Generating optimized configurable business process models in scenarios subject to uncertainty

Context: The quality of business process models (i.e., software artifacts that capture the relations between the organizational units of a business) is essential for enhancing the management of business processes. However, such modeling is typically carried out manually. This is already challenging and time consuming when (1) input uncertainty exists, (2) activities are related, and (3) resource allocation has to be considered. When including optimization requirements regarding flexibility and robustness it becomes even more complicated potentially resulting into non-optimized models, errors, and lack of flexibility. Objective: To facilitate the human work and to improve the resulting models in scenarios subject to uncertainty, we propose a software-supported approach for automatically creating configurable business process models from declarative specifications considering all the aforementioned requirements. Method: First, the scenario is modeled through a declarative language which allows the analysts to specify its variability and uncertainty. Thereafter, a set of optimized enactment plans (each one representing a potential execution alternative) are generated from such a model considering the input uncertainty. Finally, to deal with this uncertainty during run-time, a flexible configurable business process model is created from these plans. Results: To validate the proposed approach, we conduct a case study based on a real business which is subject to uncertainty. Results indicate that our approach improves the actual performance of the business and that the generated models support most of the uncertainty inherent to the business. Conclusions: The proposed approach automatically selects the best part of the variability of a declarative specification. Unlike existing approaches, our approach considers input uncertainty, the optimization of multiple objective functions, as well as the resource and the control-flow perspectives. However, our approach also presents a few limitations: (1) it is focused on the control-flow and the data perspective is only partially addressed and (2) model attributes need to be estimated.Ministerio de Ciencia e Innovación TIN2009-1371

Automatic generation of optimized business process models from constraint-based specifications

Business process (BP) models are usually defined manually by business analysts through imperative languages considering activity properties, constraints imposed on the relations between the activities as well as different performance objectives. Furthermore, allocating resources is an additional challenge since scheduling may significantly impact BP performance. Therefore, the manual specification of BP models can be very complex and time-consuming, potentially leading to non-optimized models or even errors. To overcome these problems, this work proposes the automatic generation of imperative optimized BP models from declarative specifications. The static part of these declarative specifications (i.e. control-flow and resource constraints) is expected to be useful on a long-term basis. This static part is complemented with information that is less stable and which is potentially unknown until starting the BP execution, i.e. estimates related to (1) number of process instances which are being executed within a particular timeframe, (2) activity durations, and (3) resource availabilities. Unlike conventional proposals, an imperative BP model optimizing a set of instances is created and deployed on a short-term basis. To provide for run-time flexibility the proposed approach additionally allows decisions to be deferred to run-time by using complex late-planning activities, and the imperative BP model to be dynamically adapted during run-time using replanning. To validate the proposed approach, different performance measures for a set of test models of varying complexity are analyzed. The results indicate that, despite the NP-hard complexity of the problems, a satisfactory number of suitable solutions can be produced.Ministerio de Ciencia e Innovación TIN2009-1371

Organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren : literatuurstudie en internationaal overzicht

