25 research outputs found

    Case study: Legal Requirements for the Use of Social Login Features for Online Reputation Updates

    Get PDF
    ABSTRACT Online users use more and more social login on third-party sites or applications. To use an existing account to login is faster than to fill in personal information forms over and over again. However, many online users, even those who frequently use social login systems, are not aware of the policies and conditions they agree with. They are often unaware of the consequences of their authentications to access websites and applications, and thus of the information that can be retrieved from their social networks. In this paper, we provide a case-study of the legal requirements that must be observed when social login features are used for authentication in a mobile application in the workplace. The legal requirements considered in this case-study follow from the Belgian implementation of the EU legal framework on privacy and data protection. Particularly interesting for this study is the storage of the data following from external social network profiles; the retention of the retrieved information processed to compute an extra layer of reputation; and the policies accompanying the social login features

    Translation and references to commentary of Maximianus' Elegia Prima (6th c. AD)

    No full text
    This dataset pertains to the article "Laat of te Laat? Ouderdom in de laat-Latijnse Elegieën van Maximianus (6de eeuw n.Chr.)" (related to FWO grant 1107123N) and contains the following: Latin text of Maximianus' Elegia Prima (edition by D'Amanti 2020), English translation (my own), source reference & reference to commentary on Latin text (D'Amanti 2020). Physical copies supplementing this data are the following (ISBN in related identifiers): D'Amanti, E.R. (2020). Massimiano: Elegie. Fondazione Lorenzo Valla. Franzoi, A. (2014). Le Elegie di Massimiano. Adolf M. Hakkert

    Laat of te Laat? Ouderdom in de laat Latijnse Elegieën van Maximianus (6e eeuw n.Chr.)

    No full text
    This article focuses on the poetry of Maximianus, a late Latin author whose work was published around the 6th century AD. His corpus is to be situated within the genre of the elegy; typically, these are written by a young and virile male poet, dedicated to the woman he loves and who dominates his life. However, the six elegies written by Maximianus (686 lines in total) are unique within the whole of Latin literature, since they do not have love and youth as central subject. They explicitly put the motif of old age on the foreground. By combining a close reading with the methodological framework of 'ageing studies', this article proposes an analysis of some crucial passages taken from the opening poem of the corpus, in order to show how Maximianus interacts with the topic of old age within the boundaries of the elegy

    Privacy, werk en internet of things

    No full text
    Technologisch zijn ondernemingen nog niet klaar voor 3.0. Hoewel reeds heel wat technische snufjes in de onderneming binnensijpelen, staat de technologie nog niet op punt om al van een Internet of Things te spreken. Dit geeft ons de tijd om ons juridisch voor te bereiden op de opkomende veranderingen. Een eenvoudige prognose van de onderneming 3.0 toont dat de zwakheden van de bestaande beschermingsmechanismen enkel zullen toenemen en bestendigd worden onder de invloed van de nieuwe technologieën. Werkgevers zullen immers over nog meer (categorieën van) informatie kunnen beschikken, terwijl de werknemer minder controle zal hebben over de informatie die over hem beschikbaar is. Aangezien de stugge en strikte vereisten uit de privacywetgeving inperkingen van de rechten van de werknemers sterk bemoeilijken, wordt deze wetgeving in de praktijk vaak via procedurele omwegen gedeeltelijk buitenspel gezet. Zonder een op enige realiteitszin gestoelde bezinning over de juridische krijtlijnen van de bescherming van de werknemer in de onderneming 3.0 zal die bescherming tegen procedurele muren blijven opbotsen. Het recht kan een vertrouwenwekkende en faciliterende functie vervullen om de onderneming in zijn transformatie te begeleiden. Hiervoor dient het privacy- en gegevensbeschermingsrecht in de onderneming 3.0 opnieuw te worden doordacht rekening houdende met nieuwe technologische ontwikkelingen. In plaats van juridische pleisters te plakken op elke nieuwe technologische ontwikkeling afzonderlijk, is er ruimte en tijd om fundamenteler over de rol van het recht na te denken. De voorgestelde Algemene Verordening laat specificaties voor de verwerking van werknemersgegevens toe op nationaal niveau. Deze kans zou aangegrepen kunnen worden om het bestaande beschermingsniveau van de werknemers te verhogen, door de vereisten in de wet aan te passen aan de bijzondere relatie tussen werkgever en werknemer. Voor ogen houdende dat, via procedurele achterpoortjes de substantiële bescherming van het privacyrecht kan worden omzeild, kan worden gekozen voor een less is more approach, waarbij de strikte eisen uit het privacyrecht worden getemperd, waardoor volledige compliance door de werkgever weer een doel kan worden. Wanneer het recht de vertrouwenwekkende rol kan spelen die in deze bijdrage werd voorgehouden, wanneer het recht de rol van facilitator voor technologische veranderingen op zich neemt, en tegelijkertijd realistische voorwaarden voor inmengingen en verwerkingen verwoordt, dan kan de werkgever de mogelijkheid zien werkelijk in overeenstemming te handelen met deze voorwaarden. De vermindering van de substantiële eisen brengt daarom mogelijk een verhoging van de bescherming met zich mee, aangezien hierdoor het kind niet verder met het badwater zal worden weggegooid

    Schadevergoedingen wegens het niet respecteren van privé- en familieleven door de pers

    No full text
    status: publishe
    corecore