8,784 research outputs found

    Hepatitis E virus infections in pigs : transmission dynamics and human exposure

    Get PDF
    In dit promotieonderzoek is de transmissie dynamiek van Hepatitis E virus (HEV) bij varkens onderzocht, alsmede de potentiële blootstelling van de Nederlandse bevolking aan HEV uit varkens. Om te onderzoeken of HEV spreidt onder varkens is een experiment opgezet bestaande uit 10 infectieketens. Elke keten bestond uit één intraveneus geïnfecteerd varken ( iv‐varkens) en drie HEV‐gevoelige varkens (contactvarkens). Aan elk van de 10 iv‐varkens is een HEV‐naïef varken blootgesteld (één‐op‐één blootstelling). Indien dit naïeve varken werd geïnfecteerd, werd een volgend HEV‐naïef varken uit de keten aan het zojuist geïnfecteerde varken blootgesteld

    Veterinary parasitology and immunology

    Get PDF

    Zoelen, douchen, wroeten of niet castreren

    Get PDF
    Varkens nemen graag een modderbad om hun lichaam te koelen, maar in de gangbare varkenshouderij is zoiets moeilijk inpasbaar. In welke mate zoelen belangrijk is voor varkens werd uitgezocht door Wageningen UR Livestock Research. Volgens Deense adviseurs is het belangrijk om varkens een koelmogelijkheid te bieden om hiermee hokbevuiling tegen te gaan. De Denen adviseren hun varkenshouders daarom een sprinklerinstallatie te installeren in de stal. In Nederland wordt dit nog nauwelijks toegepast

    Het ideale modderbad voor varkens

    Get PDF
    Zoelen, oftewel modderbaden, is belangrijk is voor het welzijn van varkens. Dit geldt zeker wanneer het erg warm is. Die conclusie trekt Wageningen UR Livestock Research in een overzichtsrapport over het zoelgedrag van varkens. Uit alle literatuur zijn ook de criteria voor een ideale modderpoel gefilterd

    Varkenstoilet lijkt goed haalbaar

    Get PDF
    Met een varkenstoilet kan de ammoniakemissie bij de bron worden aangepakt. Bovendien biedt het mogelijkheden om mineralen in mest en urine optimaal te herbergen. Voor de ontwikkeling van een goed werkend varkenstoilet zul je inzicht moeten hebben in het poep- en piesgedrag van varkens. Uit een literatuurstudie blijkt dat de sleutel ligt in het rust- en liggedrag van varkens

    Invloed van cadmiumconcentraties in minerale of plantaardige grondstoffen op deze gehaltes in bloed en nieren van vleesvarkens

    Get PDF
    De mogelijke cadmiumbelasting in varkens kan worden verklaard door de bijdrage van de plaatselijke landbouw, maar ook door het gebruik van minerale grondstoffen die niet lokaal worden geproduceerd. Het doel van deze studie is een vergelijking tussen de effecten van plantaardige of minerale grondstoffen met een Cd-gehalte dicht onder de toegestane norm op de concentratie in de nieren van vleesvarkens. Het Cd-gehalte in bloed geeft de recente blootstelling van de varkens weer, terwijl het Cd-gehalte in de nieren de cumulatieve blootstelling weergeeft. Het bloedgehalte en de uiteindelijke nierconcentratie van Cd zijn niet verschillend voor varkens die door de minerale fractie of de plantaardige fractie van een mengvoer blootgesteld zijn aan een verhoogd Cd-gehalte

    Microklimaatmetingen geven inzicht in prestaties klimaatsysteem

    Get PDF
    Het klimaat in de directe omgeving van varkens wordt microklimaat genoemd. Microklimaat lijkt een belangrijke invloed te hebben op de gezondheid, de productie en het welzijn van de varkens. Sinds enige tijd onderzoekt het PV deze materie. Het blijkt dat het soort ventilatiesysteem een belangrijke invloed heeft op het microklimaat. Tevens blijkt uit metingen dat er verschil is in microklimaat tussen hokken binnen één afdeling en zelfs binnen hokke

    Rekenprogramma's voor adviseur en veehouder

    Get PDF
    Wageningen UR Livestock Research heeft rekenprogramma’s voor melkvee (Bedrijfs Begrotingsprogramma Rundvee -BBPR), pluimvee (Bedrijfswijzer Pluimvee) en varkens (Bedrijfswijzer Varkens). Deze programma’s simuleren de bedrijfsvoering van een praktijkbedrijf. Wat je daarmee als adviseur en veehouder kunt, beschrijft dit artike

