11 research outputs found

    Omgaan met oorlogserfgoed

    Get PDF
    In deze handleiding wordt aandacht besteed aan de bouwkundige relicten van voorbije oorlogen in Vlaanderen. De tekst wil een leidraad zijn voor wat gedaan kan worden om bouwkundig oorlogserfgoed in kaart te brengen en in stand te houden. Er worden nuttige tips en suggesties gegeven met betrekking tot onderzoek, instandhouding, beheer en publieke ontsluiting van dit veelzijdig erfgoed. Op specifieke aspecten van archeologisch en landschappelijk oorlogserfgoed wordt in de handleiding niet ingegaan. De aandacht gaat in hoofdzaak naar het oorlogserfgoed uit de twintigste eeuw, met de nadruk op het erfgoed dat in relatie staat tot de Eerste Wereldoorlog (WO I). In 2014 is het immers 100 jaar geleden dat deze oorlog begon en naar aanleiding hiervan zijn de laatste tijd heel wat onderzoeks- en ontsluitingsinitiatieven genomen. De tips uit deze handleiding gelden echter meestal ook voor oorlogserfgoed van andere oorlogen uit andere perioden. De handleiding richt zich in het algemeen tot alle mensen die bekommerd zijn om het behoud en beheer van oorlogserfgoed in Vlaanderen en in het bijzonder tot gemeentebesturen en hun ambtenaren die een belangrijke rol kunnen spelen bij de instandhouding van en kennisverspreiding over oorlogserfgoed. In een eerste deel wordt ingegaan op het belang van de verschillende soorten oorlogserfgoed, de manieren om er kennis over te verwerven en instandhouding te stimuleren, het belang van regelmatig onderhoud en beheer van dit erfgoed en de redenen en modaliteiten om tot conservatie-restauratie over te gaan. Een tweede deel handelt specifiek over het behoud en de ontsluiting van bunkers en schuilplaatsen als belangrijke oorlogsgetuigen. Een derde deel leert ons meer over het statuut en mogelijkheden tot behoud van barakken en andere tijdelijke oorlogsconstructies en een laatste deel belicht oorlogsbegraafplaatsen en het onderhoud van oorlogsgraven in Vlaanderen. In de bijlagen worden contactadressen, wetgeving en premies, onderzoeksinstanties, literatuur en websites opgesomd, waarin meer gedetailleerde informatie te vinden is

    Energiezuinig leven in woningen met erfgoedwaarde

    Get PDF

    Onderzoeksbalans bouwkundig erfgoed. Deel 3: conservatie-restauratie. Versie 1, (2008-2011)

    Get PDF
    In 2008 lanceerde het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) één van de voorlopers van het huidige agentschap Onroerend Erfgoed - een Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed voor archeologisch, landschappelijk en bouwkundig erfgoed. Deze onderzoeksbalans werd gerealiseerd in overleg en nauwe samenwerking met specialisten uit universiteiten, hogescholen, wetenschappelijke instellingen, overheidsdiensten en organisaties uit de erfgoedsector en nam de vorm aan van een website. Het instrument werd nadien in zeer beperkte mate actueel gehouden, waardoor het enkel bruikbaar was als vertrekpunt voor onderzoek tot 2008 (-2011). Sinds 2008 is de webtechnologie geëvolueerd en wordt de software van de Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed niet meer ondersteund waardoor we deze begin 2022 van het web halen. Om de stand van zaken anno 2008-2011 niet te laten verloren gaan, vormt het agentschap de hoofdstukken van de onderzoeksbalanswebsite om tot digitale rapporten die ontsloten worden via de Open Archive Repository van het agentschap (https://oar.onroerenderfgoed.be)

