Research, Ethics and Risk in the Authoritarian Field

research ethics; authoritarian countries; research methodology; research in the authoritarian field; risk and field research; ethics and field research; authoritarianism; advice for field research; research transparency; research methods; mental impact of field research; planning for field research; dangers of field researc

The trans-ancestral genomic architecture of glycemic traits

Glycemic traits are used to diagnose and monitor type 2 diabetes and cardiometabolic health. To date, most genetic studies of glycemic traits have focused on individuals of European ancestry. Here we aggregated genome-wide association studies comprising up to 281,416 individuals without diabetes (30% non-European ancestry) for whom fasting glucose, 2-h glucose after an oral glucose challenge, glycated hemoglobin and fasting insulin data were available. Trans-ancestry and single-ancestry meta-analyses identified 242 loci (99 novel; P < 5 x 10(-8)), 80% of which had no significant evidence of between-ancestry heterogeneity. Analyses restricted to individuals of European ancestry with equivalent sample size would have led to 24 fewer new loci. Compared with single-ancestry analyses, equivalent-sized trans-ancestry fine-mapping reduced the number of estimated variants in 99% credible sets by a median of 37.5%. Genomic-feature, gene-expression and gene-set analyses revealed distinct biological signatures for each trait, highlighting different underlying biological pathways. Our results increase our understanding of diabetes pathophysiology by using trans-ancestry studies for improved power and resolution. A trans-ancestry meta-analysis of GWAS of glycemic traits in up to 281,416 individuals identifies 99 novel loci, of which one quarter was found due to the multi-ancestry approach, which also improves fine-mapping of credible variant sets.Peer reviewe

Niet iedere sociaal professional kan of wil informeel nabij zijn

In Purmerend krijgen sociale professionals volop de gelegenheid om actieve buurtbewoners te betrekken in hun werk en informeel nabij te zijn. Zij krijgen een grote professionele handelingsvrijheid en laten de specifieke context de inhoud van hun werk bepalen. Vooralsnog kleeft er wel een nadeel aan: dit type werken blijkt niet voor iedere professional haalbaar of wenselijk

Ondersteuning van informeel sociaal werk in de Jan Maijenbuurt

Rapportage van veldonderzoek in de Jan Maijenbuurt in Amsterdam West naar de ondersteuning van informele spelers, als onderdeel van een breder onderzoeksproject naar sociaal schaduwwerk in Amsterdam. De Jan Maijenbuurt is een interessante casus van actieve ondersteuning vanuit de lokale overheid van informele spelers/ sociaal schaduwwerk. In het onderzoek beschrijven we hoe vanuit formele organisaties en de lokale overheid ondersteuning gegeven is om informele spelers te erkennen en te ondersteunen in het vervullen van hun specifieke rol voor bewoners en de buurt. 'Slow social work' blijkt hierin een centrale plek in te hebben genomen. Daarna gaan we uitgebreid in op de ervaringen van informele spelers met deze ondersteuning. Tot slot stellen we de vraag welke lessen hieruit zijn te trekken voor andere delen van de stad