Archeologische begeleiding van een waterbassin aan de Oude Heerestraat in Oud-Turnhout

Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]

Headache and pregnancy. a systematic review

This systematic review summarizes the existing data on headache and pregnancy with a scope on clinical headache phenotypes, treatment of headaches in pregnancy and effects of headache medications on the child during pregnancy and breastfeeding, headache related complications, and diagnostics of headache in pregnancy. Headache during pregnancy can be both primary and secondary, and in the last case can be a symptom of a life-threatening condition. The most common secondary headaches are stroke, cerebral venous thrombosis, subarachnoid hemorrhage, pituitary tumor, choriocarcinoma, eclampsia, preeclampsia, idiopathic intracranial hypertension, and reversible cerebral vasoconstriction syndrome. Migraine is a risk factor for pregnancy complications, particularly vascular events. Data regarding other primary headache conditions are still scarce. Early diagnostics of the disease manifested by headache is important for mother and fetus life. It is especially important to identify "red flag symptoms" suggesting that headache is a symptom of a serious disease. In order to exclude a secondary headache additional studies can be necessary: electroencephalography, ultrasound of the vessels of the head and neck, brain MRI and MR angiography with contrast ophthalmoscopy and lumbar puncture. During pregnancy and breastfeeding the preferred therapeutic strategy for the treatment of primary headaches should always be a non-pharmacological one. Treatment should not be postponed as an undermanaged headache can lead to stress, sleep deprivation, depression and poor nutritional intake that in turn can have negative consequences for both mother and baby. Therefore, if non-pharmacological interventions seem inadequate, a well-considered choice should be made concerning the use of medication, taking into account all the benefits and possible risks

Perceived Social Support from Different Sources and Adolescent Life Satisfaction Across 42 Countries/Regions: The Moderating Role of National-Level Generalized Trust

Although previous research established a positive association between perceived social support and adolescent life satisfaction, little is known about the relative importance of different sources of support for adolescent life satisfaction and cross-country variations in this respect. Using large-scale representative samples from the 2017/18 Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) study, this study examined to what extent the association between social support and life satisfaction in early adolescence varied across different social sources and countries. Also, it examined whether cross-country variations are explained by national-level generalized trust, a sociocultural factor that shapes adolescent socialization. National-level data were linked to data from 183,918 early adolescents (Mage = 13.56, SD = 1.63, 52% girls) from 42 European and North American countries/regions obtained from HBSC. Multilevel regression analyses yielded a positive association between support from different sources and life satisfaction. The strongest associations were found for support from families, followed by teachers and classmates, and weakest for support from friends. Associations varied across different countries/regions. National-level trust amplified the association between perceived classmate support and adolescent life satisfaction. The revealed cross-country differences open avenues for future cross-cultural research on explanations for cross-cultural differences in the association between social support from different sources and life satisfaction in early adolescence

Opgraving vindplaats 7 west, VINEX Schuytgraaf, gemeente Arnhem

In opdracht van GEM Schuytgraaf Beheer BV te Arnhem is door archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf te Nijmegen een definitieve opgraving uitgevoerd van vindplaats 7 west in nieuwbouwwijk Schuytgraaf, in het kader van de archeologische begeleiding van het VINEX-Project 9. Het onderzoek is te zien in het kader van meerdere opgravingen die hier plaatsgevonden hebben, maar die voor het grootste deel nog niet gepubliceerd zijn, met name het overige deel van vindplaats 7. Van het onderzoeksterrein van 8000 m² is in verschillende fasen in totaal ca. 5000 m² in één vlak opgegraven Het onderzoek heeft voornamelijk sporen uit de Late-IJzertijd en/of de Romeinse tijd aan het licht gebracht. Het gaat om kuilen en paalkuilen die vermoedelijk tot één site behoren. De vindplaats werd evenwel verstoord door sloten en kuilen uit de Nieuwe tijd. Het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied maakt deel uit van een relatief hoog gelegen terrein met zandige afzettingen dat geschikt werd voor bewoning vanaf de Vroege-IJzertijd. Hier zijn de meeste sporen aangetroffen. Het gaat om enkele spiekers, afvalkuilen en kleiwinningskuilen. Deze behoren tot de periferie van de nederzetting die ten oosten van het onderzoeksgebied ligt (vindplaats 7). De sporen lagen onder de resten van een woerd, een opgehoogde oude woongrond, die rijk is aan fosfaat. De woerd kan op basis van het duidelijk Romeinse materiaal in een latere fase gedateerd worden dan de sporen. De woerd strekt zich naar het oosten verder uit binnen de rest van vindplaats 7. Ten oosten van de woerd tussen vindplaats 4 en 7 stroomde tijdens de bewoningsfasen een watervoerende geul. In het noordwestelijke deel van het onderzoeksgebied komen middelhoge oeverafzettingen voor en in het zuidelijke deel lage oeverafzettingen. Dit deel is nog steeds relatief laag gelegen en vormde tijdens en na de bewoningsperiode een vochtig (drassig) gebied. Na de Romeinse tijd is het terrein vervlakt door de vorming van nieuwe zware komkleien in de laagtes. Menselijke ingrepen in de 20e eeuw zorgden voor een verdere egalisatie. In de Nieuwe tijd werd de vindplaats verstoord door de aanleg van verschillende elkaar opvolgende systemen van ontwateringssloten. Tevens is een recent rechthoekig greppelsysteem aangetroffen dat eventueel in verband gebracht kan worden met de Tweede Wereldoorlog. Enkele recente rechthoekige kuilen zouden in dat verband als schuttersputten geduid kunnen worden.. De onderzoeksvragen met betrekking tot voedselvoorziening, landschapsgebruik, sociaal-economische stratificatie, continuïteit en intra- en intersite relaties konden niet beantwoord worden, vanwege het geringe voorkomen van sporen en vondsten en de slechte conservering en gaafheid daarvan

Archeologisch vooronderzoek d.m.v. proefsleuven.

onderzoeksrappor

Heteren Rozenpad

De vondsten die op deze locatie zijn gedaan bevinden zich niet in situ, maar zijn hoogstwaarschijnlijk ingespoeld vanaf de aangrenzende oeverwallen, waar mogelijk vanaf de Romeinse tijd bewoning heeft plaatsgevonden. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt archeologisch vervolgonderzoek in dit plangebied niet noodzakelijk geacht