    M & L Jaargang 30/1

    Get PDF
    Frederik Mahieu - De restauratie van het schrijnwerk in het Kortrijkse Sint-Elisabeth Begijnhof. [The restoration of the window frames of the Saint Elisabeth beguinage in Kortrijk.]Een aantal Vlaamse begijnhoven zijn tot Unesco Werelderfgoed uitgeroepen. Reden temeer, zo vond Frederik Mahieu, om bij hun restauratie zeer zorgvuldig om te springen met beeldbepalende elementen zoals de vensters. De diversiteit van de bewaarde raamtypes in het Kortijkse begijnhof noodzaakte tot het nuanceren van de restauratieopties voor het schrijnwerk.Jo Vanmassenhove - Proefproject van de restauratie van zolderramen in het Groot Kasteel van Caloen in Loppem. [Trial project for the restoration of attic windows in the Grand Caloen castle in Loppem.]Omdat de zolderramen van het Groot Kasteel van Loppem een heel diverse bewaringstoestand vertoonden, was een gediversifieerde aanpak de enige oplossing. Jo van Massenhove verhaalt hoe de restauratieopties tot stand kwamen en wat daarvan de economische en de materiële consequenties waren.Nathalie Vernimme - Klimaatverandering en Vlaams bouwkundig erfgoed: beter voorkomen dan genezen. [Climate change and Flemish immovable heritage: prevention is better than cure.]De impact van klimaatverandering is op alle niveau\u27s van de samenleving een hot item. Wat het effect hiervan is op de Vlaamse monumenten, wordt duidelijk uiteengezet door Nathalie Vernimme. Het aloude spreekwoord Beter voorkomen dan genezen is hier eens te meer volledig van toepassing.Summar

    Cultural Heritage and Climate Change: New challenges and perspectives for research

    Get PDF
    JPI Cultural Heritage & JPI ClimateCollaboration between the two Joint Programming Initiatives “Cultural Heritage and Global Change” (JPI CH), and “Connecting Climate Knowledge for Europe” (JPI Climate) began in 2019 and led to the organisation of a joint workshop a year later. Following the recommendations in the workshop report, an expert working group was set up to scope research gaps and opportunities at the interface of cultural heritage and climate change, culminating in the publication of this White Paper. This strategic document is expected to support the two JPIs to generate policy-relevant research outcomes.Peer reviewe

    Reparatie van steenachtige materialen

    No full text
    Een mortel kan worden gedefinieerd als een mengsel van één of meerdere bindmiddelen, toeslagstoffen en eventueel toegevoegde hulpstoffen, meestal aangemaakt met water. Mortel wordt gebruikt om te metselen, te voegen, te pleisteren of aan te vullen en wordt daarnaast soms ook gebruikt als constructief materiaal. Reparatiemortels zijn mortels die worden gebruikt in de conserveringspraktijk om ontbrekende delen van diverse (in dit geval steenachtige) materialen aan te vullen.Repareren, stoppen, aanhelen, aanvullen en herstellen zijn allemaal termen die gebruikt worden bij restauratie met behulp van mortels. Naast het niets doen, het consolideren en (deels) vervangen van natuur- en baksteen is het repareren met mortel een veelgebruikte methode. Het gebruik van reparatiemortels leidt tot afwisselend zeer goede en minder goede resultaten met betrekking tot compatibiliteit met het bestaande en duurzaamheid van de reparatiemortel zelf.Tijdens de WTA-studiedag “reparatie van steenachtige materialen” en in deze syllabus zullen ethische, esthetische, technische en financiële aspecten van het gebruik van deze mortels aan de orde worden gesteld. Hierbij gaat het om diverse in de handel beschikbare kant-en-klare producten en zelf-samengestelde mortels.De eerste twee bijdragen aan deze syllabus komen voort uit onderzoek dat is gedaan in het lopende samenwerkingsverband tussen TU Delft, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en TNO. In het eerste paper gaat Michiel van Hunen in op de resultaten van een enquête die is gehouden onder (Nederlandse) verwerkers van reparatiemortels: welke producten worden zoal gebruikt en wat zijn de ervaringen. Daarnaast laat hij aan de hand van een groot aantal voorbeelden zien hoe reparatiemortels zich gedragen in de praktijk. Barbara Lubelli, Rob van Hees en Timo Nijland gaan – mede gebaseerd op laboratoriumonderzoek – in op de keuzecriteria voor het kiezen van een geschikte reparatiemortel.Het derde paper is in het geheel gewijd aan het stadhuis van Antwerpen, beter gezegd aan het onderzoek naar de meest geschikte mortel en verwerkingstechniek voor het repareren van het rode Belgische marmer aan de gevel van dit stadhuis. Deze bijdrage is geleverd door Tanquil Berto, Sam Huysmans, Laurent Fontaine en Roald Hayen. Ook gericht op casuïstiek is de bijdrage van Wouter Callebaut. Hij gaat vanuit het perspectief van de restauratiearchitect in op de keuze voor behoud (niets doen), verstevigen, vervangen, of bijwerken met mortels bij restauratie van natuur- en baksteen.Heleen Schroyen gaat in haar bijdrage in op het gebruik van kunststeen in de erfgoedcontext en hoe het agentschap Onroerend Erfgoed hiermee om gaat. In de bijdrage worden tussentijdse resultaten besproken die de basis vormen waarop het agentschap in 2019 in richtlijn zal gaan opstellen.De laatste drie teksten in deze syllabus richten zich op ervaringen in de praktijk. Ben Massop deelt zijn ervaringen met diverse typen reparatiemortels die hij tegenkwam of heeft gebruikt aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Breda en de Sint-Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch. Delphine Vandevoorde richt zich op drie verschillende soorten mortels en hun voor en nadelen bij toepassing in de praktijk, terwijl Paul van Laere in de laatste bijdrage ingaat op zijn rol als beeldhouwer bij de uitvoering van reparaties met mortel

