Atrophy of primary lymphoid organs induced by Marek's disease virus during early infection is associated with increased apoptosis, inhibition of cell proliferation and a severe B-lymphopenia

Marek's disease is a multi-faceted highly contagious disease affecting chickens caused by the Marek's disease alphaherpesvirus (MDV). MDV early infection induces a transient immunosuppression, which is associated with thymus and bursa of Fabricius atrophy. Little is known about the cellular processes involved in primary lymphoid organ atrophy. Here, by in situ TUNEL assay, we demonstrate that MDV infection results in a high level of apoptosis in the thymus and bursa of Fabricius, which is concomitant to the MDV lytic cycle. Interestingly, we observed that in the thymus most of the MDV infected cells at 6 days post-infection (dpi) were apoptotic, whereas in the bursa of Fabricius most of the apoptotic cells were uninfected suggesting that MDV triggers apoptosis by two different modes in these two primary lymphoid organs. In addition, a high decrease of cell proliferation was observed from 6 to 14 dpi in the bursa of Fabricius follicles, and not in the thymus. Finally, with an adapted absolute blood lymphocyte count, we demonstrate a major B-lymphopenia during the two 1st weeks of infection, and propose this method as a potent non-invasive tool to diagnose MDV bursa of Fabricius infection and atrophy. Our results demonstrate that the thymus and bursa of Fabricius atrophies are related to different cell mechanisms, with different temporalities, that affect infected and uninfected cells

Perméabilité intrinsèque et extrinsèque de couches minces ferromagnétiques et de multicouches ferromagnétique-isolant en fonction de la fréquence : comparaison expérience - modèle

Pas de Résumé disponibl

Appréciation, au point de vue religieux, du discours que M. Dupin a prononcé au Comice agricole de Clamecy / par M. Berthault-Gras

Appartient à l’ensemble documentaire : Bourgogn1Avec mode text

High resolution H-1-NMR study on self-complexation phenomena in cyclodextrin dimers

Item does not contain fulltex

Evaluatie van EU Risicobeoordelingen Bestaande Stoffen (EG Verordening 793/93)

An evaluation was performed on the first group (41) of completed risk assessments for chemicals of the EU priority lists (Existing Chemicals; EC Regulation 793/93). The evaluation focussed on the conclusions of the risk assessments. The EU risk assessment process detected a high number of substances of concern. Furthermore priority chemicals may pose (potential) risks to the whole range of protection goals of the risk assessment. The predictability of the risk assessments for priority chemicals was investigated. Our a priori knowledge on possible risks of priority chemicals is found to be poor, especially for consumers. Both for environment and human health the (potential) risks were linked with a broad spectrum of use patterns. It is concluded that no industry category can in advance be excluded from performing risk assessments. For a great number of chemicals, additional testing was found to be needed to finalise the risk assessment. This evokes questions about the completeness of the current base-set, but also about the suitability of some of the submitted human health tests that should initially fulfil the base-set needs. The results of this evaluation are useful for future discussions on risk assessment processes for chemicals.Vanaf 1993 is de EG-Verordening 793/93 van kracht die zich richt op de risico's van 'bestaande stoffen'. Sindsdien worden er voor deze stoffen EU-risicobeoordelingen gemaakt. Het RIVM heeft een evaluatie-onderzoek gedaan naar de 'overall' uitkomsten van het werk tot nu toe. Het EU risicobeoordelingsproces heeft een groot aantal stoffen naar voren gebracht die aanleiding geven tot zorg. Dit gold maar liefst voor 34 van de 41 beoordeelde chemicalien. Een onderzoeksvraag betrof of de uitkomst van de risicobeoordeling altijd strookt met de verwachte risico's van een stof. Vooral bij de consument blijken veel 'onderschattingen' voor te komen. Stoffen komen blijkbaar in producten terecht waar ze totaal niet thuis horen. Verder is gekeken of er een relatie bestaat tussen de potentiele risico's van de stoffen en het type gebruik van de stof. Duidelijk werd dat de risico's gekoppeld zijn aan een zeer breed scala van gebruikscategorieen. De industrie is wettelijk verplicht om een zogenaamde basis-set van gegevens aan te leveren voor een stof. Ondanks deze basis-set bleek dat voor veel stoffen aanvullende testen noodzakelijk waren om de risicoschatting goed te kunnen afronden. Deze resultaten roepen vragen op over de juistheid en compleetheid van de huidige basis-set. De resultaten van dit onderzoek zijn bruikbaar bij de voorbereidende discussies voor een nieuw EU stoffenbeleid

Evaluation of EU Risk Assessments Existing Chemicals (EC Regulation 793/93).

