Silicon photonics-based laser Doppler vibrometer array for carotid-femoral pulse wave velocity (PWV) measurement

Pulse wave velocity (PWV) is a reference measure for aortic stiffness, itself an important biomarker of cardiovascular risk. To enable low-cost and easy-to-use PWV measurement devices that can be used in routine clinical practice, we have designed several handheld PWV sensors using miniaturized laser Doppler vibrometer (LDV) arrays in a silicon photonics platform. The LDV-based PWV sensor design and the signal processing protocol to obtain pulse transit time (PTT) and carotid-femoral PWV in a feasibility study in humans, are described in this paper. Compared with a commercial reference PWV measurement system, measuring arterial pressure waveforms by applanation tonometry, LDV-based displacement signals resulted in more complex signals. However, we have shown that it is possible to identify reliable fiducial points for PTT calculation using the maximum of the 2nd derivative algorithm in LDV-based signals, comparable to those obtained by the reference technique, applanation tonometry. (C) 2020 Optical Society of America under the terms of the OSA Open Access Publishing Agreemen

Efficient Recombinase-Mediated Cassette Exchange in hPSCs to Study the Hepatocyte Lineage Reveals AAVS1 Locus-Mediated Transgene Inhibition

Tools for rapid and efficient transgenesis in "safe harbor" loci in an isogenic context remain important to exploit the possibilities of human pluripotent stem cells (hPSCs). We created hPSC master cell lines suitable for FLPe recombinase-mediated cassette exchange (RMCE) in the AAVS1 locus that allow generation of transgenic lines within 15 days with 100% efficiency and without random integrations. Using RMCE, we successfully incorporated several transgenes useful for lineage identification, cell toxicity studies, and gene overexpression to study the hepatocyte lineage. However, we observed unexpected and variable transgene expression inhibition in vitro, due to DNA methylation and other unknown mechanisms, both in undifferentiated hESC and differentiating hepatocytes. Therefore, the AAVS1 locus cannot be considered a universally safe harbor locus for reliable transgene expression in vitro, and using it for transgenesis in hPSC will require careful assessment of the function of individual transgenes

European agricultural landscapes, common agricultural policy and ecosystem services: a review

Since the 1950s, intensification and scale enlargement of agriculture have changed agricultural landscapes across Europe. The intensification and scale enlargement of farming was initially driven by the large-scale application of synthetic fertilizers, mechanization and subsidies of the European Common Agricultural Policy (CAP). Then, after the 1990s, a further intensification and scale enlargement, and land abandonment in less favored areas was caused by globalization of commodity markets and CAP reforms. The landscape changes during the past six decades have changed the flows and values of ecosystem services. Here, we have reviewed the literature on agricultural policies and management, landscape structure and composition, and the contribution of ecosystem services to regional competitiveness. The objective was to define an analytical framework to determine and assess ecosystem services at the landscape scale. In contrast to natural ecosystems, ecosystem service flows and values in agricultural landscapes are often a result of interactions between agricultural management and ecological structures. We describe how land management by farmers and other land managers relates to landscape structure and composition. We also examine the influence of commodity markets and policies on the behavior of land managers. Additionally, we studied the influence of consumer demand on flows and values of the ecosystem services that originate from the agricultural landscape

Accounting and Management Reform in Local Authorities: A Tool for Evaluating Empirically the Outcomes

Since the last years many governments have undergone an accounting and management reform, being strongly inspired by the New Public Management (NPM) philosophy. This research note provides a methodology to explain the success (if any) of such reforms, by examining the level of compliance with prescribed accounting and management legislation and regulations. To measure the level of adoption of a reform, two compliance indices are constructed. Furthermore, this research note reaches a method to explain the cross-sectional differences in the level of compliance based on factors derived from previous research. After the formulation and explanation of the research questions and the derived hypotheses, this note introduces the concept of the compliance indices in local governments and clarifies the purpose and construction of the accounting and management index. The next section is devoted to an explanation of the research methodology. Finally, the conclusion summarizes the main findings and further research possibilities.

