161 research outputs found

    Begeleiden en bijsturen mijt- en tripsbestrijding met mijtenval : praktijkervaringen van het gebruik van een mijtenval 2007-2008

    Get PDF
    Om schade in de bloembollenteelt door mijten en trips te voorkomen wordt meestal een chemische bestrijding toegepast met pirimifos-methyl (Actellic 50). Soms worden tijdens de bewaring van geholde en gesneden hyacinten roofmijten uitgezet. Roofmijten werken onvoldoende tegen trips. Tulpengalmijten (Aceria tulipae) zorgen elk jaar voor grote economische schade. Tulpengalmijt veroorzaakt ernstige bloemschade en is een overbrenger van het TVX virus. Bollen- en stromijten kunnen kernrot veroorzaken, het wegrotten van de bloem in aanleg binnenin de tulpenbol. Vooral bij broeiers van parkiettulpen is kernrot een groot probleem. Ook trips (Frankliniella schultzei, Thrips tabaci, Taeniothrips simplex) vormen steeds meer een probleem in de bewaring van bollen. Voor de nabije toekomst zal het steeds belangrijker worden te weten of partijen wel of niet besmet zijn met mijten of trips. Als Actellic 50 wegvalt zullen, minder gemakkelijk toepasbare alternatieven als roofmijten, CA (controlled atmosphere) behandeling of korte dompeling na het rooien, nog tot de mogelijkheden behoren. Het is dan van economisch belang om partijen te controleren op aanwezigheid van mijten en trips en alleen dan een behandeling uit te voeren als het nodig is. Een kostbare alternatieve methode die in de biologische bollenteelt wordt toegepast is een Controlled Atmosphere (CA)-behandeling. De CA-behandeling geeft een volledige bestrijding van tulpengalmijt, maar het vereist wel speciale bewaarcellen. Uit voorzorg worden nu alle partijen behandeld, besmet of niet besmet om het risico op een aantasting door tulpengalmijt te voorkomen. Het is dus belangrijk om te weten of een plaag voorkomt en of de mijten behoren tot de schadelijke soorten. Mijten zijn echter zo klein dat enkele exemplaren met het blote oog niet gezien kunnen worden. Pas wanneer er veel mijten zijn wordt de aantasting zichtbaar, maar dan is het te laat. Vroege detectie zou dit probleem kunnen oplossen. Vroegtijdige detectie in de bloembollenteelt staat nog in de kinderschoenen, maar ook hier kan het besparend werken. Bijvoorbeeld voor de broeierij is het belangrijk te weten of een partij tulpen besmet is met tulpengalmijt en/ of met bollenmijt. Voor de biologische bestrijding van mijten in hyacint is het belangrijk te weten wat de verhouding bollenmijt/ roofmijt op de holbollen is gedurende de gehele bewaarperiode. In dit project werden mijtenvallen getest in bloembollenbewaarruimten bij tulpenplantgoedbewaring en in hyacinten holkamers. Vanaf het begin tot het einde van de bollenbewaring werden regelmatig mijtvallen tussen de tulpenbollen uitgezet en beoordeeld. In proeven bij PPO is aangetoond dat met de mijtenval in de bewaring van tulpenbollen, zowel bollenmijten, stromijten, roofmijten als tulpengalmijten zijn aan te tonen. Vroegtijdige detectie van tulpengalmijt met de mijtenval is mogelijk

    Inboet van 30 procent door kastanjebloedingsziekte in één jaar

    Get PDF
    Als we deskundigen de laatste twee jaar vroegen naar hun mening over kastanjebloedingsziekte was het antwoord meestal; “niet opgelost, maar duidelijk minder actueel en agressief.” In Ridderkerk en Utrecht lijkt de situatie inmiddels heel anders. Van de ongeveer 550 kastanjes die in Ridderkerk begin 2010 nog stonden zijn er al 150 gekapt. Een inboet van 30 procent dus. Tot de slachtoffers behoort ook de cv Aesculus x carnea “Plantierensis” . Uit eerder onderzoek bleek deze soort juist minder gevoelig. In Utrecht is de situatie vergelijkbaar dramatisch

