Het recreatief gebruik van P-Veluwe Van 't Hoffweg

Dit onderzoek is onderdeel van een grootschalig onderzoek naar het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en de P‐Veluwe. Voor dit onderzoek zijn op 12 verschillende locaties 3410 enquêtes afgenomen. Dit rapport bevat een uitgebreide rapportage van de resultaten van de enquêtes die zijn afgenomen op de P‐Veluwe Van ’t Hoffweg en bij het Kootwijkerzand, gelegen tussen Stroe en Harskam

Het recreatief gebruik van Veluwetransferia & P-Veluwe

In de afgelopen jaren heeft de provincie Gelderland samen met diverse partners gewerkt aan het realiseren van Veluwetransferia en P-Veluwe locaties. Het doel van deze voorzieningen is enerzijds de recreatieve beleving van de Veluwe te vergroten en anderzijds negatieve effecten op de omgeving zoveel mogelijk te beperken. In opdracht van de provincie heeft Wageningen Universiteit onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en P-Veluwe. Daarvoor zijn op diverse locaties verkeerstellingen gehouden en op 12 verschillende locaties in totaal 3410 enquêtes afgenomen onder de bezoekers. In dit rapport worden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd

Computational reconstruction of pacemaking and intrinsic electroresponsiveness in cerebellar Golgi cells.

The Golgi cells have been recently shown to beat regularly in vitro (Forti et al., 2006. J. Physiol. 574, 711-729). Four main currents were shown to be involved, namely a persistent sodium current (I(Na-p)), an h current (I(h)), an SK-type calcium-dependent potassium current (I(K-AHP)), and a slow M-like potassium current (I(K-slow)). These ionic currents could take part, together with others, also to different aspects of neuronal excitability like responses to depolarizing and hyperpolarizing current injection. However, the ionic mechanisms and their interactions remained largely hypothetical. In this work, we have investigated the mechanisms of Golgi cell excitability by developing a computational model. The model predicts that pacemaking is sustained by subthreshold oscillations tightly coupled to spikes. I(Na-p) and I(K-slow) emerged as the critical determinants of oscillations. I(h) also played a role by setting the oscillatory mechanism into the appropriate membrane potential range. I(K-AHP), though taking part to the oscillation, appeared primarily involved in regulating the ISI following spikes. The combination with other currents, in particular a resurgent sodium current (I(Na-r)) and an A-current (I(K-A)), allowed a precise regulation of response frequency and delay. These results provide a coherent reconstruction of the ionic mechanisms determining Golgi cell intrinsic electroresponsiveness and suggests important implications for cerebellar signal processing, which will be fully developed in a companion paper (Solinas et al., 2008. Front. Neurosci. 2:4)

Diagnosing overtraining in athletes using the two-bout exercise protocol

Objective: In this work, whether a two-bout exercise protocol can be used to make an objective, immediately available distinction between non-functional over reaching (NFO) and overtraining syndrome (OTS) was studied. Design: Underperforming athletes who were diagnosed with the suspicion of NFO or OTS were included in the study. Recovery of the athletes was monitored by a sports physician to retrospectively distinguish NFO from OTS. Setting: Sports medicine laboratory Participants: The protocol was started and completed by 10 underperforming athletes. NFO was retrospectively diagnosed in five athletes, and OTS was diagnosed in five athletes. Interventions: A two-bout maximal exercise protocol was used to measure physical performance and stressinduced hormonal reactions. Main outcome measurements: Exercise duration, heart rate and blood lactate concentration were measured at the end of both exercise tests. Venous concentrations cortisol, adrenocorticotrophic hormone (ACTH), prolactin and growth hormone were measured both before and after both exercise tests. Results: Maximal blood lactate concentration was lower in OTS compared with NFO, while resting concentrations of cortisol, ACTH and prolactin concentrations were higher. However, sensitivity of these measures was low. The ACTH and prolactin reactions to the second exercise bout were much higher in NFO athletes compared with OTS and showed the highest sensitivity for making the distinction. Conclusions: NFO might be distinguished from OTS based on ACTH and prolactin reactions to a two-bout exercise protocol. This protocol could be a useful tool for diagnosing NFO and OTS; however, more data should be collected before this test can be used as the gold standard

Structural build-up of cementitious paste under external magnetic fields

Engineering application processes of fresh concrete include transporting, pumping, formwork casting, etc. Each process is a significant factor influencing properties of fresh and hardened concrete. However, many contradicting requirements of fresh concrete performances (such as structuration rate) exist in these operation processes. Therefore, advanced techniques need to be proposed to satisfy future challenges. Actively controlling the stiffness by applying external magnetic fields would be a potential solution for the contradicting requirements, and could make the pumping and casting processes smarter and more reliable. In the present paper, the effects of magnetic field strength and magnetizing time on structural build-up of cementitious paste are discussed. The results show that higher magnetic field strengths result in higher percolation time and lower phase angle at equilibrium state. However, the application of external magnetic fields with low flux density has little effects on the viscoelastic behaviour of cementitious paste. Under high magnetic field strengths, the viscousliquid behaviour dominates the elastic-solid behaviour at early stage, while the solid-like behaviour becomes more dominant with magnetizing time

Het recreatief gebruik van het Veluwetransferium Nunspeet

Dit onderzoek is onderdeel van een grootschalig onderzoek naar het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en de P‐Veluwe. Voor dit onderzoek zijn op 12 verschillende locaties 3410 enquêtes afgenomen. Dit rapport bevat een uitgebreide rapportage van de resultaten van de enquêtes die zijn afgenomen op het Veluwetransferium Nunspeet, gelegen naast station Nunspee

Het recreatief gebruik van het Veluwetransferium Posbank

Dit onderzoek is onderdeel van een grootschalig onderzoek naar het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en de P‐Veluwe. Voor dit onderzoek zijn op 12 verschillende locaties 3410 enquêtes afgenomen. Dit rapport bevat een uitgebreide rapportage van de resultaten van de enquêtes die zijn afgenomen op het Veluwetransferium de Posbank

Het recreatief gebruik van P-Veluwe Poolseweg

Dit onderzoek is onderdeel van een grootschalig onderzoek naar het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en de P‐Veluwe. Voor dit onderzoek zijn op 12 verschillende locaties 3410 enquêtes afgenomen. Dit rapport bevat een uitgebreide rapportage van de resultaten van de enquêtes die zijn afgenomen op de P‐Veluwe Poolseweg, gelegen in het Leuvenumse Bos, tussen Elspeet en Harderwij

Het recreatief gebruik van P-Veluwe Lappendeken

Dit onderzoek is onderdeel van een grootschalig onderzoek naar het recreatief gebruik van de Veluwetransferia en de P‐Veluwe. Voor dit onderzoek zijn op 12 verschillende locaties 3410 enquêtes afgenomen. P‐Veluwe Lappendeken is gelegen op een glooiing in het Nationaal Park Veluwezoom. Het bevindt zich tussen Dieren en Rheden. De Posbank met zijn uitzichten en het bezoekerscentrum zijn eenvoudig te bereiken. Op korte afstand bevinden zich diverse kastelen en landgoederen