15 research outputs found

    Verslag van de dialogen over duurzame landbouw in 2006

    Get PDF
    In opdracht van de WOT Natuur & Milieu zijn in 2006 in totaal zeven dialogen georganiseerd door LEI, WING (Wageningen UR) en het Instituut voor Milieuvraagstukken IVM, Amsterdam. Dialogen zijn gehouden in zes sectoren: de varkens-, melkvee- en pluimveehouderij, de glastuinbouw, de akkerbouw en de opengrondsteelten. Daarnaast is een afsluitende, zevende, dialoog georganiseerd over thema’s gebaseerd op de uitkomsten van de voorafgaande zes sectordialogen. Dit werkdocument bevat het basismateriaal uit de dialoge

    Dialogen over verduurzaming van de Nederlandse landbouw : gestructureerde sectordialogen als onderdeel van een monitoringsmethodiek

    Get PDF
    Dit rapport beschrijft en analyseert een serie gestructureerde sectordialogen als onderdeel van een monitoringsmethodiek voor de verduurzaming van de landbouw. Deze dialogen zijn in 2006 in opdracht van het Ministerie van LNV georganiseerd met de volgende doelen: 1) Welke ambities hebben de verschillende sectoren op het gebied van het verduurzamen van de landbouw en 2) hoe vindt de sector dat zij er op dit moment voorstaat in haar ontwikkeling naar een duurzame landbouw? In een kritische reflectie wordt de kwaliteit en effectiviteit van de uitgevoerde sectordialogen behandeld. In een vergelijking met een kwantitatieve monitoringsmethodiek wordt de toegevoegde waarde van de dialogen als (aanvullend) onderdeel van een meer omvattende methodiek voor de monitoring van verduurzaming van de landbouw bediscussieerd. Trefwoorden: lerende monitoring, participatieve monitoring, dialogen, duurzame landbou

    Zeetoegang IJmond: Planstudie Nieuwe Zeesluis fase 1, Ontwerpnota variant 1 en variant 2

    No full text
    Om aan de vereiste ramingnauwkeurigheid te kunnen voldoen zijn alleen die onderdelen van de sluis uitwerkt die een substantieel aandeel van de kosten innemen: deuren, sluishoofden en in mindere mate de kolkwanden. Andere onderdelen zoals weg, terreininrichting worden alleen op hoofdlijn schetsontwerpniveau ontworpen. Voorts zijn specifieke onderdelen nader uitgewerkt op aangeven van Advisory Board en het Technisch Team van Rijkswaterstaat en Haven Amsterdam. De nautische veiligheid wordt aangetoond door een real-time simulatie. Door middel van een gedegen en conservatieve Beschikbaarheidanalyse, waarbij ook gebruik gemaakt is van de resultaten van het T0 onderzoek Noordersluis, is met een hoge mate van zekerheid aangetoond dat de sluis en dan met name de sluisdeur incl. bewegingswerk, bediening- en besturingsinstallatie voldoet aan de beschikbaarheideisen. De risico's die in de vorige en het begin van deze fase zijn geïdentificeerd, onder andere door het uitvoeren van een risicosessie, worden beheerst door gedegen ontwerpwerk. Omdat een groot deel van de risico\u92s betrekking hebben op de grondgesteldheid heeft RWS een archiefonderzoek gedaan naar beschikbare grondonderzoeken. DHV heeft deze vervolgens beoordeeld op bruikbaarheid. Hieruit blijkt dat een beperkt deel bruikbaar is en leidt tot een voorlopige conclusie dat de aannames die gedaan zijn aan de conservatieve kant zijn. Aan het einde van het ontwerpwerk is nogmaals een risicosessie gehouden en zijn beheersmaatregelen geformuleerd voor de volgende fasen. Hieruit blijkt dat de risico's beperkt van omvang en beheersbaar zijn. Het sluisontwerp is, voor zover nodig om aan de topeisen en de hierboven genoemde hoofddoelstellingen te voldoen, geoptimaliseerd. Zo is bijvoorbeeld de kistdamconstructie versmald van 30 naar 22,5m en in het ontwerp ter plaatse van bestaande constructies (constructies Noordersluis en Middensluis) een ontlastvloerconstructie voorzien. Doordat de breedte is beperkt is er meer nautische ruimte in het Middenbinnentoeleidingskanaal (voorhaven binnen) van de Middensluis \u91gewonnen\u92. Verdergaande optimalisatiemogelijkheden zijn aangedragen voor de volgende ontwerpfase passend bij een voorgenomen DBFM contractering.Sluis IJmuide

