Reduced Anxiety and Depression and Improved Mood in Older Adults Living in Care Homes After Participating in Chair Yoga

© 2024 The Author(s). This is an open access article distributed under the terms of the Creative Commons Attribution License (CC BY), https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/Providing opportunities for older adults to engage in physical and mental activity is important to support healthy aging. The present preliminary study investigated the feasibility of accessible chair yoga for older adults in care homes. Chair yoga participants (n = 17) were assessed before and after attending twice weekly chair yoga sessions for 8 weeks, while control participants (n = 16) underwent the assessments only. Participant ages ranged from 80 to 101 years and included those living with mild to severe dementia. Anxiety and depression measured by the Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS), and negative affect measured by the Positive and Negative Affect Schedule (PANAS), improved in the chair yoga but not the control group. Balance confidence (Modified Falls Efficacy Scale) and Health-related Quality of Life (EQ-5D-3L) were unchanged. Chair yoga is a feasible activity for older care home residents, including those living with dementia, with the potential to improve mental well-being.Peer reviewe

Water kent geen grenzen : samen werken aan agrarisch waterbeheer

Waterbeheer door boeren, waarbij het nog de vraag is of grootschalige toepassing op boerenbedrijven mogelijk is. Voorbeelden zijn het project Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) Hoeksche Waard (p. 9) en demonstratieprojecten bij individuele boeren, zoals het agrarische informatiebedrijf Helder Water (pag 8.) en het project Boeren met water (p. 9). Stuwbeheer, waterzuivering en rietteelt zijn andere voorbeelden van waterbeheer door boere

A combined solid- and solution-phase approach provides convenient access to analogues of the calcium-dependent lipopeptide antibiotics

The calcium-dependent lipopeptide antibiotics represent a promising new class of antimicrobials for use in combating drug-resistant bacteria. At present, daptomycin is the only such lipopeptide used clinically and displays potent antimicrobial activity against a number of pathogenic Gram-positive bacteria. Given the increasing need for new antibiotics, practical synthetic access to unnatural analogues of daptomycin and related antimicrobial lipopeptides is of value. We here report an efficient synthetic route combining solid- and solution-phase techniques that allows for the rapid preparation of daptomycin analogues. Using this approach, four such analogues, including two enantiomeric variants, were synthesized and their antimicrobial activities and hydrolytic stabilities evaluated.FWN – Publicaties zonder aanstelling Universiteit Leide

Short-Course External Beam Radiotherapy Versus Brachytherapy for Palliation of Dysphagia in Esophageal Cancer: A Matched Comparison of Two Prospective Trials

Introduction: Short-course external beam radiotherapy (EBRT) and intraluminal brachytherapy are both accepted treatments for the palliation of dysphagia in patients with incurable esophageal cancer. We compared the effects of both treatments from two prospective studies. Methods: We performed a multicenter prospective cohort study of patients with metastasized or otherwise incurable esophageal cancer requiring palliation of dysphagia from September 2016 to March 2019. Patients were treated with EBRT in five fractions of 4 Gy. Data were compared with all patients treated with a single brachytherapy dose of 12 Gy in the SIREC (Stent or Intraluminal Radiotherapy for inoperable Esophageal Cancer) trial, both between the original cohorts and between 1:1 propensity score–matched cohorts. The primary end point was an improvement of dysphagia at 3 months without reintervention. The secondary end points included toxicit

Impact of Endoscopic Ultrasonography on (18)F-FDG-PET/CT Upfront Towards Patient Specific Esophageal Cancer Treatment

INTRODUCTION: In patients with potentially resectable esophageal cancer (EC), the value of endoscopic ultrasonography (EUS) after fluorine-18 labeled fluorodeoxyglucose positron emission tomography with computed tomography ((18)F-FDG-PET/CT) is questionable. Retrospectively, we assessed the impact of EUS after PET/CT on the given treatment in EC patients. METHODS: During the period 2009-2015, 318 EC patients were staged as T1-4aN0-3M0 with hybrid (18)F-FDG-PET/CT or (18)F-FDG-PET with CT and EUS if applicable in a nonspecific order. We determined the impact of EUS on the given treatment in 279 patients who also were staged with EUS. EUS had clinical consequences if it changed curability, extent of radiation fields or lymph node resection (AJCC stations 2-5), and when the performed fine-needle aspiration (FNA) provided conclusive information of suspicious lymph node. RESULTS: EUS had an impact in 80 (28.7%) patients; it changed the radiation field in 63 (22.6%), curability in 5 (1.8%), lymphadenectomy in 48 (17.2%), and FNA was additional in 21 (7.5%). In patients treated with nCRT (n = 194), EUS influenced treatment in 53 (27.3%) patients; in 38 (19.6%) the radiation field changed, in 3 (1.5%) the curability, in 35 (18.0%) the lymphadenectomy, and in 17 (8.8%) FNA was additional. EUS influenced both the extent of radiation field and nodal resection in 31 (16.0%) nCRT patients. CONCLUSIONS: EUS had an impact on the given treatment in approximately 29%. In most patients, the magnitude of EUS found expression in the extent of radiotherapy target volume delineation to upper/high mediastinal lymph nodes

Impact of employee motivation on passenger satisfaction levels – A case study in the state of Karnataka (India)

Institute of Transport and Logistics Studies. Faculty of Economics and Business. The University of Sydne

Opsporen en meten van groeiremming in recirculatiewater en gewas - Werkpakket 2 Glastuinbouw Waterproof substraat

Groeiremming is vaak een reden voor telers om het recirculatiewater te verversen en het overtollige water te lozen. Behalve een te hoog Na-gehalte of een optredende ziekte in het water is de oorzaak van groeiremming nog steeds onduidelijk. Doelstellingen van het uitgevoerde onderzoek waren het vaststellen van de oorzaak van groeiremming, voorstellen van te nemen maatregelen en het ontwikkelen van methoden om groeiremming vroegtijdig te bepalen. Via een getrapte analyse is onderzoek gedaan naar mogelijke groeiremmende componenten. De groeiremmende factor in het drainwater wordt vooral veroorzaakt door een microbiologische factor die zeer waarschijnlijk van een bacteriologische oorsprong is; gewasbeschermingsmiddelen in het drainwater blijken de groei in diverse groeitesten niet te remmen. Monitoring van de zuurstofconcentratie in het water en wortelmilieu en de metingen van de lichtbenuttingsefficiëntie in een rozengewas hebben geen relaties met optredende groeiremming aangetoond. De waarde van deze meetmethoden kon niet goed worden beoordeeld, omdat alleen groeiremming is aangetoond in het drainwater, maar niet in het rozengewa

Weerbaar substraat: praktijkproeven : ontwikkeling toets methodiek en eerste toetsing op gewasschade van tien concepten bij tomaat, komkommer en gerbera

De sector is op zoek naar nieuwe gewas bescherming zoals “weerbaar telen”. Hierbij wordt gestuurd op een ziekte- en plaag onderdrukking via het substraat en op een sterke- en productie verhogende plant. Er werden een tiental concepten onderzocht op fytotoxicit eit. De keuze van de concepten werd gebaseerd op beschikbaarheid van bouwstenen, gebruik in de praktijk, het aanschake len van meerdere mechanismen en experimentele meerwaarde. Het aanschakelen van meerdere mechanismen is belangrijk omdat dit de kans op weerbaarheid verhoogt tegen diverse ziekten en plagen. Ook werden meetmethoden verder uitgewerkt om weerbaarheid van substraat en plant in de praktijk te kunnen meten