot een persoon. Opgroeien tot een persoon is iemand worden die zijn mogelijkheden kan gebruiken en deze zo gebruikt dat ook de ander en de wereld er beter van wordt. Ons baserend op de Self-Determination Theory (SDT) onderscheiden we hierbij drie psychologische basisbehoeften die een belangrijke rol spelen bij de intrinsieke en extrinsieke motivatie van kinderen in het onderwijs

De ontwikkeling van het kind van 0-7 jaar

De moeilijkste opgave voor de leraar is optimaal af te stemmen op de ontwikkeling en de leermogelijkheden van het jonge kind. Deze uitspraak wil kernachtig verwoorden wat stapsgewijs onderwijs is en wat dit betekent op de werkvloer. In deze missie staat het jonge kind centraal en dient de omgeving de bouwstenen, de stappen aan te reiken die nodig zijn voor ontwikkeling en leren. Het onderwijs aan jonge kinderen beoogt een vormende, banende waarde te zijn in de zelfontplooiing van deze kinderen. Theorieën over zelfontplooiing en over de actieve rol van het lerende kind zelf in deze ontplooiing beklemtonen dat kinderen des te meer van de omgevingen zullen profiteren, in de mate dat deze omgevingen stappen aanreiken om een antwoord te bieden op hun onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Indien omgevingen deze mogelijkheden niet aanreiken, zal het kind zich gefrustreerd voelen en in mindere mate actief deelnemen aan de zelfontplooiing en is de kans groot dat het ontwikkelingsproces vertraagt of zelfs stagneert. Als leraren en opvoeders willen we een handelingsgericht antwoord kunnen bieden op deze frustraties en belemmeringen in de ontwikkeling en het leren van het jonge kind. Uiteraard vraagt dit tijd en aanpassing van alle betrokkenen, maar dit boek vormt een uniek en omvattend aanbod om met kleine stappen op termijn een groot verschil te kunnen maken in het professionele handelen van leraren en in het optimaliseren van ontwikkeling en leren van het jonge kind. Het is de verdienste van de auteurs dat het boek op overtuigende, inzichtelijke en op de praktijk gerichte wijze stapsgewijs onderwijs weet te ontsluiten. Deze bijdrage wil een brug slaan tussen theorie en praktijk, tussen het jonge kind en de opvoeder, tussen doel en realisatie, tussen inzicht en handelen. Het boek geeft leraren de kans een bijzondere stap voorwaarts te zetten om het wendbaar handelen in de klas te vergroten. Zo handelend kunnen leraren de moeilijkste opgave in het afstemmen op de ontwikkeling en het leren van het jonge kind effectief aanpakken