205 research outputs found

    Industrial policy, competition policy and strategic autonomy 80

    Get PDF
    There is a growing recognition in the European Union (EU) of the need to become more "strategically autonomous" in the current global economic environment. The idea is that this can be achieved by diversifying supply chains and making sure there are critical capacities domestically or at least within the EU. However, such a strategy creates a formidable challenge for the integrity of the internal market and could spill over into the various branches of competition policy. This chapter aims to provide insight into the balancing act that state and market actors must perform when potential conflicts between industrial policy and competition law and policy arise. It argues in favour of a more harmonious market failure test

    Archeologische evaluatie en waardering van de abdijsite van Munsterbilzen (Bilzen, provincie Limburg)

    Get PDF
    In de loop van 2010 voerde het onderzoeks- & adviesbureau Triharch een archeologische studie uit in functie van een eventuele wettelijke bescherming van de abdijsite van Munsterbilzen te Bilzen (provincie Limburg). Dit rapport is de neerslag van dit onderzoek. De abdijsite van Munsterbilzen ligt op de noordelijke flank van een lage heuvelrug, net op de grens met de alluviale vallei van de Molenbeek en op het snijpunt van de vruchtbare Haspengouwse leemplateaus, de zandige gronden van de Kempen en de Maasvallei. Rondom de abdijsite is het dorp van Munsterbilzen gegroeid. Uit de analyse van de historische studies en de cartografische en iconografische bronnen blijkt dat het stift minstens vanaf de 10de eeuw een bijna continue geschiedenis heeft gekend als religieuze instelling en, vanaf eind 19de eeuw, als verzorgingsinstelling. Het adellijk damesstift van Munsterbilzen is één van de vijf belangrijkste kerkelijke instellingen die een diepe stempel hebben gedrukt op het dagelijkse leven in een groot deel van Haspengouw en de Kempen tijdens het Ancien Régime. Ondanks eerdere claims zijn er momenteel geen rechtstreekse bewijzen van de aanwezigheid van een Gallo-Romeinse nederzetting op de abdijsite. Volgens de overgeleverde traditie bouwde Landrada in de 2de helft van de 7de eeuw een kerk of kapel in de bossen van Belisia. Rond de kerk werd een vrouwenklooster opgericht dat circa 880 zou verwoest zijn door de Noormannen, waarna het tot een heropbouw - ergens tussen 950 en 986 - verlaten bleef. Deze eerste Merovingische oorsprong staat bij historici ter discussie. Sinds de opgravingen in 2006 in de Water- en Perronstraat zijn er wel archeologische gegevens die in de richting van een Merovingische oorsprong van de abdij wijzen. Ze tonen aan dat het archeologisch bodemarchief van de abdijsite de enige betrouwbare bron is voor de vroegste geschiedenis. Een aantal vaststellingen (rijke graven, muntrecht) staven dat de abdijsite een belangrijke rol moet gespeeld hebben in het wereldlijk en kerkelijk bestuur in de 10de en 11de eeuw. Van de 12de tot de 18de eeuw was de kloostergemeenschap een seculiere damesstift onder de voogdij van de graven van Loon, later onder het gezag van de prins-bisschoppen van Luik. Het centrale deel van het stift was omsloten door een muur, waarschijnlijk voorafgegaan door een gracht die de abdijsite in een U-vorm omsloot. Binnen de muren waren het abdissenkwartier met de aanpalende dienstgebouwen, het kerkencomplex (parochiekerk met kerkhof en Sint-Amorkerk) en de verblijfplaatsen van de kanunnikessen gelegen. Bovengronds is enkel de 16de-eeuwse vierkante toren tegen de huidige parochiekerk en het abdissenkwartier uit het midden van de 18de eeuw bewaard gebleven. Dit intra muros gedeelte kan gezien worden als het kerngebied van het stift. De abdijsite was in oorsprong veel ruimer. Op basis van het onderzoek is een ruimere begrenzing van de abdijsite echter niet verantwoord. Het einde van het adellijk stift voltrok zich in een periode van ongeveer 8 jaar als gevolg van de Franse Revolutie (1789). In de 19de en 20ste eeuw wordt de geschiedenis van de abdsijsite gekenmerkt door eerst een versnippering en daarna een hereniging van het domein. In de loop der jaren werd vrijwel het hele terrein volgebouwd. Ondanks de impact van de vele graafwerken doorheen de eeuwen bewijzen de verschillende archeologische vaststellingen dat de geschiedenis evenwel nog in het bodemarchief verankerd ligt. Op basis van de archeologische evaluatie en waardering besluit de studie dat deze archeologische site een hoge inhoudelijke, vormelijke en belevingswaarde heeft

