An Analysis of Arithmetic Constraints on Integer Intervals

Arithmetic constraints on integer intervals are supported in many constraint programming systems. We study here a number of approaches to implement constraint propagation for these constraints. To describe them we introduce integer interval arithmetic. Each approach is explained using appropriate proof rules that reduce the variable domains. We compare these approaches using a set of benchmarks. For the most promising approach we provide results that characterize the effect of constraint propagation. This is a full version of our earlier paper, cs.PL/0403016.Comment: 44 pages, to appear in 'Constraints' journa

A component-based parallel constraint solver

As a case study that illustrates our view on coordination and component-based software engineering, we present the design and implementation of a parallel constraint solver. The parallel solver coordinates autonomous instances of a sequential constraint solver, which is used as a software component. The component solvers achieve load balancing of tree search through a time-out mechanism. Experiments show that the purely exogenous mode of coordination employed here yields a viable parallel solver that effectively reduces turn-around time for constraint solving on a broad range of hardware platforms

«X and X v Belgium»: the need for EU legislation on humanitarian visa

This article examines the recent judgment of the Court of Justice of the European Union in the case of X and X v. Belgium (C-638/16 PPU). The issue at stake con-cerns an application for a visa with limited territorial validity (LTV) requested by a Syrian family at the Belgian embassy in Beirut in order to apply for asylum in Bel-gium. The article discusses the different interpretations given by the Advocate Gen-eral and the Court of Justice and agrees with the AG that the EU Charter of Fun-damental Rights leaves a limited margin of discretion to Member Sates and impos-es a positive obligation to issue a LTV Visa in cases like X and X. It also concludes that the judgment in question clearly shows the need for the EU to adopt legislation regulating the issuance of humanitarian visas under the Visa Code

Quasi-two-dimensional turbulence in shallow fluid layers:The role of bottom friction and fluid layer depth

The numerical and experimental studies of the role of bottom friction and fluid layer depth on decaying quasi-two-dimensional turbulence enable several interesting observations. The numerical simulations showed that the evolution of vortex statistics of decaying 2D turbulence with bottom friction can be described by bottom-friction independent power laws. In the latter regime, the computed data showed a strong bottom-friction dependence and are strongly dominated by lateral diffusion.</p

On the accuracy of spectrum-based fault localization

Spectrum-based fault localization shortens the test- diagnose-repair cycle by reducing the debugging effort. As a light-weight automated diagnosis technique it can easily be integrated with existing testing schemes. However, as no model of the system is taken into account, its diagnostic accuracy is inherently limited. Using the Siemens Set benchmark, we investigate this diagnostic accuracy as a function of several parameters (such as quality and quantity of the program spectra collected during the execution of the system), some of which directly relate to test design. Our results indicate that the superior performance of a particular similarity coefficient, used to analyze the program spectra, is largely independent of test design. Furthermore, near- optimal diagnostic accuracy (exonerating about 80% of the blocks of code on average) is already obtained for low-quality error observations and limited numbers of test cases. The influence of the number of test cases is of primary importance for continuous (embedded) processing applications, where only limited observation horizons can be maintained

Home care in childhood diabetes : a controlled evaluation study

This thesis considers children with insulin-dependent diabetes mellitus and their psychological and medical functioning during 31 months of participation in a home-care program compared to traditional hospital-based care. In general, diabetes mellitus -derived from the greek diabainein (to fall through) and mellos (as sweet as honey)- reflects a range of chronic metabolic disorders in which we distinguish two main forms: first, juvenile-onset diabetes or insulin-dependent diabetes mellitus and second, the maturity-onset form or non-insulin-dependent diabetes mellitus. Insulin-dependent diabetes mellitus (IDDM:), also named type I diabetes, is diagnosed almost exclusively before the age of thirty years. In case of IDDM, the pancreas produces no insulin at all and the child needs life-long insulin injections to control disease symptoms. Non-insulin-dependent diabetes mellitus (NIDDM), or type II diabetes, is a less severe form, which develops usually after middle age. The pancreas of most NIDDM patients produces sometimes excess insulin and the lack of insulin-effect can be compensated with a dietary regimen or oral medication. In some NIDDM patients, however, insulin production may decrease progressively over the years and, consequently, these patients may also need insulin injections. In this thesis the focus will be on children and adolescents with insulin-dependent diabetes mellitu

Diagnosis of embedded software using program spectra

Automated diagnosis of errors detected during software testing can improve the efficiency of the debugging process, and can thus help to make software more reliable. In this paper we discuss the application of a specific automated debugging technique, namely software fault localization through the analysis of program spectra, in the area of embedded software in high-volume consumer electronics products. We discuss why the technique is particularly well suited for this application domain, and through experiments on an industrial test case we demonstrate that it can lead to highly accurate diagnoses of realistic errors

De lerende organisatie. Een kwantitatief onderzoek naar de effecten van werkomgevings- en persoonlijke kenmerken op de lerende organisatie.