INTRODUCTIE: In de laatste decennia van de vorige eeuw werden er in de Westerse landen belangrijke hervormingen ingezet in de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In de GGZ voor volwassenen kwam er geleidelijk een model van “balanced care” (“gebalanceerde zorg”) op de voorgrond: een diversiteit aan diensten biedt de zorg zo kort mogelijk bij de eigen leefwereld van de patiënt aan, en enkel indien nodig in een instelling. Tegelijkertijd moet men ook een vlotte en naadloze overgang van de ene dienst naar de andere garanderen. Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn niet onfrequent. De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) schat de prevalentie in Westerse landen op ongeveer 20%. Ongeveer 5% zou een klinische tussenkomst nodig hebben. De sector van GGZ voor kinderen en jongeren is pas veel later ontstaan dan deze van de volwassenen, en kent een andere zorgstructuur. Toch dringen de hierboven geschetste hervormingsprincipes ook hier door. Bovendien dient zorg voor kinderen en jongeren vaak over de grenzen van de GGZ sector heen te gebeuren, bijvoorbeeld door de huisarts of kinderarts, en komen veel problemen bij kinderen en jongeren voor het eerst aan het licht buiten de zorgsector, zoals op school. GGZ voor kinderen en jongeren dient dan ook deze zogenaamde “belendende sectoren” mee te betrekken: welzijnswerk, justitie, gehandicaptenzorg, onderwijs. DOELSTELLING: De doelstelling van dit rapport is om kennis bijeen te brengen over organisatorische en financieringsaspecten van GGZ voor kinderen en jongeren, en dit in het licht van de hierboven geschetste context. De specifieke therapie-inhoud blijft buiten beschouwing. Het rapport bestaat uit twee delen: een overzicht van de literatuur en van de organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren in België en drie andere landen. Dit rapport formuleert nog geen voorstellen voor de zorgorganisatie in België. Voor dit proces zullen Belgische stakeholders betrokken worden. Het resultaat hiervan zal beschreven worden in een afzonderlijk rapport. METHODE: Zowel voor het literatuuronderzoek als voor het internationale overzicht werd gezocht in databases met peer-reviewed publicaties en in de grijze literatuur. In het literatuuronderzoek werden naast vergelijkend onderzoek ook descriptieve studies en kwalitatief onderzoek geïncludeerd. Voor het internationaal overzicht werd de beschikbare literatuur aangevuld met gegevens van lokale informanten. MODELLEN VAN ZORGORGANISATIE: Dit rapport legt de focus op de meest geciteerde modellen, en die modellen waarvoor er vergelijkend onderzoek gebeurde. De twee meest geciteerde modellen in de literatuur zijn het WGO-model en het Systems of care model. Beide zijn vrij algemeen en vragen verdere uitwerking door het land of de regio die GGZ voor kinderen en jongeren wil implementeren. De meeste vergelijkende studies zijn wel gekenmerkt door talrijke methodologische beperkingen zoals onduidelijke inclusiecriteria, onduidelijke uitkomstmaten of kleine steekproeven. INTERNATIONAAL OVERZICHT: Om redenen van haalbaarheid werd gekozen om dit deel te beperken tot België, Nederland, Canada (British Columbia) en Engeland. De selectie vertrok van een long-list waarop vervolgens een aantal selectiecriteria werden toegepast. CONCLUSIE: Het belang van een nationaal/regionaal beleid voor kinder- en jeugd GGZ, geconcretiseerd in een duidelijk plan, is al langer bekend. Toch is de literatuur over organisatiemodellen binnen kinder- en jeugd GGZ weinig richtinggevend voor beleidsmakers. De twee belangrijkste modellen die in de literatuur aangetroffen werden geven enkel grote beleidslijnen van algemene aard aan. Bovendien zijn de wetenschappelijke studies in dit domein van beperkte kwaliteit en blijft een groot deel van de beleidsvraagstukken niet of onvoldoende onderzocht. Wel kan men uit het onderzoek ivm. het Systems of care besluiten dat de overheid niet enkel een betere zorgorganisatie en –coordinatie dient te stimuleren. Zij dient ook het ontwikkelen en verspreiden van doelmatige therapeutische concepten te bevorderen. Het onderzoek ivm. preventie en behandeling van angststoornissen via scholen toont aan dat men moet durven zoeken naar oplossingen in samenwerking met andere sectoren buiten de gezondheidszorg. In de bestudeerde landen gaan de hervormingen uit van theoretische denkkaders die gebaseerd zijn op belangrijke ethische principes en waarden; deze overlappen in belangrijke mate tussen de verschillende landen. Echter, bij het praktisch realiseren van dit denkkader ondervindt men talrijke moeilijkheden, en in een aantal gevallen mislukt men in de vooropgestelde doelstellingen. Over het daadwerkelijke resultaat van de gevoerde hervormingen zijn er meestal weinig harde gegevens. Wellicht kan men pas tot een positief resultaat komen als zowel klinische, organisatorische, als financiële aspecten alle tegelijk aangepakt worden; en als ook de eigenheid van elk van de betrokken sectoren daarbij niet uit het oog verloren wordt. In de volgende faze van deze studie zullen samen met de Belgische stakeholders voorstellen voor hervormingen geformuleerd worden. De resultaten hiervan worden afzonderlijk gepubliceerd

