2,751 research outputs found

    Sturen op afstand : Over de aansturing van verzelfstandigde organisaties door

    Get PDF
    Steeds meer overheidstaken zijn afgeschaft, maar veel vaker nog zijn ze geprivatiseerd, verzelfstandigd of uitbesteed. In deze bijdrage richten we ons op de relatie die ontstaat tussen kerndepartementen en ver-zelfstandigde organisaties, na verzelfstandiging. Met het uit handen geven van taken is de bemoeienis van de overheid namelijk allerminst afgelopen. In tegendeel zelfs, soms lijkt het of dat juist is toegenomen (Kickert, 1998:161). Veel verzelfstandigingen lijken ingegeven te zijn door een behoefte aan meer ? vooral beheersmatige ? controle en stu-ring vanuit het moederdepartement. Dit wordt de verzelfstandigingsparadox genoemd. Hoe kan dat? En lukt dat? Dat zijn de vragen die hier centraal staan. Ik richt me daarbij vooral op verzelfstandiging op rijksniveau in Nederland, maar veel van de hier behandelde onderwerpen spelen ook op andere overheidsniveaus (Van Thiel, 2002) en in andere landen

    Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen; uniformiteit of verscheidenheid?

    Get PDF
    Over het wetsvoorstel voor de Kaderwet is veel gediscussieerd (zie bijv. Boxum, 1997). Een eerdere versie werd zelfs afgewezen door de ministerraad. In de discussie staan twee opvattingen tegenover elkaar: die van de aanhangers van meer uniformiteit en die van de voorstanders van het eerbiedigen van de diversiteit

    Inleiding

    Get PDF
    De directe aanleiding voor dit boek is het feit dat het Kadaster in 2004 tien jaar als zelfstandig bestuursorgaan (zbo) bestaat en de huidige bestuursleden afscheid nemen. In die tien jaar heeft het Kadaster diverse ontwikkelingen doorgemaakt, bijvoorbeeld in de relatie met het ministerie, de invoering van een baten-lastenstelsel en het omvormen van de organisatie, het instellen van nieuwe verantwoordingsinstrumenten, het ontwikkelen van nieuwe producten voor nieuwe markten, en nog veel meer. De wens bestond om bij gelegenheid van dit jubileum een boekje samen te stellen over al dit soort ontwikkelingen, die het Kadaster uiteraard niet als enige uitvoeringsorganisatie heeft meegemaakt.Het doel van het boek is om een bijdrage te leveren aan de ideeën-vorming rondom uitvoeringsorganisaties en om ervaringen uit te wisselen [...]. Er wordt ingegaan op tal van onderwerpen die bij de meeste uitvoeringsorganisaties veel herkenning zullen oproepen. Praktijkervaringen zullen worden afgewisseld met meer beschouwende bijdragen, opdat we aan het eind een aantal conclusies kunnen trekken over wat het nu eigenlijk betekent om een zelfstandige uitvoeringsorganisatie te zijn en hoe de overheid er het beste mee om zou kunnen gaan

    Governance van uitvoeringsorganisaties: overzicht en conclusies

    Get PDF
    Alhoewel semi-zelfstandige uitvoeringsorganisaties altijd deel hebben uitgemaakt van de Nederlandse publieke sector, is de aandacht voor hun functioneren en aansturing recent sterk toegenomen. Hiervoor zijn twee belangrijke oorzaken aan te geven. Ten eerste is het aantal en soort uitvoeringsorganisaties in de jaren tachtig en negentig van de afgelopen eeuw sterk gestegen. Hierdoor dreigen we niet alleen het overzicht kwijt te raken – zoals de verschillen tussen de inventarisaties door wetenschappers, ministeries en de Algemene Rekenkamer al laten zien – maar moet er ook steeds meer worden geïnvesteerd in het toezicht op en de aansturing van deze organisaties. De vraag die momenteel actueel is hoe deze investeringen zo efficiënt mogelijk kunnen worden gedaan en tegelijkertijd zo optimaal mogelijke vormen van toezicht en aansturing kunnen worden ontwikkeld. De tweede oorzaak van de toegenomen aandacht voor de governance van uitvoerings-organisaties is de politieke discussie die midden jaren negentig is ontstaan over verzelf-standigde organisaties. De toon van deze discussie is vaak negatief; er is veel aandacht voor incidenten en het ‘falen’ van de uitvoering van beleid [...]. Om de politieke discussie niet te laten escaleren, is het noodzakelijk dat er wederzijds meer begrip komt voor elkaars standpunt

