Stijging gehalte vrije vetzuren bij automatisch melken

Sinds de invoering van de melkrobot op bedrijven is te zien dat het gemiddelde gehalte aan vrije vetzuren omhoog gaat. Sommige bedrijven kampen zelfs met een korting voor vrije vetzuren

Coli-achtigen en E. coli in koe, melk en boerenkaas

Deze bacteriën zijn niet gewenst in boerenkaas, omdat ze o.a. smaakafwijkingen kunnen veroorzaken. E. coli kan bovendien ziekte veroorzaken

Vriespunt van melk varieert per dag

Het vriespunt van melk is lager dan dat van water; gemiddeld -0,520 C in Nederlandse tankmelk. Problemen met het vriespunt worden meestal veroorzaakt door watertoevoeging. Wordt een afwijkend vriespunt in de tankmelk echter niet door extra water veroorzaakt, dan zal op dierniveau verder gezocht moeten worden. Op dierniveau is de invloed van het lactatiestadium op het vriespunt van koemelk aangetoond. Verder zijn er verschillen tussen ochtendmelk en avondmelk. Dit zijn de belangrijkste conclusies van uitgevoerd vriespuntonderzoek op de Waiboerhoeve

Bacillus cereus in melk en grasland

De bacterie Bacillus cereus komt het meest voor in rauwe melk van koeien die in de wei lopen. Grond bleek namelijk de meeste van deze bacteriën te bevatten. Als de koeien op stal staan is de besmetting van melk met deze bacterie duidelijk lager. Dit zijn de belangrijkste conclusies van onderzoek op zeven proefbedrijven

In nazomer verdient voorbehandeling extra aandacht

Onderzoek naar de besmettingsbronnen van Badlus cereus sporen heeft tot dusver aangetoond dat besmetting van tankmelk het hoogst is in de nazomer als de koeien nog buiten lopen

Goede hygiene belangrijk voor boerenkaas

Minder goede stalhygiëne kan doorwerken in melkkwaliteit en als van rauwe melk boerenkaas gemaakt wordt, in kaaskwaliteit

Kaasmakersregistratiekaart is nuttig

Voor boerenkaasbereiders is door het PR een registratiekaart ontwikkeld als hulpmiddel bij de controle van de kaasbereiding. Deze kaart is getest door zestien kaasmakers en de gebruikservaringen zijn positief

Bacillus cereus in melk en stal

Deze veehouders zullen moeten kunnen garanderen dat de melk, die zij voor directe verkoop aanbieden of die verwerkt wordt tot rauwmelkse kaas, vrij is van pathogenen (vrij van pathogenen in de betekenis van dusdanige lage aantallen dat er geen gevaar voor de volksgezondheid kan ontstaan)

A multi-layer network approach to MEG connectivity analysis

Recent years have shown the critical importance of inter-regional neural network connectivity in supporting healthy brain function. Such connectivity is measurable using neuroimaging techniques such as MEG, however the richness of the electrophysiological signal makes gaining a complete picture challenging. Specifically, connectivity can be calculated as statistical interdependencies between neural oscillations within a large range of different frequency bands. Further, connectivity can be computed between frequency bands. This pan-spectral network hierarchy likely helps to mediate simultaneous formation of multiple brain networks, which support ongoing task demand. However, to date it has been largely overlooked, with many electrophysiological functional connectivity studies treating individual frequency bands in isolation. Here, we combine oscillatory envelope based functional connectivity metrics with a multi-layer network framework in order to derive a more complete picture of connectivity within and between frequencies. We test this methodology using MEG data recorded during a visuomotor task, highlighting simultaneous and transient formation of motor networks in the beta band, visual networks in the gamma band and a beta to gamma interaction. Having tested our method, we use it to demonstrate differences in occipital alpha band connectivity in patients with schizophrenia compared to healthy controls. We further show that these connectivity differences are predictive of the severity of persistent symptoms of the disease, highlighting their clinical relevance. Our findings demonstrate the unique potential of MEG to characterise neural network formation and dissolution. Further, we add weight to the argument that dysconnectivity is a core feature of the neuropathology underlying schizophrenia