4,216 research outputs found
Shock wave/turbulent boundary layer interaction in the flow field of a tri-dimension wind tunnel
The first results of a thorough experimental analysis of a strong three-dimensional shock-wave/turbulent boundary-layer interaction occurring in a three dimensional transonic channel are presented. The aim of this experiment is to help in the physical understanding of a complex field, including several separations, and to provide a well documented case to test computational methods. The flowfield has been probed in many points by means of a three-component laser Doppler velocimeter. The results presented relate only to the mean velocity field. They clearly show the formation in the flow of a strong vortical motion resulting from the shock wave interaction
Contingent Employment in the Netherlands
In the last decade the Dutch labour market has demonstrated an admirable capacity to generate jobs. Consequently, the unemployment rate has significantly decreased. However, the newly generated jobs are a-typical in the sense that they are not full-time jobs based on open-ended contracts. Instead, the job growth has relied on the growth of part-time and contingent jobs. While the creation of part-time jobs seems to be employee-driven, contingent employment, in contrast, seems to be driven by motives of employers to gain numerical flexibility. Data from the Netherlands show that, with the exception of student workers, contingent work is predominantly involuntary.This paper analyses the growth of contingent employment in the Netherlands.flexibility;'temps';contingent employment;labour market policies;temporary work agencies
Competition versus Collusion: The Impact of Consumer Inertia
We consider a model of dynamic price competition to analyze the impact of consumer inertia on the ability of firms to sustain high prices. Three main consequences are identified, all of which contrast with predictions of the standard model of collusion: (i) maintaining high prices does not require punishment strategies when firms are sufficiently myopic, (ii) if buyers are sufficiently inert, then high prices can be sustained for all discount factors, and (iii) the ability to maintain high prices may depend non-monotonically on the level of the discount factor when the industry exhibits network externalities and demand is sufficiently viscous. These results provide a number of interesting insights with regard to competitive and collusive pricing behavior. In particular, we illustrate how direct communication between firms may facilitate collusion.microeconomics ;
Home in A Hybrid World
Whilst our outside world is modifying into a more complex and hybrid networked world, our most intimate dwelling, our home, is at risk of falling behind as for many it seems to have remained the same as it has been for many decades. This book explores what it means to have a home in such a networked world. It describes what architecture can, or perhaps should, contribute to enable a more participatory role for inhabitants. This forward-thinking book will try to answer the question - What is the role and position of technology in our most intimate locations both now and what could it be like in the future
Omgaan met robotisering en digitalisering. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden
Contains fulltext :
147369.pdf (author's version ) (Open Access)Veel van de huidige discussies over robotisering en arbeidsmarkt doen denken aan discussies
van vroeger: over âwetenschappelijk bedrijfsbeheerâ in de jaren tien en twintig van de vorige
eeuw, over automatisering in de jaren zestig en over micro-elektronica in de jaren tachtig. De omstandigheden waren steeds anders, maar de dilemmaâs min of meer dezelfde. We hebben daarvan kunnen leren dat âwinnaars en verliezersâ niet zozeer het gevolg zijn van technologische ontwikkelingen alswel van hoe belanghebbenden arbeid en arbeidsmarkt organiseren. De gekozen oplossingen zijn steeds min of meer hetzelfde: functieverbetering, werkoverleg, competentieontwikkeling en medezeggenschap op organisatieniveau, sociale dialoog op sector- en landelijk niveau, aangevuld met stimuleringsregelingen van de overheid, onderzoek en maatschappelijk debat. En natuurlijk moet het onderwijs meebewegen en anticiperen. We hoeven dus niet het wiel opnieuw uit te vinden. Hoe de toekomst eruit zal zien is moeilijk te voorspellen. We kunnen dan ook maar beter inzetten op het creĂ«ren van het optimale innovatie- en veranderpotentieel. Een samenleving die dat breed heeft weten te realiseren kan elke ontwikkeling en verrassing aan