    Why politicians prefer quasi-autonomous organizations

    Get PDF
    Since the 1980s the number of quasi-autonomous non-governmental organizations has increased in most western countries. This article offers a theoretical explanation for politicians’ apparent preference for quangos. The model is based on rational choice sociology, neo-institutional economics and public choice. Hypotheses are formulated on the conditions that are expected to influence politicians’ choice. The statistical analysis, using a database of 124 decisions to establish 392 quangos in The Netherlands between 1950 and 1993, shows that quango proliferation is more a trend than a well-informed choice. This raises new questions for research

    Quangos in Dutch government

    Get PDF
    This chapter deals with the establishment of so-called quasi-autonomous non-governmental organizations (quangos, Barker, 1982). There is little agreement on the definition of quangos. In fact, it could be argued that there is a continuum of quasi-autonomous organizations, ranging from contract agencies (see several chapters in this volume), to public bodies, voluntary organizations and government owned enterprises (cf. Greve, Flinders & Van Thiel, 1999). The aim of this chapter is twofold. First, I will describe some characteristics of quangos in Dutch government, at national and local (i.e. municipal) level. These data show that their number has increased strongly since the 1980s. Secondly, this chapter offers a theoretical explanation for the proliferation of quangos in Dutch government. The first part of this theoretical explanation has been tested before (see Van Thiel, 2001a). Here I will summarize the main conclusions from that test and propose new theoretical predictions for further study

    Development of Multiple Polymorphic Microsatellite Markers for Ceratina calcarata (Hymenoptera: Apidae) Using Genome-Wide Analysis

    Get PDF
    The small carpenter bee, Ceratina calcarata (Robertson), is a widespread native pollinator across eastern North America. The behavioral ecology and nesting biology of C. calcarata has been relatively well-studied and the species is emerging as a model organism for both native pollinator and social evolution research. C. calcarata is subsocial: reproductively mature females provide extended maternal care to their brood. As such, studies of C. calcarata may also reveal patterns of relatedness and demography unique to primitively social Hymenoptera. Here, we present 21 microsatellite loci, isolated from the recently completed C. calcarata genome. Screening in 39 individuals across their distribution revealed that no loci were in linkage disequilibrium, nor did any deviate significantly from Hardy-Weinberg following sequential Bonferroni correction. Allele count ranged from 2 to 14, and observed and expected heterozygosities ranged from 0.08 to 0.82 (mean 0.47) and 0.26 to 0.88 (mean 0.56), respectively. These markers will enable studies of population-wide genetic structuring across C. calcarata’s distribution. Such tools will also allow for exploration of between and within-colony relatedness in this subsocial native pollinator

    De zakelijke overheid: publieke en bedrijfsmatige waarden in publiek-private samenwerking

    Get PDF
    Bedrijfsmatig werken bij de overheid is steeds meer in opmars. Tal van werkwijzen en technieken uit het bedrijfsleven worden overgenomen en ingevoerd. Volgens Jane Jacobs is er echter sprake van twee fundamenteel onverenigbare ethische stelsels. Het commerciële ethos omvat alle normen en waarden uit het bedrijfsleven. Winst en de superioriteit van het marktmechanisme staan hierin centraal. Het martiale ethos omvat alle normen en waarden die betrekking hebben op de taken van de overheid. Zou de overheid bedrijfsmatig kunnen zijn of worden? Volgens Jacobs zijn beide stelsels moeilijk tot niet te verenigen. Een bedrijfsmatige overheid brengt altijd het risico van een waardeconflict met zich mee. Hoe zakelijk kan de overheid dan wel opereren? Wij onderzochten dat bij een aantal projecten waar overheden en bedrijven samen verantwoordelijk waren voor een bouwproject of infrastructurele voorziening (PPS). Aan de hand van onze omschrijving van de zakelijke overheid zijn aan een aantal experts vragen voorgelegd met betrekking tot enkele concrete samenwerkingsverbanden. Op basis van de bevindingen kunnen we concluderen dat de overheid zich binnen de grenzen van het martiale ethos redelijk zakelijk gedraagt. Er zou wel meer aandacht moeten worden besteed aan de efficiëntie van projecten alsmede aan de selectieprocedures van de marktpartijen

    The Performance Paradox in the Public Sector

    Get PDF
    Administrative reform has led to a strong increase in the use of performance assessment instruments in the public sector. However, this has also led to several unintended consequences, such as the performance paradox, tunnel vision and ‘analysis paralysis’. These unintended consequences can reduce the quality of the knowledge about actual levels of performance, or even negatively affect performance. Examples can be found in all policy sectors. We argue that certain characteristics of the public sector – such as ambiguous policy objectives, discretionary authority of street level bureaucrats, simultaneous production and consumption of services, and the disjunction of costs and revenues – increase the risk of a performance paradox, either unintentionally or deliberately. Performance assessment should therefore take the special characteristics of the public sector into account and develop systems that can handle contested and multiple performance indicators, striking a balance in the degree of ‘meas
    • …
    corecore