Intrinsic Ratchets

We present a generic formalism to describe Brownian motion of particles with intrinsic asymmetry and give predictions for the drift behavior in unbiased time-dependent force fields. Our findings are supported by molecular dynamics simulations.Comment: 6 pages, 6 figure

Biologische beheersing wortelvlieg (Psila rosae) in 2009

Vanaf 2007 wordt nagegaan of de wortelvlieg in het veld te beheersen is door het toepassen van twee verschillende sterk geurende oliën. De volwassen wortelvlieg vindt een peenperceel met behulp van de geuren die de planten afscheiden. De vraag is of de geur van zo’n peenperceel gemaskeerd kan worden met sterk ruikende plantaardige oliën zodat de wortelvlieg dit perceel niet meer kan vinden. In 2008 waren er aanwijzingen dat uienolie de wortelvliegaantasting kan verminderen. In 2009 zijn op 6 peenpercelen en een perceel wortelpeterselie demonstraties aangelegd om de wortelvliegaantasting te beperken. Op 6 peenpercelen was de aantasting te gering om hier uitspraken over te doen. Het maximaal percentage aangetaste wortels lag voor deze percelen onder de 3%. Op het perceel wortelpeterselie was de aantasting wel voldoende. De oliën hebben een natuurlijke oorsprong (geëxtraheerd uit planten) en worden als geurstof en niet als gewasbeschermingsmiddel gebruikt. Immers de wortelvlieg wordt niet gedood maar misleid. De methode werkt selectief omdat alleen insecten die peen met behulp van geur vinden, worden beïnvloed. Zij hebben meer moeite met het vinden van zo’n peenperceel, of kunnen dit in zijn geheel niet vinden. Indien de methode werkt kan deze zowel in de biologische als in de gangbare teelt gebruikt worden. In 2010 is er meer budget beschikbaar voor onderzoek naar de wortelvlieg waardoor we eind 2010 een beter inzicht hebben of deze methode in de praktijk perspectieven biedt

Impact of Human Immunodeficiency Virus Infection on the Outcome of Treatment and Survival of Tuberculosis Patients in Mwanza, Tanzania.

Little is known about the outcome of tuberculosis (TB) treatment and subsequent survival of human immunodeficiency virus (HIV) infected patients treated under routine programme conditions in a developing country. We followed a cohort of HIV-positive and HIV-negative tuberculosis patients during therapy and assessed their vital and tuberculosis status 3 years after completion of treatment in Mwanza, Tanzania. Newly diagnosed and relapse tuberculosis cases consecutively registered over a 6-month period were enrolled into an epidemiological study of TB/HIV. Treatment outcome was based on information in tuberculosis treatment registers. Patients surviving treatment were assessed 3 years later by personal interview. Cause of death was determined by verbal autopsy. Of 561 patients enrolled into the study, 505 patients alive at completion of treatment were eligible for assessment at 3 years. Except for mortality, HIV infection was not statistically associated with differing treatment outcomes. At time of follow-up, the overall mortality was 19% and was associated with HIV infection (hazard ratio [hr] 3.7, 95% confidence interval [CI] 2.6-5.2) and age 35 years and over (hr 1.5, 95% CI 1.02-2.1), but not with type of tuberculosis, gender, or initial drug resistance. By life table analysis, probability of survival at 4 years was 35% for HIV-positive patients compared to 90% for HIV-negative patients. Although no relapse cases were diagnosed, verbal autopsy suggested equivalent low rates of relapse in both groups. These results demonstrate the effectiveness of the current approach to the treatment of tuberculosis patients regardless of HIV status. However, HIV-related mortality remains high both during and following completion of treatment, and further studies are needed to determine if this mortality might be reduced by simple interventions which are feasible in developing countries.\u

