Games for health for children - current status and needed research

Videogames for health (G4H) offer exciting, innovative, potentially highly effective methods for increasing knowledge, delivering persuasive messages, changing behaviors, and influencing health outcomes. Although early outcome results are promising, additional research is needed to determine the game design and behavior change procedures that best promote G4H effectiveness and to identify and minimize possible adverse effects. Guidelines for ideal use of different types of G4H by children and adolescents should be elucidated to enhance effectiveness and minimize adverse effects. G4H stakeholders include organizational implementers, policy makers, players and their families, researchers, designers, retailers, and publishers. All stakeholders should be involved in G4H development and have a voice in setting goals to capitalize on their insights to enhance effectiveness and use of the game. In the future, multiple targeted G4H should be available to meet a population's diverse health needs in developmentally appropriate ways. Substantial, consistent, and sophisticated research with appropriate levels of funding is needed to realize the benefits of G4H

Salinomycin induces calpain and cytochrome c-mediated neuronal cell death

Salinomycin is a polyether antibiotic with properties of an ionophore, which is commonly used as cocciodiostatic drug and has been shown to be highly effective in the elimination of cancer stem cells (CSCs) both in vitro and in vivo. One important caveat for the potential clinical application of salinomycin is its marked neural and muscular toxicity. In the present study we show that salinomycin in concentrations effective against CSCs exerts profound toxicity towards both dorsal root ganglia as well as Schwann cells. This toxic effect is mediated by elevated cytosolic Na+ concentrations, which in turn cause an increase of cytosolic Ca2+ by means of Na+/Ca2+ exchangers (NCXs) in the plasma membrane as well as the mitochondria. Elevated Ca2+ then leads to calpain activation, which triggers caspase-dependent apoptosis involving caspases 12, 9 and 3. In addition, cytochrome c released from depolarized mitochondria directly activates caspase 9. Combined inhibition of calpain and the mitochondrial NCXs resulted in significantly decreased cytotoxicity and was comparable to caspase 3 inhibition. These findings improve our understanding of mechanisms involved in the pathogenesis of peripheral neuropathy and are important to devise strategies for the prevention of neurotoxic side effects induced by salinomycin

Door teken overgedragen infectieziekten in Nederland: meer dan de ziekte van Lyme alleen

De bekendste en meest voorkomende door teken overgedragen aandoening is de ziekte van Lyme. Een minder bekende en minder voorkomende ziekte is teken-encefalitis, een ziekte waarvan sinds 2016 duidelijk is dat jaarlijks enkele mensen deze in Nederland oplopen. Teken kunnen verschillende andere micro-organismen met zich mee dragen, waaronder Anaplasma-, Babesia- en Rickettsia-soorten en een ‘relapsing fever’ Borrelia. Dit artikel beschrijft de epidemiologie en symptomen van infecties met door teken overgedragen micro-organismen in Nederland en de beschikbare diagnostiek. Ondanks dat in teken micro-organismen, anders dan Lyme-spirocheten, relatief vaak worden gevonden, zijn slechts weinig tot geen casus beschreven. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Om meer inzicht in deze oorzaken te krijgen en om de diagnostiek te verbeteren, is een studie gestart om te onderzoeken hoe vaak deze microorganismen voorkomen bij patiënten met koorts na een tekenbeet. Daarnaast kan een verhoogde bewustwording bij artsen en arts-microbiologen van andere door teken overgedragen infectieziekten ook leiden tot de identificatie van meer patiënten. Dit kan bijdragen aan een betere inschatting van de maatschappelijke en klinische impact van de verschillende door teken overgedragen aandoeningen in Nederland

Door teken overgedragen infectieziekten in Nederland: meer dan de ziekte van Lyme alleen

