96 research outputs found

    Beleid en onderzoek kampen met gebrekkige en onvoldoende kennis over de biodiversiteit van insecten

    Get PDF
    Dramatische afname insecten ... hoe goed is het beeld

    Een andere kijk op onkruid : Interacties tussen onkruidbeheer, onkruid, plagen en natuurlijke vijanden

    Get PDF
    Dit rapport geeft een beeld van de vele interacties die er zijn tussen onkruiden, onkruidbeheersing, insecten en hun natuurlijke vijanden. Inzicht in deze interactie kan bijdragen om een betere strategie voor onkruidbeheer te ontwikkelen voor duurzame bedrijfssystemen

    Ecologie en beheersing van zwarte vlekkenziekte in peen : resultaten onderzoek 2005/2006

    Get PDF
    Bij Parijse peen en waspeen treden er al voor de oogst vaak verschijnselen op waarbij donkere vlekken ontstaan. De partij peen kan hierdoor onverkoopbaar worden. In dit project is getracht om de oorzaak te vinden. De aangeleverde penen bleken aangetast te zijn door Rhizoctonia solani. Er werd geen relatie met de aanwezigheid van nematoden vastgesteld. Wel leek er een relatie met de pH te zijn

    Bepaling van het belang van het agrarisch gebied voor de biodiversiteit in Nederland; een haalbaarheidsstudie

    Get PDF
    Voorliggende studie betreft een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om te bepalen welk percentage van de totale Nederlandse biodiversiteit (d.w.z. de soortenrijkdom) afhankelijk is van het agrarisch gebied. Het project bestond uit brainstormen, literatuuronderzoek en een inventarisatie van databases. Daarnaast werden twee pilot studies uitgevoerd waarin een geografische en een taxonomisch-ecologische methodiek werden uitgeprobeerd bij resp. vaatplanten en loopkevers. Beide methoden waren succesvol. Ondanks het feit dat Nederland voor 70% bestaat uit agrarisch gebied, geven de eerste resultaten aan dat het percentage soorten dat in sterke mate afhankelijk is van dit agrarisch gebied mogelijk minder dan 10% bedraagt. Deze eerste indicatie behoeft echter bevestiging voor veel meer groepen Nederlandse soorten. Voor vervolgonderzoek wordt o.m. een combinatie van GIS en functionele analyse aanbevolen. Hiermee kan in de toekomst b.v. het belang van het type teelt, het soort bedrijfsvoering en de mate van groen-blauwe dooradering voor de agrobiodiversiteit worden bepaal

    Fytosanitaire actie in het land van oorsprong

    Get PDF
    De samenwerking richt zich op het verder ontwikkelen en toepassen van nieuwe en bestaande technologieën in het land van herkomst waardoor producten fytosanitair veiliger worden. Dit moet leiden tot minder afkeuringen tijdens import van producten in Nederland en minder (intensieve) inspecties in Nederland (EU) mogelijk kunnen worden. Door samenwerking in de gouden driehoek van overheid, bedrijfsleven en onderzoek van zowel Nederland als in het land van herkomst is het doel tot ontwikkeling en acceptatie van nieuwe non- destructieve technieken te komen waardoor de toepassing van deze technieken door het bedrijfsleven in land van herkomst draagvlak bij alle partijen heeft. Er is sprake van een sterke interactie met het project CATT: duurzame aanpak van plagen in de handel”. De CATT methodiek is één van de nieuwe kansrijke technologieën om betere fytosanitaire garanties te krijgen. In dit project wordt vooral aandacht besteed aan fytosanitair veilige exportstromen

    Повышение износостойкости поверхностей деталей машин путем нанесения регулярного микрорельефа

    Get PDF
    Een betere benutting van de biologische diversiteit maakt de landbouw minder afhankelijk van externe input zoals chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Het gaat daarbij om drie samenhangende onderdelen: 1. het erfelijk materiaal voor dieren, planten en micro-organismen; 2. de organismen en processen die de zogenaamde ecosysteemdiensten (bv bodemvruchtbaarheid) leveren; 3. de biologische en landschappelijke elementen die bestaan dankzij de landbouw. Een verkennend onderzoek is verricht binnen DLO, in nauw overleg met partijen als: LTO, CLM, Louis Bolk Instituut, LNV (directies Natuur, Platteland, Kennis en Landbouw) en VROM. In dit verslag komen aan de orde: groen-blauwe dooradering (zoals houtwallen en sloten) bij plaagonderdrukking, de invloed van bodemkwaliteit op het weren van ziektes, de invloed van bodemleven op de beschikbaarheid van nutriënten, de mogelijkheden op melkveebedrijven en de relatie tussen landbouw en de zogenaamde begeleidende biodiversitei

    De invloed van de UV doorlatendheid van het kasdekmateriaal op plaaginsecten en gewas : additionele voordelen van energiebesparende kasdekmaterialen

    Get PDF
    Nieuwe energiebesparende kasdekmaterialen hebben in vergelijking met glas een andere UV transmissie die invloed kan hebben op de groei van de planten, maar ook op die van plaaginsecten, schimmels, predatoren en bestuivende insecten. Het doel van dit onderzoek is om het integraal effect van een veranderd UV spectrum op teelten vast te stellen. Hierbij is het van belang om aan te tonen of bepaalde energiebesparende kasdekmaterialen additionele voordelen hebben voor de bestrijding van ziekten en plagen en vervolgens een snellere introductie zouden kunnen hebben. In een literatuurstudie is nagegaan wat de effecten zijn van UV straling en van andere delen van het stralingsspectrum op andere organismen in de kas. Vrijwel al het onderzoek wijst op een aanzienlijke afname van plaaginsecten (trips, wittevlieg, bladluis, spintmijt, mineervlieg) bij toepassing van UV absorberende kasdekmaterialen. Hierdoor treden ook minder virusziekten op

    Efeito de espécies vegetais em bordadura em cebola sobre a densidade populacional de tripes e sirfídeos predadores.

    Get PDF
    Analisou-se a relação entre o efeito do plantio de diferentes espécies vegetais, em bordadura, na cultura da cebola, Allium cepa L, na incidência de Thrips tabaci Lind. e sirfídeos predadores, Toxomerus spp. O experimento foi conduzido na Epagri, EE de Ituporanga, de agosto a dezembro de 1998. Os tratamentos foram cebola em monocultivo; cebola + trigo mourisco (Fagopyrum esculentum Moench); cebola + nabo forrageiro (Raphanus sativus L. var. oleiferus Metzg.); cebola + cenoura (Daucus carota L., cv. Nantes e cv. Brasília); cebola + milho (Zea mays L.); cebola + rúcula (Eruca sativa L.) + vegetação espontânea. O plantio de diferentes espécies vegetais em bordadura não provocou diferenças significativas na incidência de tripes e sirfídeos predadores. A produtividade comercial de bulbos de cebola foi similar em sistema de monocultivo e diversificado, sugerindo ser possível adotar tais sistemas sem perdas em rendimento
    corecore