88 research outputs found

    Respectful leadership:Reducing performance challenges posed by leader role incongruence and gender dissimilarity

    Get PDF
    We investigate how respectful leadership can help overcome the challenges for follower performance that female leaders face when working (especially with male) followers. First, based on role congruity theory, we illustrate the biases faced by female leaders. Second, based on research on gender (dis-)similarity, we propose that these biases should be particularly pronounced when working with a male follower. Finally, we propose that respectful leadership is most conducive to performance in female leader–male follower dyads compared with all other gender configurations. A multi-source field study (N = 214) provides partial support for our hypothesis. While our hypothesized effect was confirmed, respectful leadership seems to be generally effective for female leaders irrespective of follower gender, thus lending greater support in this context to the arguments of role congruity rather than gender dissimilarity

    Negative feedback regulation of the ERK1/2 MAPK pathway

    Get PDF
    The extracellular signal-regulated kinase 1/2 (ERK1/2) mitogen-activated protein kinase (MAPK) signalling pathway regulates many cellular functions, including proliferation, differentiation, and transformation. To reliably convert external stimuli into specific cellular responses and to adapt to environmental circumstances, the pathway must be integrated into the overall signalling activity of the cell. Multiple mechanisms have evolved to perform this role. In this review, we will focus on negative feedback mechanisms and examine how they shape ERK1/2 MAPK signalling. We will first discuss the extensive number of negative feedback loops targeting the different components of the ERK1/2 MAPK cascade, specifically the direct posttranslational modification of pathway components by downstream protein kinases and the induction of de novo gene synthesis of specific pathway inhibitors. We will then evaluate how negative feedback modulates the spatiotemporal signalling dynamics of the ERK1/2 pathway regarding signalling amplitude and duration as well as subcellular localisation. Aberrant ERK1/2 activation results in deregulated proliferation and malignant transformation in model systems and is commonly observed in human tumours. Inhibition of the ERK1/2 pathway thus represents an attractive target for the treatment of malignant tumours with increased ERK1/2 activity. We will, therefore, discuss the effect of ERK1/2 MAPK feedback regulation on cancer treatment and how it contributes to reduced clinical efficacy of therapeutic agents and the development of drug resistance

    Catestatin, vasostatin, cortisol, temperature, heart rate, respiratory rate, scores of the short form of the Glasgow composite measure pain scale and visual analog scale for stress and pain behavior in dogs before and after ovariohysterectomy

    Get PDF
    Background: The stress reaction induced by surgery and associated pain may be detrimental for patient recovery and should be minimized. The neuropeptide chromogranin A (CGA) has shown promise as a sensitive biomarker for stress in humans. Little is known about CGA and its derived peptides, catestatin (CST) and vasostatin (VS), in dogs undergoing surgery. The objectives of this study were to investigate and compare concentrations of CGA epitopes CST and VS, cortisol, body temperature, heart rate, respiratory rate, scores of the short form of the Glasgow composite measure pain scale (CMPS-SF) and visual analog scales (VAS) for stress and pain behavior in dogs before and after ovariohysterectomy. Methods: Thirty healthy privately owned female dogs admitted for elective ovariohysterectomy were included. Physical examination, CMPS-SF, pain behavior VAS, and stress behavior VAS were recorded and saliva and blood samples were collected before surgery, 3h after extubation, and once at recall 7–15 days after surgery. Dogs were premedicated with morphine and received carprofen as analgesia for 7 days during the postoperative period. Results: At 3h after extubation, CMPS-SF and pain behavior VAS scores had increased (p<0.0001) and stress behavior VAS scores, temperature, respiratory rate (p<0.0001), plasma CST concentrations (p=0.002) had decreased significantly compared to before surgery. No significant differences were observed in the subjective and physiological parameters between before surgery and at recall, but plasma CST (p=0.04) and serum cortisol (p=0.009) were significantly lower at recall. Plasma VS, saliva CST, and heart rate did not differ significantly at any observed time. Conclusion: Study parameters for evaluating surgery-induced stress and pain changed in dogs subjected to ovariohysterectomy. To further evaluate CST and VS usefulness as pain biomarkers, studies on dogs in acute painful situations are warranted

    Inventariserend veldonderzoek

    No full text
    ln opdracht van de gemeente Aa & Hunze heeft Grontmij een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor de locatie plangebied Gasselterveld. Het onderzoek heeft bestaan uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend, karterend en waarderend booronderzoek. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied gelegen is in een dekzandgebied. Er kunnen archeologische resten verwacht worden die dateren uit/vanaf het Laat-Paleolithicum/Mesolithicum. Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied bestaat uit een bouwvoor en/of strooisellaag op zand. ln een zeer groot aantal boringen is de bodemopbouw onder de bouwvoor/strooisellaag niet meer intact. ln veel gevallen zijn resten van de oorspronkelijke podzol als brokken vermengd geraakt in het zandpakket. Onder deze verstoorde/gewoelde laag ligt het ongestoorde gele dekzand (C-horizont). Bij een aantal boringen is nog wel een intacte podzol aangetroffen (met in ieder geval een groot gedeelte van de E-horizont op B- en BC-horizonten). Ter plaatse van deze intacte boringen zijn grondmonsters gezeefd op een 4 mm zeef. ln de zeefresidu's zijn geen bewerkte of verbrande vuurstenen of andere archeologische indicatoren (bijvoorbeeld houtskool) aangetroffen. Er zijn tijdens het booronderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen

    Archeologisch onderzoek 150 kV verbinding Geertruidenberg, Bureauonderzoek

    No full text
    Archeologisch onderzoek 150 kV verbinding Geertruidenberg, gemeente Geertruidenberg Docnr. TenneT: 0774920, revisie 2.0 Pagina 6 van 26 Samenvatting In opdracht van TenneT TSO BV heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd van het voorkeurstracé van een nieuwe 150 kV kabel ten zuiden en ten oosten van de bebouwde kom van de plaatsen Raamsdonkveer en Geertruidenberg, gemeente Geertruidenberg. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen van TenneT om een deel van de bovengrondse huidige 150 kV-verbinding Geertruidenberg-Waalwijk, ter hoogte van de kernen van Geertruidenberg en Raamsdonksveer, ondergronds te brengen. Hiervoor zal de kabel in een nieuw tracé vanaf het 150 kV-station Geertruidenberg naar mast 021 (eerste mast ten oosten van de A27) door middel gestuurde boringen of open ontgraving worden aangelegd. Het bureauonderzoek is uitgevoerd voor de delen van het nieuwe tracé waar de kabel door middel van open ontgravingen wordt aangelegd. Op basis van raadpleging en interpretatie van verschillende bronnen is een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld en een advies met betrekking tot archeologisch vervolgonderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten kan de gemeentelijke verwachtingskaart van de gemeente Geertruidenberg worden gevolgd. Delen van het nieuwe tracé die worden aangelegd met open ontgraving liggen in zones met een hoge, middelhoge of lage archeologische verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten. Gezien de archeologische verwachting en de diepte van de voorgenomen bodemingrepen bij de open ontgravingen is geadviseerd in de zones met een hoge en/of middelhoge verwachting een aanvullend archeologisch onderzoek te laten verrichten in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (IVO), bestaande uit een booronderzoek verkennende en karterende fase

    SWECO ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 2186

    No full text
    In opdracht van Scania BV te Meppel heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd naar de locatie voor de bouw van een nieuwe bedrijfshal aan de Industrieweg 24 te Meppel, gemeente Meppel. De aanleiding voor dit onderzoek zijn graafwerkzaamheden en bouwwerkzaamheden. Op basis van de informatie van de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart ligt in het plangebied vanaf maaiveld een ophogingspakket van circa 1 m. In het deel waar eerder een bodemsanering heeft plaatsgevonden is de bodem vanaf maaiveld tot circa 2,5 m diepte vervangen door een pakket ingebracht zand en is er alleen een kleine kans op het aantreffen van Steentijdresten in de top van het daaronder liggende dekzand. De archeologische verwachting voor de periode Steentijd is middelhoog; voor de periode IJzertijd t/m Nieuwe tijd is de verwachting laag. Uit het veldonderzoek is gebleken dat er vanaf maaiveld een ophogingspakket ligt bestaand uit zand met een dikte variërend van 1,3 tot 2,4 m. Daaronder ligt in 5 boringen een veenpakket, waarvan de top is veraard. Onder het veen ligt dekzand bestaande uit lichtgrijs zand met hout- en wortelresten en humeuze bandjes. Er zijn in de boringen geen archeologische indicatoren/vondsten aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. In het dekzand is geen podzol ontwikkeld en waarschijnlijk was het gebied hiervoor te nat. Dit kan een reden zijn waarom er geen archeologische indicatoren zoals houtskoolspikkels zijn aangetroffen. Het gebied was in de Steentijd zeer waarschijnlijk niet geschikt voor de vestiging van (tijdelijke) nederzettingen. Uit de periode na de Steentijd zijn eveneens geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt voor het plangebied geen vervolgonderzoek aanbevolen. De voorgenomen bodemingrepen kunnen zonder archeologisch voorbehoud worden uitgevoerd

    GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 453

    No full text
    Grontmij Nederland BV heeft in opdracht van gemeente Heerlen op 12 april 2007 een archeolo-gisch onderzoek uitgevoerd in verband met de aanleg van een boorput t.b.v. het Mijnwaterpro-ject aan de Terhoevenderweg te Heerlen. Doel van onderhavig onderzoek (opgraving) is het documenteren van gegevens en het veiligstel-len van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Het onderzoek is uitgevoerd in de middenberm van de Terhoevenderweg waar een opgravings-put is aangelegd van ongeveer 7 bij 7 meter. Het onderzoek was noodzakelijk vanwege de monumentenstatus van het onderzoeksgebied De ondergrond van het onderzoeksgebied bestaat uit eolische afzettingen uit het Pleistoceen, meer bepaald de laatste twee ijstijden Saale- en Weichsel glaciaal. In deze afzettingen zijn bergbrikgronden gevormd (code BLb6) welke tijdens de opgraving ook werden aangetroffen. In ARCHIS 2 zijn zes waarnemingen bekend binnen een straal van Ă©Ă©n kilometer rond het plan-gebied. De IKAW geeft voor het plangebied een hoge indicatie voor het aantreffen van archeo-logische waarden. Voor het plangebied werd een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde voor het aantreffen van archeologische waarden uit de IJzertijd-Romeinse tijd vastgesteld. Tijdens de archeologische opgraving zijn in het plangebied geen archeologische resten aange-troffen. Er zal als gevolg van de geplande werkzaamheden dan ook geen verstoring van archeo-logische waarden optreden

    Inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, Plangebied zandwinning Poelkampen fase 2, gemeente Border -Odoorn

    No full text
    Rapportage van een karterend booronderzoek ter plaatse van de geplande zandwinning Poelkampen fase 2
    • …
    corecore