Co-operative collection management in the Humanities in the Netherlands

Intervention au 34e congrès LIBER qui s\u27est tenu à Groningue aux Pays-Pas du 6 au 9 juillet 2005

Factors in social interaction in cohousing communities

Cohousing communities can be considered alternatives for living independently in old age. However, currently the factors that influence the success of these communities are unclear. Based on literature and case studies gathered by students a new interactionmodel was created that shows the relevant factors on an individual level. Based on the results it was concluded that physical design factors influence social interactions in a cohousing communities and that both age and the set of values, goals and behaviour of the individual are important factors. The influence of new ‘aware’ technology needs to be considered in future research

Data Showcases: the Data Journal in a Multimodal World

   As an experiment, the Research Data Journal for the Humanities and Social Sciences (RDJ) has temporarily extended the usual format of the online journal with so-called ‘showcases’, separate web pages containing a quick introduction to a dataset, embedded multimedia, interactive components, and facilities to directly preview and explore the dataset described. The aim was to create a coherent hyper document with content communicated via different media (multimodality) and provide space for new forms of scientific publication such as executable papers (e.g. Jupyter notebooks). This paper discusses the objectives, technical implementations, and the need for innovation in data publishing considering the advanced possibilities of today's digital modes of communication. The data showcases experiment proved to be a useful starting point for an exploration of related developments within and outside the humanities and social sciences. It turns out that small-scale experiments are relatively easy to perform thanks to the easy availability of digital technology. However, real innovation in publishing affects organization and infrastructure and requires the joint effort of publishers, editors, data repositories, and authors. It implies a thorough update of the concept of publication and adaptation of the production process. This paper also pays attention to these obstacles to taking new paths

Honing, het zoete goud

Onderstaand de eerste aflevering onder het thema ‘bijenproducten’. In de komende nummers van Bijenhouden zullen nog tal van andere bijenproducten de revue passeren

Risico inventarisatie van schade door ethyleen bij tussenplanten : effecten van tomaat op tussengeplante komkommer en tomaat

Bij een herfstteelt van trostomaten op goten is het aantrekkelijk om in de winter tomaten of komkommers tussen te planten. Door het grotendeels weg laten zakken van het oude gewas onder de goot en het jonge gewas op de goot te zetten, kan de teeltwisseling met een minder groot gat in de productie verlopen. Omdat trostomaten aan de plant volledig doorkleuren bestaat in principe de kans dat de ethyleen die gevormd wordt door de rijpende vruchten schade kan geven aan het jonge tussengeplante gewas. Bij tomaat is in 2000 op enkele bedrijven trosrui geconstateerd bij het tussengeplante toma tengewas. Hierbij werd gedacht aan mogelijke ethyleenschade. Ethyleen is een gasvormige, planteigen stof die als groeiregulator (hormoon) bij zeer veel verschillende fysiologische processen betrokken is. Het beïnvloedt o.a. bloei, bladgroei en lengtegroei van de spruit (Abeles et al., 1992). Als er externe bronnen zijn van ethyleen dan is er al snel sprake van schade. Symptomen van ethyleenschade zijn o.a. afwijkende kiemplanten, bloemrui, trosrui, afwijkende bladstand, bladval en stagnatie van de vegetatieve groei. Ernstige ethyleenschade uit zich direct in bladvergeling, maar soms treedt er verdekt wat lichte schade op die toch blijkt te leiden tot productiederving. Ethyleen komt in de buitenlucht standaard voor in een concentratie van 1 – 5 ppb (Abeles et al., 1992), maar kan in stedelijke gebieden tot wel 100 keer hoger worden. Ethyleen kan dus als luchtvervuiling een kas binnenkomen, of ophopen ten gevolge van een slecht afgestelde brander (Hanan, 1973, Esmeijer, 1999). Een andere bron van ethyleen is een gewas met doorkleurende vruchten zoals tomaat (Reid, 1988). In het geval van tussenplanten in de winterperiode zou dit problemen kunnen opleveren. In het verleden werd ook wel tussengeplant, maar leidde dit nooit tot problemen, omdat de vruchten los geoogst werden en nooit zo lang doorgekleurd in het gewas aanwezig bleven. Bovendien werd er alleen tussengeplant in de zomermaanden als er relatief veel gelucht werd. Bij tussenplanten in de winter van komkommers bij tomaat gaat het om een situatie waarin de luchtramen vaak gesloten zijn en er weinig licht beschikbaar is. De meeste gewassen zijn in die omstandigheden gevoelig voor schade, en naar verwachting zullen jonge, snel groeiende komkommerplanten op die regel geen uitzondering zijn

Virtual historical landscapes

Using 3D computer graphics technology, we are able to create virtual reconstructions of (almost completely) disappeared landscapes. The applications of these virtual historic landscapes range from landscape archaeology, edutainment to landscape planning. Although computer graphics technology matured and photo-realistic representations are achieved, the creation of realistic virtual reconstructions remains problematic. For a realistic user experience, we need to know which cues influence the user perception. However, poor-defined visualization requirements for 3D virtual historic landscapes leave us with the question ‘How good is good enough?’ This article discusses the search for a decisive variable to let users perceive the virtual historic landscape, focusing on image quality and contents of the virtual historic landscape. The virtual reconstruction of Palace Honselaarsdijck, a 17th century real-estate of stadtholder Frederick Henry (1584-1647), and its surrounding landscape is used as a case study. Using old maps, image processing and GIS software the historic terrain model was generated. By application of a 3D historic object library, the virtual landscape was decorated with wind mills, houses, churches and so forth. Finally, the virtual historic landscape was completed with atmospheres, water and vegetation. The result is a full-decorated and rendered virtual historic landscape. From a preliminary user test, the researchers learned that the contents of the virtual historic landscape are more important than the image quality. Future work will focus on what the identifying landscape features for a realistic user experience are, and how to communicate uncertainty inside the virtual landscape. The expectation is  that the work contributes to the realization of virtual historic landscape on a large-scale to communicate landscape information to the broad public