De bekendste en meest voorkomende door teken overgedragen aandoening is de ziekte van Lyme. Een minder bekende en minder voorkomende ziekte is teken-encefalitis, een ziekte waarvan sinds 2016 duidelijk is dat jaarlijks enkele mensen deze in Nederland oplopen. Teken kunnen verschillende andere micro-organismen met zich mee dragen, waaronder Anaplasma-, Babesia- en Rickettsia-soorten en een ‘relapsing fever’ Borrelia. Dit artikel beschrijft de epidemiologie en symptomen van infecties met door teken overgedragen micro-organismen in Nederland en de beschikbare diagnostiek. Ondanks dat in teken micro-organismen, anders dan Lyme-spirocheten, relatief vaak worden gevonden, zijn slechts weinig tot geen casus beschreven. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Om meer inzicht in deze oorzaken te krijgen en om de diagnostiek te verbeteren, is een studie gestart om te onderzoeken hoe vaak deze microorganismen voorkomen bij patiënten met koorts na een tekenbeet. Daarnaast kan een verhoogde bewustwording bij artsen en arts-microbiologen van andere door teken overgedragen infectieziekten ook leiden tot de identificatie van meer patiënten. Dit kan bijdragen aan een betere inschatting van de maatschappelijke en klinische impact van de verschillende door teken overgedragen aandoeningen in Nederland

Door teken overgedragen infectieziekten in Nederland: meer dan de ziekte van Lyme alleen.

De bekendste en meest voorkomende door teken overgedragen aandoening is de ziekte van Lyme. Een minder bekende en minder voorkomende ziekte is teken-encefalitis, een ziekte waarvan sinds 2016 duidelijk is dat jaarlijks enkele mensen deze in Nederland oplopen. Teken kunnen verschillende andere micro-organismen met zich mee dragen, waaronder Anaplasma-, Babesia- en Rickettsia-soorten en een ‘relapsing fever’ Borrelia. Dit artikel beschrijft de epidemiologie en symptomen van infecties met door teken overgedragen micro-organismen in Nederland en de beschikbare diagnostiek. Ondanks dat in teken micro-organismen, anders dan Lyme-spirocheten, relatief vaak worden gevonden, zijn slechts weinig tot geen casus beschreven. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Om meer inzicht in deze oorzaken te krijgen en om de diagnostiek te verbeteren, is een studie gestart om te onderzoeken hoe vaak deze microorganismen voorkomen bij patiënten met koorts na een tekenbeet. Daarnaast kan een verhoogde bewustwording bij artsen en arts-microbiologen van andere door teken overgedragen infectieziekten ook leiden tot de identificatie van meer patiënten. Dit kan bijdragen aan een betere inschatting van de maatschappelijke en klinische impact van de verschillende door teken overgedragen aandoeningen in Nederland

Ticking on Pandora's box: a prospective case-control study into 'other' tick-borne diseases.

BACKGROUND: Tick-borne pathogens other than Borrelia burgdorferi sensu lato – the causative agent of Lyme borreliosis – are common in Ixodes ricinus ticks. How often these pathogens cause human disease is unknown. In addition, diagnostic tools to identify such diseases are lacking or reserved to research laboratories. To elucidate their prevalence and disease burden, the study ‘Ticking on Pandora’s Box’ has been initiated, a collaborative effort between Amsterdam University Medical Center and the National Institute for Public Health and the Environment. METHODS: The study investigates how often the tick-borne pathogens Anaplasma phagocytophilum, Babesia species, Borrelia miyamotoi, Neoehrlichia mikurensis, spotted fever group Rickettsia species and/or tick-borne encephalitis virus cause an acute febrile illness after tick-bite. We aim to determine the impact and severity of these tick-borne diseases in the Netherlands by measuring their prevalence and describing their clinical picture and course of disease. The study is designed as a prospective case-control study. We aim to include 150 cases – individuals clinically suspected of a tick-borne disease – and 3 matched healthy control groups of 200 persons each. The controls consist respectively of a group of individuals with either a tick-bite without complaints, the general population and of healthy blood donors. During a one-year follow-up we will acquire blood, urine and skin biopsy samples and ticks at baseline, 4 and 12 weeks. Additionally, participants answer modified versions of validated questionnaires to assess self-reported symptoms, among which the SF-36, on a 3 monthly basis. DISCUSSION: This article describes the background and design of the study protocol of ‘Ticking on Pandora’s Box’. With our study we hope to provide insight into the prevalence, clinical presentation and disease burden of the tick-borne diseases anaplasmosis, babesiosis, B. miyamotoi disease, neoehrlichiosis, rickettsiosis and tick-borne encephalitis and to assist in test development as well as provide recommendations for national guidelines. TRIAL REGISTRATION: NL9258 (retrospectively registered at Netherlands Trial Register, trialregister.nl in in February 2021). SUPPLEMENTARY INFORMATION: The online version contains supplementary material available at 10.1186/s12879-021-06190-9