Abstract not availableJRC.I-Institute for Health and Consumer Protection (Ispra

Synthesis, conformation, and binding properties of cyclodextrin homo- and heterodimers connected through their secondary sides

Item does not contain fulltex

Evaluatie van EU Risicobeoordelingen Bestaande Stoffen (EG Verordening 793/93)

Vanaf 1993 is de EG-Verordening 793/93 van kracht die zich richt op de risico's van 'bestaande stoffen'. Sindsdien worden er voor deze stoffen EU-risicobeoordelingen gemaakt. Het RIVM heeft een evaluatie-onderzoek gedaan naar de 'overall' uitkomsten van het werk tot nu toe. Het EU risicobeoordelingsproces heeft een groot aantal stoffen naar voren gebracht die aanleiding geven tot zorg. Dit gold maar liefst voor 34 van de 41 beoordeelde chemicalien. Een onderzoeksvraag betrof of de uitkomst van de risicobeoordeling altijd strookt met de verwachte risico's van een stof. Vooral bij de consument blijken veel 'onderschattingen' voor te komen. Stoffen komen blijkbaar in producten terecht waar ze totaal niet thuis horen. Verder is gekeken of er een relatie bestaat tussen de potentiele risico's van de stoffen en het type gebruik van de stof. Duidelijk werd dat de risico's gekoppeld zijn aan een zeer breed scala van gebruikscategorieen. De industrie is wettelijk verplicht om een zogenaamde basis-set van gegevens aan te leveren voor een stof. Ondanks deze basis-set bleek dat voor veel stoffen aanvullende testen noodzakelijk waren om de risicoschatting goed te kunnen afronden. Deze resultaten roepen vragen op over de juistheid en compleetheid van de huidige basis-set. De resultaten van dit onderzoek zijn bruikbaar bij de voorbereidende discussies voor een nieuw EU stoffenbeleid.An evaluation was performed on the first group (41) of completed risk assessments for chemicals of the EU priority lists (Existing Chemicals; EC Regulation 793/93). The evaluation focussed on the conclusions of the risk assessments. The EU risk assessment process detected a high number of substances of concern. Furthermore priority chemicals may pose (potential) risks to the whole range of protection goals of the risk assessment. The predictability of the risk assessments for priority chemicals was investigated. Our a priori knowledge on possible risks of priority chemicals is found to be poor, especially for consumers. Both for environment and human health the (potential) risks were linked with a broad spectrum of use patterns. It is concluded that no industry category can in advance be excluded from performing risk assessments. For a great number of chemicals, additional testing was found to be needed to finalise the risk assessment. This evokes questions about the completeness of the current base-set, but also about the suitability of some of the submitted human health tests that should initially fulfil the base-set needs. The results of this evaluation are useful for future discussions on risk assessment processes for chemicals.DGM-SA

A haploid-specific transcriptional response to irradiation in Saccharomyces cerevisiae

International audienc

Analyse de mélanges de solutés par couplage d'hyperpolarisation par parahydrogène et de séquences ultra-rapides

International audienceDiverses techniques d'hyperpolarisation permettent d'aboutir à une population des états despins nucléaires éloignée de celle de l'équilibre thermodynamique réglée par la loi deBoltzmann. Parmi elles, la méthode SABRE, acronyme de Signal Amplification by ReversibleExchange, est une méthode simple à mettre en œuvre fondée sur les propriétés très particulièresdu parahydrogène. Des taux d'augmentation du signal de plusieurs centaines par rapport àl'équilibre thermodynamique peuvent être obtenus. Pour discriminer des moléculeshyperpolarisées par la méthode SABRE en solution, on peut appliquer des séquences 2Dclassiques, dans lesquelles au moins une acquisition est requise pour chaque temps d'évolutionnécessaire à la reconstitution de la dimension indirecte. Cependant, ceci est difficile lorsque lecaractère hyperpolarisé est irréversiblement perdu au cours de l'acquisition. Une solutionadaptée à cette situation est d'acquérir en une seule fois l'ensemble des données nécessaires àl'acquisition du spectre 2D, en moins d'une seconde, au moyen de séquences ultra-rapidesutilisant un encodage spatio-temporel. Je traiterai ici des développements méthodologiques àbase de séquences ultra-rapides COSy et DOSy, appliquées à un mélange de molécules enconcentration millimolaire ou sub-millimolaire en solution