Proceedings of the 2010 Annual Conference of the Gesellschaft für Semantik

Sinn & Bedeutung - the annual conference of the Gesellschaft für Semantik - aims to bring together both established researchers and new blood working on current issues in natural language semantics, pragmatics, the syntax-semantics interface, the philosophy of language or carrying out psycholinguistic studies related to meaning. Every year, the conference moves to a different location in Europe. The 2010 conference - Sinn & Bedeutung 15 - took place on September 9 - 11 at Saarland University, Saarbrücken, organized by the Department for German Studies

Selected Topics in Gravity, Field Theory and Quantum Mechanics

Quantum field theory has achieved some extraordinary successes over the past sixty years; however, it retains a set of challenging problems. It is not yet able to describe gravity in a mathematically consistent manner. CP violation remains unexplained. Grand unified theories have been eliminated by experiment, and a viable unification model has yet to replace them. Even the highly successful quantum chromodynamics, despite significant computational achievements, struggles to provide theoretical insight into the low-energy regime of quark physics, where the nature and structure of hadrons are determined. The only proposal for resolving the fine-tuning problem, low-energy supersymmetry, has been eliminated by results from the LHC. Since mathematics is the true and proper language for quantitative physical models, we expect new mathematical constructions to provide insight into physical phenomena and fresh approaches for building physical theories

Barry Smith an sich

Festschrift in Honor of Barry Smith on the occasion of his 65th Birthday. Published as issue 4:4 of the journal Cosmos + Taxis: Studies in Emergent Order and Organization. Includes contributions by Wolfgang Grassl, Nicola Guarino, John T. Kearns, Rudolf Lüthe, Luc Schneider, Peter Simons, Wojciech Żełaniec, and Jan Woleński

Improving accountability in recommender systems research through reproducibility

Reproducibility is a key requirement for scientific progress. It allows the reproduction of the works of others, and, as a consequence, to fully trust the reported claims and results. In this work, we argue that, by facilitating reproducibility of recommender systems experimentation, we indirectly address the issues of accountability and transparency in recommender systems research from the perspectives of practitioners, designers, and engineers aiming to assess the capabilities of published research works. These issues have become increasingly prevalent in recent literature. Reasons for this include societal movements around intelligent systems and artificial intelligence striving toward fair and objective use of human behavioral data (as in Machine Learning, Information Retrieval, or Human–Computer Interaction). Society has grown to expect explanations and transparency standards regarding the underlying algorithms making automated decisions for and around us. This work surveys existing definitions of these concepts and proposes a coherent terminology for recommender systems research, with the goal to connect reproducibility to accountability. We achieve this by introducing several guidelines and steps that lead to reproducible and, hence, accountable experimental workflows and research. We additionally analyze several instantiations of recommender system implementations available in the literature and discuss the extent to which they fit in the introduced framework. With this work, we aim to shed light on this important problem and facilitate progress in the field by increasing the accountability of researchThis work has been funded by the Ministerio de Ciencia, Innovación y Universidades (reference: PID2019-108965GB-I00

Arguement in the humanities: A knowledge based approach

In this thesis I have a threefold purpose. I will attempt: (a) to present a generic design for a tool - the Argument Support Program - which can be of use in supporting the reasoning of archaeologists (and others especially, but not exclusively, in the humanities); (b) I will present a model of argumentation and debate as the theoretical orientation within which the model is developed; and, (c) I will suggest that this approach is a natural development of several strands of research within the artificial intelligence community. A tripartite model of argument is presented in terms of arguers, the argument structure produced and the argument domain or field. This model subsumes reasoning, interpretation and argument exchange or debate. It is maintained, further, that while this model is generally applicable, specific domains have particular styles of argument. The notion of argument style is discussed in terms of the types of reasoning used. The related concept of relevance in argument is discussed in terms of the specific tokens of these types which may be used in a particular argument. It is argued that archaeology is characterized, at least in part, by the use of argument by analogy and argument from theoretical principles or models. A design for a generic program - the Argument Support Program (ASP) - based on the theoretical principles is delineated. Details of the partial implementation of the model as a constrained debater in the domain of archaeology (ASP for archaeology or ASParch) are presented. Example runs which illustrate how the characterizing features of archaeology are dealt with are also presented as are examples of the various domain and system knowledge bases needed. The application of ASPs to other domains and areas such as literary criticism, legal reasoning and Darwinian theory is discussed. In the final chapter, the achievements and inadequacies of this research are summarized, possible reasons are presented for the inadequacies in the resulting system and future directions discussed