    Archeologische evaluatie en waardering van de site Keizersberg (Leuven, provincie Vlaams-Brabant)

    Get PDF
    De Keizersberg maakt deel uit van de zuidelijke heuvels van het Hageland die de stad Leuven in het noorden omringen en gekenmerkt worden door steile hellingen en plateauvormige heuveltoppen. Voordat de mens op grote schaal op de Keizersberg ingreep, moeten deze hellingen heel wat minder steil geweest zijn. De dominante positie van de Keizersberg de stad overschouwend en prominent zichtbaar vanuit de benedenstad heeft de mens steeds aangetrokken. Omwille van de topografische kenmerken van de Keizersberg is niet uit te sluiten dat op deze plaats een versterking heeft gestaan in de ijzertijd, de Romeinse periode of de vroege middeleeuwen. Tot nu toe ontbrak hiervoor echter elke aanwijzing. Ook deze studie van de gekende archeologische waarnemingen en vondsten heeft geen bewijzen kunnen aanleveren van menselijke activiteit op de Keizersberg van vóór einde 12de/begin 13de eeuw. Het booronderzoek geeft echter aan waarom dergelijke vondsten (nog) niet aangetroffen werden. Grote delen van het plateau van de Keizersberg zijn vanaf de 13de eeuw immers verschillende meters opgehoogd. Een bevestiging van deze hypothese wordt geleverd door de vondst van enkele aardewerkfragmenten in een proefsleuf die uit de ijzertijd, de Romeinse periode of de vroege middeleeuwen dateren. Dit verklaart ook het feit dat het geofysisch onderzoek in deze zone geen anomalieën aangaf die konden verbonden worden met in de ondergond aanwezige muren en funderingen. De veelvuldige aanwezigheid van stortlagen op grote delen van de Keizersberg en haar hellingen zijn getuigen van de eeuwenlange menselijke bouwijver en de daarmee samenhangende ingrepen in de bodem. Hiervan zijn de middeleeuwse hertogelijke burcht, de commanderij van de tempeliers (opgevolgd door de hospitaalridders), en de 2de stadsomwalling de exponenten op de Keizersberg. De burcht werd waarschijnlijk opgericht in het begin van de 13de eeuw door hertog Hendrik I van Brabant. Het archeologisch onderzoek heeft dit niet kunnen bevestigen noch weerleggen. Dit sluit de mogelijkheid niet uit dat de burcht één of meerdere voorlopers kende. Indien op de Keizersberg een neerhof als onderdeel van een motte aanwezig was, is het denkbaar dat er, als voorloper van de burcht en misschien zelfs op dezelfde locatie gelegen, ook een opperhof heeft gelegen. Indien het opperhof op de plaats van de burcht lag, zal hiervan waarschijnlijk elk spoor uitgewist zijn door de bouw van de burcht en het graven van de gracht er omheen. De expansie- en defensiepolitiek van de hertogen van Brabant ging immers gepaard met de uitbouw van een administratie en de oprichting van burchten. Qua architectuur is de hertogelijke burcht van de Keizersberg een typevoorbeeld van de ronde hoogteburchten. De burcht was aan de west-, noord- en oostzijde omgeven door een brede en diepe (droge) gracht. In de 13de eeuw was Leuven nog de onbetwiste hoofdstad van het hertogdom Brabant, al zou het tij snel keren. Na de opname van het hertogdom van Brabant door achtereenvolgens het Bourgondische (1430) en Habsburgse rijk (1482) en na het insluiten van de site binnen een nieuwe stadsomwalling vanaf 1357, verbleven machthebbers als Keizer Karel (1ste helft 16de eeuw) en de aartshertogen Albrecht en Isabella (eind 16de begin 17de eeuw) slechts kort en sporadisch in de burcht, die werd beheerd door