The evaluation of undergraduate nurses’ attitudes, perspectives and perceptions toward older people

This literature review was undertaken to evaluate undergraduate nurses' attitudes and perspectives toward older people and perceptions of working with older people. The objectives were to (1) identify if undergraduate nurses hold positive or negative attitudes and perspectives toward older people and perceptions of working with older people, and (2) determine if positive attitudes, perspectives and perceptions can be established, maintained and improved with curriculum activities.Literature review.For the period 2008-2013, the literature search included an electronic database search (Medline, CINAHL, Healthsource/Academic Edition, PsycINFO and PubMed) and a hand search of reference lists of the papers included.The analysis of 32 studies revealed that undergraduate nurses' attitudes, perspectives and perceptions are positive and it is recommended that this be the starting point for the development of curriculum activities and future research to maintain and improve this result. Finally, the limitations of recent studies are identified and a research agenda for future studies is proposed

Results from a Large, Multinational Sample Using the Childhood Trauma Questionnaire

Childhood maltreatment has diverse, lifelong impact on morbidity and mortality. The Childhood Trauma Questionnaire (CTQ) is one of the most commonly used scales to assess and quantify these experiences and their impact. Curiously, despite very widespread use of the CTQ, scores on its Minimization-Denial (MD) subscale—originally designed to assess a positive response bias—are rarely reported. Hence, little is known about this measure. If response biases are either common or consequential, current practices of ignoring the MD scale deserve revision. Therewith, we designed a study to investigate 3 aspects of minimization, as defined by the CTQ’s MD scale: 1) its prevalence; 2) its latent structure; and finally 3) whether minimization moderates the CTQ’s discriminative validity in terms of distinguishing between psychiatric patients and community volunteers. Archival, item-level CTQ data from 24 multinational samples were combined for a total of 19,652 participants. Analyses indicated: 1) minimization is common; 2) minimization functions as a continuous construct; and 3) high MD scores attenuate the ability of the CTQ to distinguish between psychiatric patients and community volunteers. Overall, results suggest that a minimizing response bias—as detected by the MD subscale—has a small but significant moderating effect on the CTQ’s discriminative validity. Results also may suggest that some prior analyses of maltreatment rates or the effects of early maltreatment that have used the CTQ may have underestimated its incidence and impact. We caution researchers and clinicians about the widespread practice of using the CTQ without the MD or collecting MD data but failing to assess and control for its effects on outcomes or dependent variables

Sturen en toezien op de kwaliteit van participatie

De rol van gemeenteraden bij participatie is vaak problematisch. Participatieprocessen worden doorgaans voorbereid en uitgevoerd door het college en de ambtelijke organisatie.Voor de raad is het vaak zoeken naar een productieve rol. Dit rekenkameronderzoek richt zich op een specifiek en cruciaal aspect daarvan: de rol van de raad bij het bewaken van de kwaliteit van participatieprocessen. De rekenkamercommissie heeft laten onderzoeken hoe de raad van Leiderdorp stuurt en toeziet op de kwaliteit van participatieprocessen in de gemeente, hoe college en organisatie de raad daarvoor toerusten, en hoe dat alles (nog) beter kan

Cirkel van interactie: over het ontwerpen en uitvoeren van constructieve gesprekken tussen burgers en de overheid

In dit paper vind je een toelichting op de Cirkel van Interactie, een aanpak die helpt bij het ontwerpen en uitvoeren van constructieve gesprekken tussen publieke organisaties en hun omgeving. Dit paper is geschreven voor (aankomend) professionals die gesprekken organiseren als onderdeel van participatieprocessen waar verschillende groepen betrokkenen, waaronder burgers aan deelnemen. Het kan gaan om bijeenkomsten met een klein of groot aantal deelnemers. De inhoud van dit paper is geschreven voor projectleiders, omgevingsmanagers en communicatieprofessionals van publieke organisaties of initiatiefnemers van een burgerinitiatief