    Taksterfte in Buxus, veroorzaakt door Cylindrocladium buxicola

    Get PDF
    De laatste jaren wordt de Buxusteelt geplaagd door een ziekte die veroorzaakt wordt door de schimmel Cylindrocladium buxicola. Gezien de snelle uitbreiding van de ziekte is het voor kwekers en afnemers van Buxus van groot belang dat deze problematiek wordt aangepakt. Daar om is begin 2006 in opdracht van het Productschap Tuinbouw (PT) een onderzoek naar de oorzaak en de bestrijding van deze taksterfte opgestart. Hierin is vooral aandacht gegeven aan het zoeken naar effectieve gewasbeschermings middelen. Daarnaast zijn zowel praktijk ervaring en met betrekking tot deze ziekte geïnventariseerd als ook de aanwezige biolgische kennis van de schimmel in kaart gebracht. Deze kennis moet in de toekomst leiden tot een meer efficiënte klassieke bestrijding, aangevuld met teelttechnische en resistentiemaatregelen

    De paardenkastanjemineermot is er nog steeds.

    Get PDF
    Hij kwam vanuit Zuid-Oost Europa, rukte steeds verder op en vestigde zich in Nederland. De laatste jaren kreeg hij wat minder aandacht, maar zorgt nog steeds voor veel kastanjebomen met bruine vlekken: de paardenkastanjemineermot

    Hand-outs van onderzoek naar Duurzaam Telen in de teelt van boomkwekerijgewassen en vaste planten : onderdeel van het project: Duurzaam Telen omdat het loont

    Get PDF
    In deze rapportage wordt het onderdeel hand-out gepresenteerd. Het is een bundeling van de resultaten van de projecten op duurzaamheidsgebied van de afgelopen 5 jaar. Ook zijn voorlopige resultaten van lopende projecten opgenomen. Deze bundeling van hand-outs is bedoeld om basiskennis over te brengen. De bundeling van hand-outs is ook via internet te vinden. Op de site www.gezondeboomteelt.nl staat een link naar de bundeling hand-outs. Het is de bedoeling dat de digitale versie wordt bijgehouden met de nieuwste onderzoekresultaten

    Geïntegreerde gewasbescherming in de Boom- en Vasteplantenteelt

    Get PDF
    Geïntegreerde teelt op gecertificeerde bedrijven heeft de toekomst. Dat is de kern van Zicht op gezonde teelt, het gewasbeschermingbeleid vanaf 2001. Alle telers zullen in de toekomst (2010) in hun management zowel economische en plantenziektekundige factoren als kwaliteit, arbeidsveiligheid en milieu in onderlinge samenhang moeten bekijken. Zo zal de teler bijvoorbeeld al bij de keuze van de gewassen rekening moeten houden met risico's voor ziekten en plagen op zijn bedrijf. Ook de bemesting, temperatuur en vochtigheid moeten betrokken worden bij de vraag hoe ziekten kunnen worden voorkomen. Gewasbescherming als een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Chemische bestrijding is daarbij een optie, die pas in beeld komt als andere, niet-chemische gewasbeschermingstrategieën niet blijken te kunnen. Geïntegreerde teelt vraagt van boomkwekers een planmatige en doordachte bedrijfsvoering, waarbij voortdurend gebruik moet worden gemaakt van de laatste kennis om op een zo maatschappelijk verantwoord mogelijke manier te produceren

    Tegengaan van bodemmoeheid : onderzoek naar bodemmoeheid in verschillende boomkwekerijgewassen

    Get PDF
    Het project Bodemmoeheid ging van start met een literatuuronderzoek en een inventarisatie van bestaande kennis en ervaringen bij diverse instellingen. Als resultaat daarvan is een methode beschreven voor een algemene beschrijving van vermeende bodemproblemen op een perceel. Vervolgens is onderzoek gedaan op praktijkbedrijven met verschijnselen van bodemmoeheid bij de teelt van verschillende (sier)gewassen op diverse grondsoorten. Het project is al enkele jaren geleden beëindigd. Door omstandigheden was het project nog steeds niet afgesloten met een eindrapport. De bevindingen van het onderzoek zijn gedurende het project wel met de deelnemende kwekers en de sector gecommuniceerd. Ook is via vakbladartikelen en andere communicatie kanalen. aandacht besteed aan de onderzoekresultaten. Inmiddels is aandacht voor de bodem gemeengoed, zowel bij kwekers als ook bij het onderzoek. Een gezonde bodem staat al enige jaren in de belangstelling. Vanuit het onderzoek zijn en worden op het gebied van duurzaam bodembeheer en bodemweerbaarheid goede resultaten geboekt, waaruit steeds betere praktijkadviezen kunnen worden gegeven. Dit rapport is de weergave van een literatuurstudie en van de diverse uitgevoerde praktijk proeven bij boomtelers