The Extra Mile:Perceived Accessibility in Rural Areas
Met toegenomen mobiliteit en ruimtelijke schaalvergroting, verdwijnen voorzieningen in plattelandsgebieden. Maar hoe problematisch is dit eigenlijk? Dit proefschrift analyseert hoe mensen in landelijke gebieden van Nederland de toegang tot dagelijkse activiteiten beleven. 12% van de mensen in plattelandsgebieden ervaart problemen met het bereiken van gewenste activiteiten, tegenover 8% in de rest van het land. Ondanks dit verschil, varieert de tevredenheid met bereikbaarheid ruimtelijk niet zo sterk als het aanbod van voorzieningen. Mensen in het landelijk gebied zijn veelal even tevreden als in de stad. Plattelandsbewoners stellen namelijk doorgaans minder hoge eisen aan de aanwezigheid van lokale voorzieningen, en de meerwaarde van extra beschikbare activiteitenlocaties in meer stedelijke gebieden is slechts beperkt, omdat deze snel afneemt wanneer er al voldoende keuze is. Dit betekent echter ook dat in plattelandsgebieden, waar minder keuzemogelijkheden zijn, een verdere afname van het aantal beschikbare voorzieningen beneden een bepaald omslagpunt snel kan leiden tot een ontoereikend aanbod voor grotere groepen mensen. Bovendien ervaren mensen op het platteland een sterke afhankelijkheid van de auto, wat sociale normen rondom mobiliteit beĂŻnvloedt en een gevoel van onrechtvaardigheid kan oproepen ten opzichte van plaatsen met meer mogelijkheden. Hieruit volgt dat het reflecteren op subjectieve ervaringen de beoordeling van bereikbaarheidsproblemen op het platteland verrijkt, wat helpt bij het vinden van een balans tussen sociale, milieugerichte en economische beleidsdoelstellingen. Het centraal stellen van hoe de toegang tot gewenste activiteiten wordt beleefd is daarmee essentieel voor doeltreffend bereikbaarheidsbeleid in landelijke gebieden.With increased mobility and the pursuit of economies of scale, the provision of local services and opportunities in rural areas decreases. But just how problematic is this? This dissertation examines perceived accessibility to daily activities in rural areas in the Netherlands, contributing to the normative evaluation of spatial inequalities in accessibility. 12% of rural residents report being dissatisfied with their potential to access desired activities, compared to 8% in more urbanized areas. Despite this difference, the spatial variation in perceived accessibility is not as pronounced as disparities in the number of opportunities would suggest. Rural satisfaction levels are similar to urban areas because rural residents generally demand less in terms of local access to services, and additional activity locations in more urbanized regions only provide limited incremental benefits. However, diminishing gains from more opportunities also imply a tipping point below which a further loss of facilities in rural areas can quickly lead to insufficiency for larger population segments. Additionally, rural accessibility currently relies heavily on car use, influencing social norms and potentially evoking a sense of injustice towards places with more opportunities. It follows that reflecting on subjective experiences improves the assessment of rural accessibility challenges, helping to achieve a balance between social, environmental and economic policy goals. Evaluations of accessibility should, therefore, explicitly draw on how it is perceived to ensure effective, efficient and fair rural accessibility policies
Osons ĂȘtre des littĂ©raires
Car seule la littĂ©rature est en capacitĂ© dâentretenir au plus haut degrĂ© les âdissonances cognitivesâ que lâincertitude ou des processus mentaux contradictoires sont censĂ©s produire en nous. Mieux que toute autre activitĂ© mentale elle nous apprend Ă diffĂ©rer le besoin de conclusion (need for closure) qui nous rend âintolĂ©rants Ă lâambiguĂŻtĂ©â, et surtout Ă bien gĂ©rer ce retard Ă la conclusion dans la mesure oĂč â plutĂŽt que de nous inviter Ă nous adonner Ă des reconfigurations subjectives (comme le veut la thĂ©orie de la Gestalt) qui sont somme toute une autre maniĂšre de se rassurer Ă peu de frais â elle âmet en place au contraire des façons dĂ©libĂ©rĂ©es de rĂšgles de fonctionnementâ propres âĂ ralentir les conclusions indĂ»ment rapides et Ă Ă©tendre le cadre temporel pendant lequel lâambiguĂŻtĂ© est tolĂ©rĂ©eâ
- âŠ