Zonder vertrouwen geen vooruitgang

“Nadat de langste formatie ooit was afgerond en portefeuilles waren verdeeld, kwam het kabinet voor het eerst bijeen. Een van de onderwerpen in dit eerste overleg: wat losse eindjes in de taakverdeling. Zo moest er bijvoorbeeld nog iemand worden gevonden voor het mbo. Zou ook het herstellen van het vertrouwen van burgers in de overheid tijdens dat overleg in iemands portefeuille zijn beland? Het zal je maar gebeuren

In gesprek of uitgepraat?: Over de betekenis van gesprekken voor het verloop van lokale participatieprocessen

Om te kunnen leren van participatieprocessen in de praktijk en op basis daarvan een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren ervan richt dit onderzoek zich op de gesprekken tussen burgers en ambtenaren en de doorwerking hiervan op participatieprocessen. Centraal staat hoe in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven en de betekenis die participanten hieraan toekennen voor het verdere verloop van een participatieproces. De doorwerking van gesprekken wordt vanuit het perspectief van burgers onderzocht. Door de verwachtingen en ervaringen van participerende burgers te onderzoeken komt naar voren hoe de wijze waarop in gesprekken wordt omgegaan met verschillende perspectieven op een vraagstuk, in hun beleving bijdraagt aan het vinden van oplossingen en draagvlak hiervoor

Hoe kunnen de mogelijkheden van digitale participatie beter worden benut?: input voor de ontwikkel- en onderzoekagenda voor de doorontwikkeling van digitale participatie

Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft digitale participatie een grote vlucht genomen. Door de pandemie was het niet of nauwelijks mogelijk om fysiek bij elkaar te komen. Informatie of inspraakbijeenkomsten konden niet langer op een locatie in de buurt worden georganiseerd. Noodgedwongen vond er een verschuiving plaats van offline naar online burgerparticipatie. Hierdoor is er de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met digitale participatie. De verwachting is dat nu er weer van alles mogelijk is, er vaker gebruik gemaakt zal blijven worden van online participatievormen en - instrumenten. De koudwatervrees voor online participatie lijkt definitief overwonnen. In de toekomst zullen participatiestrategieën worden ontwikkeld waarin online- en offline-instrumenten vaker afwisselend en in onderlinge samenhang worden ingezet. Deze geïntegreerde inzet roept vragen op over de doorontwikkeling van digitale participatie. Hoe kunnen professionals op basis van de ervaringen met digitale participatie de afgelopen jaren de mogelijkheden hiervan in de toekomst beter benutten? En hoe kan er op basis van de ervaring die is opgedaan richting worden gegeven aan de doorontwikkeling van digitale tools

Doen wat werkt. Onderzoek communicatie 'Werk aan de Dreven' Almere

De afdeling communicatie van de gemeente Almere is begin 2012 de samenwerking aangegaan met het lectoraat crossmediale communicatie in het publieke domein (PubLab) van de Hogeschool Utrecht. Gezamenlijk is er een onderzoeksprogramma ontwikkeld waarmee de afdeling wil reflecteren op de communicatie van de organisatie en de aannames die hieraan ten grondslag liggen. Het onderzoeksprogramma moet zo een bijdrage leveren aan de verdere professionalisering en visievorming van de afdeling. Eén van de thema’s die in de gesprekken over de visie op de communicatie van de gemeente regelmatig opduikt is de ontwikkeling van een ‘communicatieve organisatie’. De bijdrage van de afdeling Communicatie zou erop gericht moeten zijn de communicatieve vaardigheden van de medewerkers te versterken om zo de organisatie als geheel communicatiever te maken. Op deze manier zou de communicatieprofessie het meest effectief bijdragen aan de organisatiedoelen. Met de ontwikkeling naar een organisatie waarin de verantwoordelijkheid voor communicatie breed is belegd en niet langer exclusief het domein is van communicatieprofessionals, speelt de afdeling Communicatie in op brede ontwikkelingen in de samenleving en alle mogelijkheden van online communicatie