    Bast- en bladvlekkenziekte in Tilia : Ontwikkeling en demonstratie van een waarschuwingsysteem

    Get PDF
    Vooral in concentratiegebieden voor laanbomenteelt (Rivierenland, Haaren en Zundert) is bast- en bladvlekkenziekte in Tilia een lastig probleem. Schade als gevolg van bast- en bladvlekken wordt op verschillende manieren toegebracht. Namelijk een vermindering van de groei door aantasting van de bladeren, het afsterven van dunnere takken en bij jonge bomen het afsterven van een deel van de boom en beschadiging van de bast waardoor bomen niet meer of pas later leverbaar zijn. In aangetaste bomen kunnen gemakkelijk secundaire aantastingen zoals het meniezwammetje optreden. In een voorgaand project blad- en bastvlekken in Tilia is een waarschuwingsysteem ontwikkeld. De adviesbespuitingen volgens het waarschuwingsmodel konden de ziekte goed onderdrukken. Tegelijkertijd werd meer kennis opgedaan van de veroorzaker, de schimmel Cercospora microsora. Het doel van dit project was om het waarschuwingsysteem praktijkrijp te maken en om meer telers ervaring met het gebruik van het waarschuwingsysteem te laten opdoen. Het uitvoeren van bespuitingen op basis van een waarschuwingsysteem is voor de meeste kwekers een nog onbekend terrein. Naar verwachting zal het opgepakt worden als het zich enige jaren ‘bewezen’ heeft

    Baststerfte en afsterving van Platanus hispanica op de kwekerij

    Get PDF
    De aanvankelijke angst was dat de baststerfte kon zijn veroorzaakt door de niet in Nederland voorkomende quarantaine schimmel Ceratocystis fimbriata. De symptomen leken namelijk sterk op de beschreven symptomen die horen bij Ceratocystis. Uit vooronderzoek en ook uit het hier beschreven onderzoek werd deze schimmel in geen enkel monster aangetoond. Wel werd een andere schimmel Apiognomonia veneta aangetroffen uit monsters afkomstig van beide bedrijven. Deze schimmel komt algemeen voor en is een bekende veroorzaker van bladvlekken in plataan (zie bijlage 1) Daarnaast werden ook andere schimmels aangetoond. Echter, die worden beschouwd als secundair en komen af op al aangetaste bomen. Dat Apiognomonia nu ook op de bast wordt gevonden en zich agressief lijkt te gedragen, is voor zover bekend een nieuw verschijnsel op Nederlandse kwekerijen. Dat Apiognomonia ook op de bast kan voorkomen is ooit eerder beschreven in Engeland. Als werkelijke oorzaak werd toen gedacht aan forse zomersnoei, waardoor de platanen in stress raakten. Door de stress was de weerstand van de bomen afgenomen en kregen schimmels die normaal niet schadelijk zijn, nu de kans om toe te slaan. Apiognomonia profiteerde hier het meeste van. Het lijkt erop dat deze situatie zich ook in 2008 heeft voorgedaan op de getroffen bedrijven. Ook op beide bedrijven was er sterke snoei in het najaar en traden daarna bastproblemen op. In oktober is de bladbezetting nog hoog. Dit brengt een relatief hoge transpiratie- en assimilatiestroom met zich mee. Als gevolg van de forse snoei wordt de verdamping via het blad abrupt gestopt terwijl de opwaartse druk vanuit het wortelgestel nog hoog is. Gedacht wordt dat deze balansverstoring schade geeft in met name kwetsbaar meristematische weefsel zoals het cambium. De bomen worden vatbaar voor schimmels die anders geen bastschade kunnen veroorzaken

    Bestrijding Bamboemijt : Een onderzoek naar de chemische en biologische bestrijdingsmogelijkheden van de bamboemijt

    Get PDF
    De bamboemijten Stigmaeopsis celarius en Stigmaeopsis nanjingensis zorgden, bij de start van dit project, sinds ongeveer 5 jaar in Nederland voor steeds grotere problemen in de bamboeteelt. De schade veroorzaakt door deze bamboemijten neemt dusdanige vormen aan dat kwekers zich zorgen maken over het imago van de bamboeplant als een ‘gezonde’, probleemloze tuinplant. Deze mijtensoorten maken zeer dichte spinsels aan de onderkant van de bladeren. Bij een aantasting neemt de sierwaarde van de planten af. Bij een ernstige aantasting worden de planten onverkoopbaar
    corecore