1,167 research outputs found

    Monitoring gesloten voermest kringlopen : achtergronddocument bij 'Kwalitatieve monitorsysteeminnovaties verduurzaming landbouw'

    Get PDF
    Dit onderzoek richt zich op de percepties over de ontwikkeling van de systeeminnovatie ‘Gesloten voer-mest kringlopen’ als één van de graadmeters voor de verduurzaming van de veehouderij. Hiertoe zijn interviews gehouden met respondenten uit beleid, onderzoek en ketens. Uit de interviews komt naar voren dat de ontwikkeling van de gesloten voer-mest kringlopen in de voorontwikkelingsfase zit, èn dat een grote diversiteit omtrent de percepties heerst. Een belangrijk knelpunt is de economische haalbaarheid van mestverwerking. Als belangrijkste drijvende krachten achter het veranderingsproces worden genoemd de toenemende fosfaatschaarste op lange termijn, alsmede toenemende energieprijzen. Verder gaven respondenten aan dat voor het kunnen beoordelen van de vooruitgang meer feiten en cijfers beschikbaar zouden moeten zijn

    Kringlopen sluiten

    Get PDF
    De biologische landbouw is gestoeld op levende ecologische systemen en kringlopen, aldus de IFOAM standards. Nederland kent juist veel gespecialiseerde landbouw waarbij het ene bedrijf mest over heeft en het andere mest nodig. Uitwisselen ligt voor de hand, maar zo eenvoudig is dat niet. De themawerkgroep bodemvruchtbaarheid van Bioconnect verbindt de sectoren met elkaar en zoekt naar oplossingen die de biologische sector onafhankelijker maak

    Van Afval Af

    Get PDF
    __Abstract__ Er is in de gemeentelijke afvalwereld consensus dat de toekomst ligt in gesloten materiaalkringlopen. Ook het Verpakkingenakkoord spreekt de ambitie uit dat in de komende tien jaar een versnelling nodig is richting grootschalig hergebruik, sluiten van kringlopen en de ontwikkeling van een goed functionerende circulaire grondstoffenmarkt. Vergelijkbare ambities zijn ook door veel gemeenten individueel en de Rijksoverheid in haar ‘afval is grondstof’ beleid uitgesproken. Die gemeentelijke ambitie – en dan specifiek op het gebied van verpakkingen - is de directe aanleiding voor deze transitie-studie. Het beoogt overzicht en suggesties te bieden aan gemeenten (en andere partijen) over hun rol in de circulaire economie vanuit hun positie in de afvalketen. Veel gemeenten hebben de beleidsvoorbereiding en/of uitvoering bij samenwerkingsverbanden of overheidsgedomineerde bedrijven gelegd. In dit document bedoelen we met gemeenten, tenzij anders vermeld, dus ook de lokale overheid inclusief deze partijen. Tijdens de interviews en sessies bleken de meningen soms verdeeld of het Verpakkingenakkoord op alle punten een stap in de goede richting is. In deze studie gaan we uit er vanuit dat het nu gesloten Verpakkingenakkoord een gegeven is, maar we besteden wel aandacht aan hoe gemeenten de invulling en uitvoering van het Verpakkingenakkoord (en de organisatie van afvalbeheer in het algemeen) de komende jaren kunnen vormgeven en strategisch positie kunnen kiezen

    National land use specific reference values: a basis for maximum values in Dutch soil policy

    Get PDF
    The National Institute for Public Health and the Environment has derived Reference Values for maximum permissible soil pollution. The Netherlands Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment (VROM) used these values as a basis for the maximum values for soil pollution. The ministry set these values down according to a proposal for an update of soil policy and the Soil Protection Act in 2003. Reference values refer to allowed concentrations of pollutants in soil, depending on the land use. The soil concentrations of pollutants with values below these concentrations meet all the requirements. The risks for humans, the ecosystem and agriculture were analyzed as critical factors, with risk thresholds derived for different types of land use, such as playgrounds, gardens, and agricultural and nature areas. Furthermore, an accelerated procedure was used to compile a complete list of reference values in 2006. The RIVM used state-of-the-art knowledge to complete the 'old' knowledge for information on toxicity of substances; figures were used where knowledge gaps occurred. A recommendation for the coming years is to address resulting inconsistencies in the list of reference values.Het RIVM heeft de referentiewaarden afgeleid waarmee het ministerie van VROM de maximaal toelaatbare bodemverontreinigingen onderbouwt (maximale waarden). Het ministerie heeft deze normen ingesteld in lijn met zijn voorstel uit 2003 om het bodembeleid en de Wet bodembescherming te actualiseren. Referentiewaarden zijn concentraties van verontreinigende stoffen in de bodem die, afhankelijk van het bodemgebruik, zijn toegestaan. Onder deze concentraties voldoet de bodem aan alle eisen. Voor verschillende vormen van bodemgebruik, zoals landbouw, kinderspeelplaatsen of industrie, zijn grensgehalten voor risico's bepaald. Dat zijn bijvoorbeeld, afhankelijk van het gebruik, risico's voor de mens, voor het ecosysteem en voor de landbouw. Het RIVM heeft gebruikgemaakt van een versnelde procedure om in 2006 een compleet voorstel van referentiewaarden gereed te hebben. Die snelheid was ingegeven door de werkgroep NOBO (normstelling en bodemkwaliteitsbeoordeling). Deze werkgroep heeft tevens uitgangspunten en beslissingen geformuleerd op basis waarvan het RIVM de referentiewaarden heeft afgeleid. Het RIVM heeft voor zijn onderzoek zo veel mogelijk gebruikgemaakt van de nieuwste kennis en inzichten, voor zover die beschikbaar zijn. Deze informatie is aangevuld met 'oude' kennis over stoffen. Deze combinatie heeft evenwel tot inconsistenties geleid in de afleiding van referentiewaarden. Het RIVM beveelt daarom aan de komende jaren aandacht te besteden aan de inconsistenties en zwakke plekken van de referentiewaarden