Beetle eater beheerst de aspergekever bij de oogst van groene asperges in 2010

In Canada is een grote stofzuiger die voor of achter een tractor bevestigd kan worden “Beetle Eater” genaamd, gebruikt ter bestrijding van de coloradokever in aardappelen. Biologische telers hebben zo’n apparaat gekocht om hem in te zetten ter bestrijding van de wortelvlieg in peen. De resultaten vielen tegen en het apparaat is na twee jaar experimenteren niet meer gebruikt. In 2010 is de machine getest in groene asperges tegen de aspergekever op een gangbaar bedrijf in Noord - Brabant. Omdat groene asperges bij gunstige weersomstandigheden dagelijks geoogst worden, is het lastig om tegen dit insect gewasbeschermingsmiddelen in te zetten vanwege de veiligheidstermijn. Door de Beetle eater 1 of 2 keer (direct na elkaar) in te zetten worden de aspergekevers met 50 of 74% gereduceerd. De asperge oogsters merkten meteen wanneer de machine was ingezet omdat het aantal eitjes op de aspergestengels duidelijk afnam. Door de Beetle eater regelmatig in te zetten bleven het aantal afgezette eitjes op de stengels beperkt en zijn het gehele seizoen geen groene asperges bij deze teler afgekeurd en geen asperges daardoor aangemerkt als kwaliteit II. Een aandachtspunt is wel dat na iedere behandeling aspergestengels afbreken. Dit komt enerzijds omdat de rijafstand niet correspondeerde met de zuigmonden van de Beetle eater (scheelde 5 cm) en anderzijds omdat bij oudere percelen de aspergestengels verder uit het hart van de rug kunnen groeien. Door de zuigmond aan te passen (verbreden en iets te vergroten) is de verwachting dat het afbreken van de stengels beperkt wordt

Evaluation of New Anti-Infective Drugs for the Treatment of Vascular Access Device-Associated Bacteremia and Fungemia

For clinical trials of anti-infective drugs for the treatment of vascular access device-related bloodstream infections, patients should be identified and enrolled on the basis of current standards for the clinical diagnosis of such infections. To ensure comparability of patients, only those infected with staphylococci and Candida species should be included. A prospective, randomized, double-blind design is recommended. Future protocols may include abbreviated courses of therapy, treatment with combinations of drugs, or a progression from parenteral to oral therapy. Clinical response is judged as cure, failure, or indeterminate response; there is no "improved” category. Microbiological response is categorized as eradication, persistence, or relapse and is of paramount importance. Several months of follow-up may be necessary for the detection of late relapses or metastatic infections. This guideline does not apply to studies of bacteremia or fungemia secondary to non-device-related, organ-based primary infections (e.g., pneumonia, urinary tract infection), which should be assessed in relation to the primary disorde

Selective antimicrobial modulation of the intestinal flora of patients with acute nonlymphocytic leukemia : A double blind placebo-controlled study

Contains fulltext : 4423.pdf (publisher's version ) (Open Access

Mechanics of cooling liquids by forced evaporation in bubbles

Injecting a non-dissolvable gas into a saturated liquid results in sub-cooling of the liquid due to forced evaporation into the bubble. Previous studies assumed the rate of evaporation of liquid into the bubble to be independent of the degree of sub-cooling. In our study we quantify the bubble growth by direct observation using high speed imaging and prove that this hypothesis is not true. A phenomenological model of the bubble growth as a function of the degree of sub-cooling is developed and we find excellent agreement between the measurements and theory. This bubble cooling process is employed in cooling a liquid. By identification of all heat flows, we can well describe the cool down curve using bubble cooling. Bubble cooling provides an alternative cooling method for liquids without the use of complicated cooling techniques

Functions of granulocytes after allogeneic bone marrow transplantation

Contains fulltext : 4329.pdf (publisher's version ) (Open Access

Samen met ondernemers naar een weerbare bodem: Bodemweerbaarheid in de praktijk

De doelstelling van het project was om, samen met ondernemers, na te gaan of er een relatie te leggen was tussen bodemweerbaarheid en wat er in de praktijk gebeurt. Verder zijn we ook nagegaan of er uit het onderzoek maatregelen te destilleren waren die voor de praktijk interessant kunnen zijn. Deze brochure beschrijft de bevindingen van het project