Electricity Generation using Sulfolobus solfataricus in a High-Temperature Microbial Fuel Cell

Microbial fuel cells (MFCs) are a developing technology that breaks down organic materials in liquids while generating electricity. They come in several forms and applications, including: micro-sized for medical implants, sediment for remote sensing and communications, and large-scale for industrial or environmental remediation. Few studies have looked at MFCs operating over 45ºC. Use of extremophiles as the fuel cell culture allows for high-temperature applications including industry, deserts, and alien space environments. This project includes the construction and operation of a membrane-less single chamber microbial fuel cell (ML-SCMFC), using the hyperthermophilic archaeon Sulfolobus solfataricus at about 80°C. The volcanic spring native S. solfataricus was used within a MFC to demonstrate feasibility of an extremely high temperature MFC and characterize the electrical power parameters from this device. A maximum power density of 25.26 mWm-3 was obtained using a carbon cloth anode and cellobiose as the substrate. Maximum sustained current densities ranging from 5.63 and 39.9 mAm-2 persisted for 15-30 hour durations. Continued modifications can potentially improve observed values, including new substrates, inclusion of separators and new anode materials.https://ecommons.udayton.edu/stander_posters/1013/thumbnail.jp

Single-Molecule Imaging Uncovers Rules Governing Nonsense-Mediated mRNA Decay

Item does not contain fulltex

Rapportage eerste jaar pilotstudie preconceptiezorg in deelgemeente Noord

Inleiding: Nederland kent hoge perinatale sterftecijfers met grote verschillen tussen etnische, sociaaleconomische en tussen mensen al dan niet wonen in een grote stad of in een zogenoemde prachtwijk (De Graaf et al.; NTVG 2008;152:2734). Zwangere vrouwen die in een grote stad wonen hebben vaker een slechte zwangerschapsuitkomst. Verklaringen hiervoor zijn dat in grote steden meer allochtone ouders en ouders met een lage sociaaleconomische status wonen, meer ouders woonachtig zijn in een prachtwijk, en in de grote steden meer sprake is van cumulatie van diverse risico’s. Ongunstige perinatale uitkomsten komen binnen de vier grote steden in Rotterdam het meest voor. In Rotterdam vormt het wonen in een prachtwijk een extra risico, vooral voor autochtone ouders. De Nederlandse situatie gaf de minister aanleiding tot de installatie van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte die binnen het huidige kader verbeteringsvoorstellen voorbereidt met de beroepsgroepen. Hij kondigde verder in 2008 aan dat - in dit verband - meer voorlichting aan toekomstige ouders speerpunt van beleid werd. In Rotterdam werd op grond van de cijfers in 2008 het Aanvalsplan Perinatale Sterfte (Denktas et al, TSG 2009;87:199; www.klaarvooreenkind.nl) ontwikkeld en omgedoopt tot het programma Klaar voor een Kind dat op 1 januari 2009 van start is gegaan. De gemeente Rotterdam investeert in de ontwikkeling en start-up van nieuwe preventieprogramma’s. De GGD Rotterdam-Rijnmond en het Erasmus MC coördineren het programma via het KveK-programmabureau. Dit regisseert de activiteiten (ontwikkeling, onderzoek, implementatie, afstemming, beleid). Het programma Klaar voor een Kind voorziet in verschillende projecten en de Pilotstudie Preconceptiezorg in deelgemeente Noord is de eerste die in uitvoering is genomen

Development of Androgen- and Estrogen-Responsive bio-assays, members of a panel of human cell line-based highly selective steroid-responsive bioassays

We have established highly sensitive and specific androgen and estrogen reporter cell lines which we have named AR (androgen receptor) and ERα (estrogen receptor alpha) CALUX® (Chemically Activated LUciferase eXpression), respectively. Both bioassays are member of a panel of CALUX reporter cell lines derived from the human U2-OS osteosarcoma cell line, all using highly selective reporter constructs based with a basal promoter element linked to multimerized. response elements, allowing efficient and specific measurement of compounds interfering with androgen, estrogen, progesterone, and glucocorticoid receptors. The AR CALUX bioassay contains the human androgen receptor and a luciferase reporter construct containing three androgen-responsive elements coupled to a minimal TATA promoter. This cell line was characterized by its stable expression of AR protein, its highly selective response to low levels of different natural and synthetic androgens, and its insignificant response to other nuclear hormone receptor ligands such as estrogens, progestins, and glucocorticoids. The EC50 of dihydrotestosterone (DHT) was found to be 0.13 nM, consistent with the high affinity of this ligand to the human AR. Flutamide, cyproterone acetate, and the environmental contaminants vinclozolin, DDT, methoxychlor, its metabolite HPTE, and penta-BFR showed clear antagonistic activity in the AR CALUX bioassay, competitively inhibiting DHT-mediated transactivation. The established AR CALUX bioassay proved to excel in terms of easy cell line maintenance, high fold induction range (typical 30 times over solvent control), low minimal detection limit (3.6 pM), and high androgen selectivity. Potential applications such as testing the androgenic or estrogenic activity of pure chemicals and pharmaceuticals and complex mixtures (environmental, food, feed, and clinical) are discussed. © Society of Toxicology 2005; all rights reserved