lokale kasteelheren. Door de verminderde status van de burcht, was er ook minder aandacht (en geld) voor onderhouds- en herstellingswerken. De burcht had immers stabiliteitsproblemen en bleef niet gespaard van branden. Hierdoor trad vanaf het midden van de 17de eeuw een fase van verval in, met sloopactiviteiten en ruiming van ingestorte delen. In het oostelijk deel van de Keizersberg bevond zich de commanderij. Deze zou opgericht zijn door de tempeliers tussen 1184 en 1220, dus nog voor de bouw van de burcht. De kapel van de commanderij was aan Sint-Niklaas gewijd, maar vanaf het midden van de 15de eeuw werd ze meestal Sint-Janskerk(je) genoemd gezien de kerk toen herbouwd werd. In die periode was de kerk een drukbezocht pelgrimsoord. Van de commanderij is op zich niet veel bewaard gebleven. Naast de schapenstal en een waterput, bevinden zich nog een aantal (keer)muren en dagzomende funderingen op het terrein van de commanderij. Verspreid over het terrein bevinden zich ook nog bouwelementen die hoogstwaarschijnlijk afkomstig zijn van de gebouwen van de commanderij. In de ondergrond zitten echter heel wat meer resten van de commanderij bewaard. Het proefsleuvenonderzoek binnen deze zone heeft aangetoond dat er inderdaad resten van bebouwing van de 13de tot de 20ste eeuw in de ondergrond aanwezig zijn. Deze resten bevinden zich onmiddelijk onder het maaiveld en zijn dus zeer kwetsbaar voor nieuwe bodemingrepen. De vondst van twee menselijke skeletten uit de periode 13de tot 18de eeuw bewijzen dat er binnen deze zone ook een begraafplaats was, waarschijnlijk rondom de Sint-Niklaas/Sint-Janskerk. Ook het geofysisch onderzoek gaf tal van aanwijzingen naar funderingen, wegen,... in de bodem die in verband kunnen gebracht worden met de commanderij én de bebouwde zone van die commanderij mee kunnen helpen afbakenen. Bij de bouw van de 2de stadsomwalling rond Leuven (14de eeuw) kwam de Keizersberg binnen de stad te liggen (intra muros). Het bureauonderzoek heeft aangetoond dat een deel van de 2de stadsomwalling binnen de site van de Keizersberg was gelegen. Deze wal was al grotendeels weg gegraven vóór de aanleg van de Ludenscheidsingel in 1972. Er zijn echter aanwijzingen dat er nog funderingen in de bodem aanwezig kunnen zijn. Het bureauonderzoek heeft aangetoond dat van de 12de tot de 20ste eeuw nog op andere plaatsen (resten van) bebouwing stond op de Keizersberg. De visuele terreinopname en het booronderzoek heeft verder ook aangetoond dat de grondstoffen van de Keizersberg ook door de mens ontgonnen werden en een grondige bodemkundige studie reveleerde de aanwezigheid van uitzonderlijk goed bewaarde hortizolen, bodems die zich ontwikkeld hebben onder grond die lange tijd (> 500 jaar) in gebruik was als moestuin. Ook zones op de Keizersberg waar geen bebouwing is geweest kunnen dus toch een hoge erfgoedwaarde hebben. Op basis van deze en nog meer resultaten en van een waardering op basis van de criteria besluit het rapport dat deze archeologische site een hoge inhoudelijke, vormelijke en belevingswaarde heeft en het areaal van de Keizersberg in aanmerking komt voor bescherming. De synthesekaarten opgesteld op basis van de resultaten van dit onderzoek, kunnen dienen voor het opstellen van een erfgoedbeheersplan voor deze site

    Politiebestel in balans? Politiek-bestuurlijke sturing, democratische verantwoording, samenwerking en maatschappelijke inbedding in een nationaal politiebestel

