69 research outputs found
Prospectie en kartering van laat-glaciale en vroeg-holocene steentijdsites in de Kempen. Boorcampagne 2001
Auspicious results from recent fieldwork in the Campine (Kempen) area of northern Belgium urged the Institute for the Archaeological Heritage of the Flemish Community to initiate a survey project in order to search, register and assess late glacial and early Holocene sites in this sandy region. The aim of this project is to gather relevant data for efficient archaeological heritage management and to safeguard the most valuable sites for future research. The
project consists of three phases:
1) inventory and survey
2) assessment and
3) protection of selected sites.
The survey executed in 2001 focused on relatively well preserved sites under pinewoods in typical podzolic soils. Dry sandy areas, often dunes, near open water or wet depressions were isolated on topographical, pedological and historical maps, and investigated for the presence of artefacts by augering and sieving. In total, twenty sites were found or relocated, which points to the efficiency of the methods applied. Most sites are seemingly preserved under good conditions and await further assessment in anticipation of eventual legal protection. The survey on the contrary also showed that various antropogenic processes of disturbance and destruction, even near well-known prehistoric sites, are still ongoing in this already heavily damaged region
Steentijd in de Kempen. Prospectie, kartering en waardering van het laat-paleolithisch en mesolithisch erfgoed
The Campine area (Kempen) has for some
time past been known for its large quantity of Final
Palaeolithic and Mesolithic sites. Archaeological
fieldwork of the last few years has revealed that these
sites are rich in artefact numbers and sometimes
very extensive. Most, however, are severely affected
by (sub-)recent human impact on the landscape.
In the undisturbed - mostly wooded - areas, by
contrast, possible artefact scatters are invisible. Until
recently, therefore, these areas were considered unfit
for archaeological survey. This article presents a
systematic survey of these landscapes with appropriate
drilling campaigns, using drills of 20 cm diameter
and screens with a 3mm mesh. The goal of the
project is to systematically assess the archaeological
value of the Campine region in order to select sites
for protection. This program should also allow for
a better prediction of archaeological potential in
infrastructure or land management operations.
The project had two phases. The first phase
took place in 2001 and consisted of
1) the inventory
of known sites (including input into the Central
Archaeological Inventory),
2) the re-localisation in
the field of a selection of these sites, and
3) a survey
for new sites. The latter only took place in areas
where good preservation conditions were likely, i.e.
places with more or less intact (podsolic) soil profiles,
mostly in forests. This approach appeared to be quite
successful. In areas selected on the basis of their
geomorphologic and topographical characteristics,
drilling often delivered artefacts. As such, a series of
formerly unknown sites could be detected. They are
well-preserved under vegetation covers and mostly
situated in specific geographical contexts: on high dry
sandy soils next to (former) open water (river or fen),
providing new insights into prehistoric land use.
During the second phase, an assessment of potentially valuable sites took place. In the summers of 2002
and 2003, five selected site complexes were screened
systematically: Ravels-Witgoor, Opglabbeek-Ruiterskuilen/Schaapsven/Turfven, Lommel-Maatheide,
Lommel-Molse Nete, and Arendonk-Korhaan. These
locations were selected because of their archaeological
potential and the variety of management situations,
i.e. from acutely threatened sites to locations in normally well-protected nature reserves. On each of these
sites, several hectares were systematically sampled in
a 5 by 6 meter grid. This approach provided sufficient
information without destroying the sites in any way.
One of the striking results of the assessment phase is
that the sites are in no way restricted to isolated artefact scatters representing single occupations. Rather,
they contain chains of scatters over hundreds, if not
thousands of meters, generally along open waters.
In all, the study provided new knowledge on the
location, preservation, wealth, extension, and nature
of Final Palaeolithic and Mesolithic site complexes
in the Campine area, and presents a new approach
that can be used for further systematic surveys of
prehistoric flint scatters in Flanders in order to better protect this very vulnerable part of the archaeological heritage
Uitgestrekte Mesolithische site-complexen in de Kempen. Ravels Witgoor en Opglabbeek, Ruiterskuilen-Turfven (boorcampagne 2002)
In het kader van de Centrale Archeologische
Inventaris ging in 2001 het project
?Steentijdpatrimonium in de Kempen: inventarisatie
en waardering van laat-paleolithische
en mesolithische sites op (laat-)glaciale
en vroeg-holocene zandruggen en landduinen?
van start. Dit project heeft het inventariseren
en herlokaliseren van gekende sites,
het opsporen van nieuwe vindplaatsen en het
waarderen van de interessantste locaties tot
doel. Dit alles in functie van het formuleren
van voorstellen voor een aangepast beheer
van deze vindplaatsen. Daarnaast moet dit
project een beter inzicht genereren in de
inplanting van laat-paleolithische en mesolithische
sites in de Kempen, wat vervolgens
weer richting kan geven aan verder beheersgericht
onderzoek
Het kasteel van Rumst. Eindverslag van een toevalsvondst
Bij het verwijderen van de kelders ter hoogte van Kerkstraat 2 te Rumst stootte de graafmachine op 12 maart 2019 op muurresten die zich onder de kelders bevonden en een andere oriëntatie volgden. Dit onderzoek leidde tot de
herontdekking van het kasteel van Rumst
Leuven Bankstraat 53. Eindverslag van een toevalsvondst
Bij verbouwingswerken in een rijwoning te Bankstraat 53 in Leuven werden resten van een bijgebouw van het Karthuizerklooster aangetroffen.
Het gaat om de oostelijke helft van drie kamers. De noordelijke twee kamers komen duidelijk overeen
met één ruimte die op een plan uit 1786 aangeduid wordt als cuisine, en de zuidelijke kamer met een chambre op hetzelfde plan. Dit onderzoek biedt hiermee een aanvulling van onze kennis over het Leuvense Karthuizerklooster, haar uitzicht en haar historiek
Arendonk Korhaan 2008 aanvullend waarderingsonderzoek
Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]
- …