    Salmonella Typhimurium infections in pigs: a closer look at the pathogenesis

    Get PDF
    Salmonellose bij de mens wordt vaak veroorzaakt door Salmonella enterica subspecies enterica serovar Typhimurium (Salmonella Typhimurium). De ziekte veroorzaakt door deze bacterie is voornamelijk geassocieerd met het eten van varkensvlees. Varkens die geïnfecteerd zijn met Salmonella Typhimurium zijn meestal symptoomloze dragers. De mechanismen die Salmonella Typhimurium gebruikt om deze dragerdieren blijvend te infecteren zijn niet gekend. Het doel van deze thesis was om inzicht te verkrijgen in de mechanismen die Salmonella Typhimurium gebruikt om varkens te kolonizeren en er in te persisteren. In het eerste hoofdstuk van deze thesis werd een Salmonella Typhimurium stam geselecteerd die een persisterende infectie bij varkens kan veroorzaken. Hiervoor werd een veldstam, geïsoleerd uit een persistent geïnfecteerd varken, vergeleken met een standaard laboratorium stam die vaak wordt gebruikt voor onderzoek in muizen. De laboratorium stam was virulenter in muizen, maar de varkensstam was efficiënter in het veroorzaken van een persisterende infectie bij varkens. Deze varkensstam werd gekozen om te gebruiken in verdere experimenten. In het tweede hoofdstuk werden verschillende in vitro en in vivo modellen op punt gesteld om de pathogenese van Salmonella Typhimurium infecties bij varkens te onderzoeken. In het derde hoofdstuk werd de rol van verschillende virulentiegenen van Salmonella in de pathogenese van Salmonella Typhimurium infecties bij het varken onderzocht. In een eerste reeks experimenten werd de rol nagegaan van de genen die gelegen zijn op het Salmonella Pathogeniciteitseiland 1 (SPI-1). Deze genen waren essentieel voor Salmonella Typhimurium om varkensdarmcellen en macrofagen te kunnen binnen dringen. Alle SPI-1 mutanten waren sterk verzwakt in hun vermogen om diarree te veroorzaken. Zowel vroege als late celdood werd gezien in de macrofagen, maar enkel de vroege celdood bleek SPI-1 afhankelijk. Wanneer varkens peroraal geïnfecteerd werden met een combinatie van de Salmonella Typhimurium veldstam enerzijds en een SPI-1 deletiemutant anderzijds, bleek dat de mutant stam sterk verzwakt was in het invaderen en kolonizeren van de darmen, maar niet in het kolonizeren van de tonsillen. In een tweede reeks experimenten werd de rol nagegaan van de genen die gelegen zijn op het Salmonella Pathogeniciteitseiland 2 (SPI-2). Hierbij werd gebruik gemaakt van een mutant in het ssrA gen. Deze mutant was minder goed in staat om in vitro in macrofagen te vermeerderen en om de organen te kolonizeren van varkens die intraveneus geïnfecteerd werden. Bij biggen die oraal geïnoculeerd werden met de ssrA mutant stam verliep de infectie evenwel gelijkaardig in vergelijking met biggen die geïnoculeerd waren met de wild type stam. In een derde reeks experimenten, werd het belang van het fibronectine bindend eiwit ShdA in het ontstaan van een persisterende infectie onderzocht. Alhoewel dit gen bij muizen recent geïdentificeerd is als een belangrijke factor in de intestinale kolonizatie en persistentie in muizen, kon dit in deze experimenten niet worden bevestigd voor Salmonella Typhimurium infecties bij varkens. De resultaten van deze thesis tonen aan dat zowel de gastheermodellen als de Salmonella stammen met zorg gekozen moeten worden om relevant onderzoek te kunnen doen naar de pathogenese van Salmonella infecties. Tevens kan geconcludeerd worden dat SPI-1 afhankelijke invasie cruciaal is voor de kolonizatie van de darmen, maar niet van de tonsillen. De bijdrage van SPI-2 en shdA tot de persistentie van Salmonella Typhimurium in varkens is veel kleiner dan beschreven voor muizen

    Antimicrobial use in pigs, broilers and veal calves in Belgium

    Get PDF
    Given the risks associated with antimicrobial resistance and its link with antimicrobial use, available data on antimicrobial use in the Belgian pig, broiler and veal calf production were compared. Allowing for comparison of the data available from three peer-reviewed scientific articles, the unit of measurement for antimicrobial use was the Treatment Incidence (TI), defined as the number of animals per 1000 treated daily with one 'defined' (DDDA) or 'used daily dose animal' (UDDA). Moreover, extrapolation of farm-level data to national-level data was attempted according to the European Surveillance of Veterinary Antimicrobial Consumption (ESVAC) methodology, to estimate the amount of antimicrobials used in Belgium per species. Although, among the three species, the highest TI was observed in veal calves (TIDDDA=414, TIUDDA=379), based on the extrapolation, it was estimated that most antimicrobials were administered to pigs (159.4 tons). Thus, the most rapid decline in the total use could potentially be achieved by targeting the pig sector. During the process of data collection for comparison and calculation, it became obvious that there is a need for harmonized monitoring programs
    corecore