    Proof of Concept: Planstudie Nieuwe Zeesluis IJmuiden, fase 1

    No full text
    Het Noordzeekanaalgebied strekt zich uit van de IJgeul tot de Oranjesluizen bij Amsterdam. Centraal in het gebied ligt het Noordzeekanaal, dat de havens van het Noordzeekanaalgebied (NZKG) een directe verbinding met de Noordzee biedt. Vanaf de Noordzee kunnen schepen het Noordzeekanaal bereiken via de IJgeul en het zeesluizencomplex in IJmuiden. Het sluizencomplex van IJmuiden bestaat uit de Zuidersluis, de Middensluis, de Noordersluis, het gemaal en de Spuisluizen. Het gehele complex heeft een waterkerende functie. Rijkswaterstaat heeft in de periode november 2007\u96oktober 2008 de MIRTverkenning Zeetoegang IJmond uitgevoerd. Uit de MIRT-verkenning komt als hoofdconclusie naar voren dat in de periode 2030-2035 de Noordersluis om technische redenen toe is aan een grondige renovatie of vervanging om de zeehavens van het Noordzeekanaalgebied bereikbaar te houden. Daarnaast kan ook de hoogwaterkeringsfunctie van het complex als gevolg van de ouderdom in gevaar komen. De Provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam hebben daarbij de wens geuit de nieuwe zeesluis, met het oog op de potentiële groei en schaalvergroting in de scheepvaart, ruimer te bemeten dan de huidige Noordersluis (400*50*-15 meter) en eerder operationeel te laten zijn. Daarnaast hebben de gemeente Amsterdam en het (toenmalige) Minister van Verkeer en Waterstaat een business case opgesteld. De resultaten van zowel de MIRT-verkenning als de business case zijn uitgewerkt in het Convenant planstudie fase Zeetoegang IJmond. Als vertrekpunt voor de afmetingen worden in het convenant de maten 500m*65m*-18m genoemd, tevens is overwogen dat de Noordersluis ultimo 2029 vervangen moet zijn.Sluis IJmuide

    Probleemanalyse en Uitgangspunten Milieutoets en Maatschappelijke Kostenbatenanalyse: Planstudie Nieuwe Zeesluis IJmuiden

    No full text
    Voor de Zeetoegang IJmuiden is in de periode tot oktober 2008 een MIRT verkenning uitgevoerd. Deze verkenning heeft geleid tot een Convenant voor de Planstudiefase tussen de betrokken partijen (Rijk, provincie, gemeente), op basis waarvan de minister besloten heeft het project toe te laten tot de Planstudiefase van het MIRT. Er is gekozen om deze planstudiefase op te splitsen in twee fasen. De eerste fase heeft tot doel te komen tot een bestuurlijke voorkeursbeslissing. Het voorkeursbesluit is niet alleen een belangrijke mijlpaal in de planprocedure, maar het is tegelijkertijd een go/no-go moment voor de convenantpartijen. In de tweede fase worden de formele procedures doorlopen, zoals de MER. Het opstellen van een rapportage met een beschrijving van de uitgangspunten en probleemanalyse voor de Milieutoets en MKBA. Hiertoe wordt de bestaande Achtergrondrapportage probleemanalyse uit de MIRT-verkenning van 1 oktober 2008 geactualiseerd. Op hoofdlijnen beschrijft het rapport het onderzoeksgebied, de relevante ontwikkelingen in het Noordzeekanaalgebied, de probleemanalyses en de te onderzoeken alternatieven en gevoeligheidsanalyses. Ter onderbouwing wordt een set basisinformatie, die als input dient voor de Milieutoets en MKBA, verzameld en geactualiseerd.Sluis IJmuide

    Dialogen over verduurzaming van de Nederlandse landbouw : gestructureerde sectordialogen als onderdeel van een monitoringsmethodiek

    No full text
    Dit rapport beschrijft en analyseert een serie gestructureerde sectordialogen als onderdeel van een monitoringsmethodiek voor de verduurzaming van de landbouw. Deze dialogen zijn in 2006 in opdracht van het Ministerie van LNV georganiseerd met de volgende doelen: 1) Welke ambities hebben de verschillende sectoren op het gebied van het verduurzamen van de landbouw en 2) hoe vindt de sector dat zij er op dit moment voorstaat in haar ontwikkeling naar een duurzame landbouw? In een kritische reflectie wordt de kwaliteit en effectiviteit van de uitgevoerde sectordialogen behandeld. In een vergelijking met een kwantitatieve monitoringsmethodiek wordt de toegevoegde waarde van de dialogen als (aanvullend) onderdeel van een meer omvattende methodiek voor de monitoring van verduurzaming van de landbouw bediscussieerd. Trefwoorden: lerende monitoring, participatieve monitoring, dialogen, duurzame landbou

    Dialogen over verduurzaming van de Nederlandse landbouw : ambities en aanbevelingen vanuit de sector

    No full text
    Als onderdeel van de monitoring van de ontwikkeling naar een meer duurzame landbouw, zijn in 2006 zeven dialogen gehouden. Deelnemers aan deze dialogen zijn op zoek gegaan naar de ambities voor een duurzame landbouw. Het maatschappelijk draagvlak bleek een vaak genoemde ambitie, net zoals het beperken van de belasting voor het milieu. Ook ambities over continuïteit, innovatie en kwaliteit van het landschap zijn naar voren gekomen. De deelnemers hebben voor de verschillende ambities aangegeven in hoeverre deze al zijn gerealiseerd. Men blijkt het minst tevreden te zijn over de profitkant. De planet-kant scoort beter en de vorderingen op het gebied van people-ambities zijn met een voldoende tot goed beoordeeld. De dialogen hebben een aantal aanbevelingen opgeleverd om de ambities te realiseren. Het onderwijs zou een rol kunnen vervullen in innovatie en het verbeteren van het imago van de landbouwsector. Het Ministerie van LNV zou ondernemerschap en werkgeverschap moeten stimuleren en zorgen voor bedrijfseconomisch gunstige randvoorwaarden. De landbouwsector zelf moet samenwerking opzoeken en de productieprocessen waar mogelijk aanpassen aan de duurzaamheidprincipes. Trefwoorden: ambities, dialogen, duurzame landbouw, participatieve monitoring, people, planet, profi
    corecore