Dit onderzoek richt zich op het vinden van een verklaring vanuit de effecten van de werkomgeving, waaronder “tijd voor leren” en persoonlijke kenmerken op de percepties over de lerende organisatie en vervolgens op de werktevredenheid. De doelstelling van dit onderzoek is een verdiepende studie naar de wijze waarop werkomgevingsfactoren en persoonlijke kenmerken de perceptie over de lerende organisatie beïnvloeden en de gevolgen hiervan op de werktevredenheid. Theoretisch kader Bancaire organisaties werken sinds de kredietcrisis in 2008 in een omgeving die voortdurend onder een vergrootglas ligt. Daardoor is verandering regel geworden welke door medewerkers vlot eigen gemaakt moeten worden. Dit vraagt om een lerende omgeving. Bij banken is veel onderzoek gedaan naar veranderprocessen en performance management systemen. Daarnaast is onderzoek gedaan naar werktevredenheid en werkdruk. Tot nu toe hebben onderzoekers weinig aandacht besteed aan het effect van werkdruk in de lerende organisatie en de relatie met andere variabelen. Bestaande literatuur laat soms conflicterende resultaten zien en bevat hiaten ten aanzien van de kenmerken die gerelateerd zijn aan de lerende organisatie. Het belangrijkste verschil tussen de bestaande literatuur en het onderzoek van Gijzel (2015) is dat in de meeste onderzoeken de lerende organisatie als onafhankelijke variabele is onderzocht. In dit onderzoek wordt, net als het onderzoek van Gijzel (2015) de lerende organisatie als mediërende en afhankelijke variabele onderzocht. Daarnaast wordt “tijd voor leren”, dat verband houdt met werkdruk, en de perceptie van de lerende organisatie onderzocht. Onderzoeksvraag Hoe zijn de ervaren werkdruk, “tijd voor leren” en beschikbare middelen gerelateerd aan percepties over de lerende organisatie en werktevredenheid, en in welke mate beïnvloeden persoonlijk initiatief en bevlogenheid van medewerkers deze relaties? En reageren diverse groepen medewerkers verschillend op deze variabelen? Methode Om de hypothesen te toetsen is een kwantitatief empirisch onderzoeksontwerp gebruikt. De onderzoekgegevens zijn via een online meerkeuzevragenlijst verzameld. De vragenlijst is verspreid onder alle 277 medewerkers van een Nederlandse bankorganisatie. 73 respondenten (26%) vulden in november en december 2015 de vragen over de lerende organisatie, “tijd om te leren”, werkdruk, beschikbare middelen, werkbeleving, initiatief en werktevredenheid volledig in. De gegevens zijn statistisch getest in SPSS en de berekeningen zijn gemaakt met behulp van SmartPLS. Resultaten en conclusies Uit het onderzoek blijkt: 1. Werkdruk heeft een direct en negatief verband op de perceptie over de lerende organisatie. 2. Toegang tot middelen is niet gerelateerd aan de perceptie over de lerende organisatie. Het moderator effect van persoonlijk initiatief op de relatie tussen beschikbare middelen de lerende organisatie is eveneens niet aangetoond. 3. “Tijd voor leren” en bevlogenheid hebben een positief effect op de lerende organisatie. 4. Het mediërend effect van bevlogenheid op de relatie tussen werkdruk, “tijd voor leren”, beschikbare middelen en de lerende organisatie is niet aangetoond. 5. De lerende organisatie heeft een mediërend effect op de relatie tussen werkdruk , “tijd voor leren”, beschikbare middelen en werktevredenheid. 6. Het mediërend effect van de lerende organisatie op de relatie tussen persoonlijk initiatief en werktevredenheid is niet aangetoond. 7. Bij jongere medewerkers is de relatie tussen de lerende organisatie en de werktevredenheid sterker dan bij oudere medewerkers. 8. Het effect van “tijd voor leren” op de perceptie over de lerende organisatie is bij jongere medewerkers (jonger dan 36 jaar) sterker dan bij de oudere medewerkers. 9. Het directe (negatieve) effect van werkdruk op bevlogenheid is sterker bij medewerkers met maximaal een MBO opleiding dan voor medewerkers met een HBO en universitaire opleiding. 10. Het indirecte effect van “tijd voor leren” op werktevredenheid is via de perceptie op de lerende organisatie bij jongere medewerkers (jonger dan 36 jaar) groter dan bij de oudere medewerkers

Turquía: entre hospitalidad y hostilidad

Los recientes desarrollos políticos y cambios en la ley de asilo de Turquía han tenido repercusiones especialmente perjudiciales sobre la seguridad personal y jurídica de los refugiados en Turquía