research

Baststerfte en afsterving van Platanus hispanica op de kwekerij

Abstract

De aanvankelijke angst was dat de baststerfte kon zijn veroorzaakt door de niet in Nederland voorkomende quarantaine schimmel Ceratocystis fimbriata. De symptomen leken namelijk sterk op de beschreven symptomen die horen bij Ceratocystis. Uit vooronderzoek en ook uit het hier beschreven onderzoek werd deze schimmel in geen enkel monster aangetoond. Wel werd een andere schimmel Apiognomonia veneta aangetroffen uit monsters afkomstig van beide bedrijven. Deze schimmel komt algemeen voor en is een bekende veroorzaker van bladvlekken in plataan (zie bijlage 1) Daarnaast werden ook andere schimmels aangetoond. Echter, die worden beschouwd als secundair en komen af op al aangetaste bomen. Dat Apiognomonia nu ook op de bast wordt gevonden en zich agressief lijkt te gedragen, is voor zover bekend een nieuw verschijnsel op Nederlandse kwekerijen. Dat Apiognomonia ook op de bast kan voorkomen is ooit eerder beschreven in Engeland. Als werkelijke oorzaak werd toen gedacht aan forse zomersnoei, waardoor de platanen in stress raakten. Door de stress was de weerstand van de bomen afgenomen en kregen schimmels die normaal niet schadelijk zijn, nu de kans om toe te slaan. Apiognomonia profiteerde hier het meeste van. Het lijkt erop dat deze situatie zich ook in 2008 heeft voorgedaan op de getroffen bedrijven. Ook op beide bedrijven was er sterke snoei in het najaar en traden daarna bastproblemen op. In oktober is de bladbezetting nog hoog. Dit brengt een relatief hoge transpiratie- en assimilatiestroom met zich mee. Als gevolg van de forse snoei wordt de verdamping via het blad abrupt gestopt terwijl de opwaartse druk vanuit het wortelgestel nog hoog is. Gedacht wordt dat deze balansverstoring schade geeft in met name kwetsbaar meristematische weefsel zoals het cambium. De bomen worden vatbaar voor schimmels die anders geen bastschade kunnen veroorzaken

    Similar works