    Broeikasgasreducties realiseren in erfgoedgebouwen. Resultaten van het Vlaams Klimaatfondsproject "Gespecialiseerde energieconsulenten voor Onroerend Erfgoed" (2015-2021)

    No full text
    In 2013 kreeg het Agentschap Onroerend Erfgoed de vraag om -in het kader van het Vlaams klimaatfonds 2013-2014- projectvoorstellen in te dienen met het oog op broeikasgasreductie binnen het beleidsveld. Een door het Agentschap voorgestelde en door de Vlaamse Regering gehonoreerde maatregel betrof het project "Gespecialiseerde energieconsulenten voor Onroerend Erfgoed" Het project (afgekort weergegeven als "ErfgoedEnergieLoket" beoogde bouwprofessionals uit de erfgoedsector op te leiden en te ondersteunen bij het verbeteren van de energieprestaties van erfgoedgebouwen. De basisfilosofie vertrok van een holistische benadering waarbij erfgoedwaarden, energetische efficiëntie en bouwfysische aspecten elkaar onderling beïnvloeden. Het project ErfgoedEnergieLoket liep 82 maanden, van 2014 tot 2021. De uitvoering was in handen van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB), het huidige Buildwise. Het Agentschap Erfgoed Vlaanderen was verantwoordelijk voor de inhoudelijke opvolging van de maatregel. Dit rapport bevat naast de te behalen indicatoren, ook de onderzoeksresultaten verbonden aan dit project. In het kader van het project werden immers 10 concrete cases van gebouwen waar energiebesparende maatregelen zijn toegepast, voor en na de ingrepen gemonitord

    Planning energy retrofits of historic buildings. EN16883:2017 in practice.

    Get PDF
    This handbook follows the systematic approach outlined by the European standard EN 16883:2017 Guidelines for improving the energy performance of historic buildings. It describes how the standard can be applied in practice with chapters on heritage value assessment, building survey and holistic assessment of energy efficiency measures. The book draws on the experience from a team of international leading experts in the field of energy efficiency in historic buildings. The intended audience for the handbook is professionals working with the refurbishment of existing buildings: architects, engineers, heritage consultants, building surveyors and professional property owners. It points at the possibilities to lower the energy use in existing buildings without compromising their heritage values, and provides practical guidance on how to identify, assess and select energy retrofit measures through a multidisciplinary planning process. Throughout the book you will follow case studies that illustrate how the different stages of the planning process can be carried out in practice. The text is accompanied by best practice examples, illustrations and links to written and online resources
    corecore