    Agromere: Stadslandbouw in Almere, van toekomstbeelden naar ontwerp

    Get PDF
    Het project Agromere verkende of (stads)landbouw een natuurlijk onderdeel zou kunnen worden van moderne stedelijke ontwikkeling. Om de kansen en belemmeringen van landbouw in de stad concreet te maken is Almere als case gekozen. Almere staat aan de vooravond van de zogenaamde Schaalsprong 2030. Om de regio’s Amsterdam en Utrecht te ontlasten zou Almere met ca. 60.000 woningen moeten groeien in de periode tot 2030. Een deel van de ontwikkeling zou in een gebied van ca. 3.000 ha ten Noordoosten van de stad moeten plaatsvinden. Dit gebied, Almere Oosterwold, is nu in gebruik door de landbouw die hier voor de wereldmarkt produceert. Samen met een groep stakeholders vanuit diverse achtergrond is de denkbeeldige wijk Agromere ontworpen. In deze wijk met ca. 5.000 inwoners gaan landbouw en wonen samen op 250 ha. Uitgangspunt bij het ontwerp waren de volgende principes: zoveel mogelijk zelfvoorzienend qua voedselproductie, landbouw volgt de biologische productiewijze, landbouw is integraal onderdeel van de wijk, ondernemerschap is leidend, zoveel mogelijk lokale energieproductie en verbinding van de (mineralen) kringlopen van de wijk met die van de landbouw. Dit rapport verantwoordt het proces vanaf het prille begin (2002), via het vormen van een stakehodernetwerk (2005) tot en met het ontwerp (eind 2008) van Agromere. Het beschrijft zowel het proces dat geleid heeft tot het ontwerp van de virtuele wijk agromere als het ontwerp zelf. Agromere inspireerde de stad Almere. Almere nam stadslandbouw op in de Concept Structuurvisie (juni 2009) als een van de dragers van het te ontwikkelen Almere Oosterwold. De komende jaren zullen uitwijzen of stadslandbouw in Almere Oosterwold werkelijkheid wordt

    Clustering van biologische bedrijven

    Get PDF
    In de beleidsnota Biologische landbouwketen 2008-2011 wordt (regionale) clustering van bedrijven benoemd als kans om de nadelen van versnippering te doorbreken. Clustering bevordert de samenwerking tussen bedrijven, zowel tussen primaire bedrijven als tussen de verwerkende bedrijven. De centrale vraag die in dit project beantwoord moet worden: Kan een cluster van biologische landbouw het verlies aan biologische landbouwgrond, doordat biologische boeren stoppen en de grond weer gangbaar wordt gebruikt, tegengaan? Daaruit volgen een aantal aanvullende vragen: kan clustering de biologische landbouw naast grond nog op andere manieren een impuls geven?; onder welke voorwaarden kan clustering gerealiseerd worden?; wie zijn dan aan zet?; wat zou de rol van de overheid kunnen zijn? Met dit onderzoek is getracht hierop antwoorden te vinden

    Kringloop regionaal sluiten in Overijssel

    Get PDF
    De landbouw in een gebied zelfvoorzienend én economisch rendabel maken. Dat is de ambitieuze doelstelling van het project Echt Overijssel!. Daarmee willen de projectpartners een stap verder zetten in het sluiten van kringlopen op regionaal niveau en tegelijk de biodiversiteit in de landbouw vergrote

    Verslag workshops Echt Overijssel! tijdens BioVak 2009

    Get PDF
    Tijdens de Biovak 2009, op 21 en 22 januari in de IJsselhallen in Zwolle, presenteerde het onlangs gestarte project Echt Overijssel! zich voor het eerst aan een breed publiek. Beide dagen organiseerde Echt Overijssel! een workshop voor belangstellenden. Op de eerste dag lag het accent op het project Echt Overijssel!, de tweede dag op VechtdalProducten dat via de moederstichting Dianthus participeert in het projec
    • …
    corecore