    Get PDF
    Op 1 januari 2013 trad de Politiewet 2012 in werking. Artikel 74 van de wet bepaalt dat de Minister van Justitie en Veiligheid binnen vijf jaar na inwerkingtreding een evaluatie van die wet aan de Staten-Generaal moet sturen over doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk.In dit rapport staat de vraag centraal hoe de Politiewet 2012 in de praktijk is geïmplementeerd en welke consequenties zich voordoen voor de politieorganisatie en voor de verschillende externe partijen die bij het politiewerk betrokken zijn. De hoofdvraag die aan dit onderzoek ten grondslag ligt, luidt: Hoe kan de werking van de Politiewet 2012 inzake de thema’s (1) politiek bestuurlijke sturing en politiek-democratische verantwoording, (2) samenwerking en (3) maatschappelijke inbedding, worden geëvalueerd?Security and Global Affair

    The war on street 'terror': why tackle anti-social behaviour?

    Full text link
    This article examines the rationales of Dutch politicians for tackling the perceived pressing problem of 'anti-social behaviour' (ASB) and the question did they copy the British approach? The first part will describe in short the concept of policy transfer and the recent British fight against ASB. The focus will be on the introduction of the Anti-social Behaviour Order. The second part is an empirical study into the Dutch retreat from 'condoning' ASB, consisting of interviews with Dutch politicians focusing on their ideas for tackling ASB. Those are compared with the British's rationales. This kind of comparative elite ethnography is not common in criminology, but this article aims at providing evidence of its benefits. By answering the research question an insight into the origins of policy in the sphere of criminal justice can be obtained

    Border collapse and boundary maintenance: militarisation and the micro-geographies of violence in Israel–Palestine

    Get PDF
    This is the author accepted manuscript. The final version is available from the publisher via the DOI in this record.Drawing upon subaltern geopolitics and feminist geography, this article explores how militarisation shapes micro-geographies of violence and occupation in Israel–Palestine. While accounts of spectacular and large-scale political violence dominate popular imaginaries and academic analyses in/of the region, a shift to the micro-scale foregrounds the relationship between power, politics and space at the level of everyday life. In the context of Israel–Palestine, micro-geographies have revealed dynamic strategies for ‘getting by’ or ‘dealing with’ the occupation, as practiced by Palestinian populations in the face of spatialised violence. However, this article considers how Jewish Israelis actively shape the spatial micro-politics of power within and along the borders of the Israeli state. Based on 12 months of ethnographic research in Tel Aviv and West Jerusalem during 2010–2011, an analysis of everyday narratives illustrates how relations of violence, occupation and domination rely upon gendered dynamics of border collapse and boundary maintenance. Here, the borders between home front and battlefield break down at the same time as communal boundaries are reproduced, generating conditions of ‘total militarism’ wherein military interests and agendas are both actively and passively diffused. Through gendering the militarised micro-geographies of violence among Jewish Israelis, this article reveals how individuals construct, navigate and regulate the everyday spaces of occupation, detailing more precisely how macro political power endures.This work was supported by the SOAS, University of London; University of London Central Research Fund

    Novel HIV-1 Knockdown Targets Identified by an Enriched Kinases/Phosphatases shRNA Library Using a Long-Term Iterative Screen in Jurkat T-Cells

    Get PDF
    HIV-1 is a complex retrovirus that uses host machinery to promote its replication. Understanding cellular proteins involved in the multistep process of HIV-1 infection may result in the discovery of more adapted and effective therapeutic targets. Kinases and phosphatases are a druggable class of proteins critically involved in regulation of signal pathways of eukaryotic cells. Here, we focused on the discovery of kinases and phosphatases that are essential for HIV-1 replication but dispensable for cell viability. We performed an iterative screen in Jurkat T-cells with a short-hairpin-RNA (shRNA) library highly enriched for human kinases and phosphatases. We identified 14 new proteins essential for HIV-1 replication that do not affect cell viability. These proteins are described to be involved in MAPK, JNK and ERK pathways, vesicular traffic and DNA repair. Moreover, we show that the proteins under study are important in an early step of HIV-1 infection before viral integration, whereas some of them affect viral transcription/translation. This study brings new insights for the complex interplay of HIV-1/host cell and opens new possibilities for antiviral strategies
    • …
    corecore