Lanreotide reduces the volume of polycystic liver: A randomized, double-blind, placebo-controlled trial

BACKGROUND & AIMS: Therapy for polycystic liver is invasive, expensive, and has disappointing long-term results. Treatment with somarostarin analogues slowed kidney growth in patients with polycystic kidney disease (PKD) and reduced liver and kidney volume in a PKD rodent model. We evaluated the effects of lanreotide, a somarostatin analogue, in patients with polycystic liver because of autosomal-dominant (AD) PKD or autosomal-dominant polycystic liver disease (PCLD). METHODS: We performed a randomized, double-blind, placebo-controlled trial in 2 tertiary referral centers. Patients with polycystic liver (n = 54) were randomly assigned to groups given lanreoticle (120 mg) or placebo, administered every 28 days for 24 weeks. The primary end point was the difference in total liver volume, measured by computerized tomography at weeks 0 and 24. Analyses were performed on an intention-to-treat basis. RESULTS: Baseline characteristics were comparable for both groups, except that more patients with ADPKD were assigned to the placebo group (P = .03). The mean liver Volume decreased 2.9%, from 4606 mL (95% confidence interval (CI): 547-8665) to 4471 mL (95% CI: 542-8401 mL), in patients given lanreotide. In the placebo group, the mean liver volume increased 1.6%, from 4689 mL (95% CI: 613-8765 mL) to 4895 mL (95% CI: 739-9053 mL) (P <.01). Post hoc stratification for patients with ADPKD or PCLD revealed similar changes in liver volume, with statistically significant differences in patients given lanreotide (P <.01 for both diseases). CONCLUSIONS: In patients with polycystic liver, 6 months of treatment with lanreotide reduces liver volum

Sluis Schoondijke Einsteinstraat Opgraving: Een 'verdronken' herenhoeve te Schoondijke Einsteinstraat (Gemeente Sluis)

In november 2005 werd in opdracht van de gemeente Sluis archeologisch onderzoek uitgevoerd in Schoondijke (gemeente Sluis) op de locatie Einsteinstraat. Het onderzoek en onderhavig rapport is tot stand gekomen door een samenwerking van ADC ArcheoProjecten en het VNCproject 'Verdwenen cultuurlandschappen in het grensgebied van Vlaanderen en Nederland' van de Universiteit Gent (België) en de Universiteit Wageningen. In het plangebied langs de Einsteinstraat werd een industriezone uitgebreid. Deze bouwplannen zouden de aanwezige archeologische resten vernietigen. Vooronderzoek heeft immers uitgewezen dat zich op deze plaats laatmiddeleeuwse bewoning bevond. Er werd een middeleeuwse omwalde hoeve verwacht. Historisch-geografisch onderzoek kon dit vermoeden reeds voor de start van de opgravingen bevestigen. De site werd geïdentificeerd als een niet bij naam genoemd hof met walgracht, zoals vermeld staat in de ommeloper van de Oude Yevenwatering uit 1550-51. Ook de eigendomgeschiedenis gedurende de 16de eeuw kon in belangrijke mate gereconstrueerd worden. Tijdens het archeologisch onderzoek kwamen resten aan het licht van een omgracht en deels ommuurd opperhof, en een neerhof met stalgebouw. Op het neerhof zijn onder andere een stalgebouw, enkele hooioppers, grachten, kuilen en een drenkput onderzocht. Het stalgebouw dat volledig werd blootgelegd dateert uit de eerste helft of het derde kwart van de 16de eeuw. Vondstmateriaal wees uit dat de site bewoond is geweest tussen de tweede helft 13de of 14de eeuw en de late 16de eeuw. De site, gelegen op enkele honderden meters ten noordwesten van de verdwenen dorpskom van Oud-Schoondijke, werd ontsloten door een netwerk van waterwegen en was gebouwd op de grens van akker- en grasland. Vermoedelijk werd de site onder de oorlogsdruk verlaten in het laatste kwart van de 16de eeuw (Tachtigjarige Oorlog, 1566-1648). Het landschap rond Oud-Schoondijke werd kort nadien door de Zeventien Provincies (Noordelijke Nederlanden) onder water gezet als verdedigingsmaatregel tegen het Spaanse leger onder Alexander Farnese. De jaren erop ontwikkelde het goed georganiseerde middeleeuwse landschap zich in een getijdenlandschap, waardoor de site en het omringende land grotendeels onder sedimentatie verdween. Pas omstreeks 1650 werd de omgeving opnieuw bewoonbaar. Historische gegevens en een greep uit het schaarse vondstmateriaal wijzen erop dat de bewoners van het opperhof tot de hogere lagen van de middeleeuwse samenleving behoorden. Diverse gegevens geven aan dat men zich met ambachtelijke taken, landbouw en veeteelt bezig hield. Of hierbij alleen voor eigen gebruik of ook voor commerciële doeleinden is geproduceerd, is niet duidelijk. De veestapel werd wellicht voornamelijk voor melkproductie gehouden, getuige de vele melkteilen die zijn gevonden. Resten van zaden tonen aan dat in de omgeving vlas en granen werden verbouwd en verwerkt