Strooiselbeluchting geeft minder ammoniak maar meer stof

Het beluchten van mest draagt in de pluimveehouderij bij aan de reductie van de ammoniakemissie. Dit blijkt onder andere uit het aantal systemen met een Groen Label waarbij deze techniek wordt toegepast. Ook het beluchten van strooisel geeft een reductie van de ammoniakemissie. Een negatief effect hierbij is echter dat de arbeidsomstandigheden verslechteren door een circa vijf keer hogere stofconcentratie

Verwarmen en koelen van vloer: goed voor klimaat op dierniveau

Op het Spelderholt, Praktijkcentrum voor pluimveehouderij is een onderzoek uitgevoerd naar het effect van het beheersen van de vloertemperatuur op de resultaten bij vleeskuikens. Hiervoor werd bij opzet de vloer rechtstreeks verwarmd en later in de groeiperiode gekoeld

Perspectieven voor langzaam groeiende kuikens in Nederland? Ja, mits

In het eindrapport van de 'Stuurgroep Heroriëntatie Pluimveehouderij' (1999) wordt aanbevolen te onderzoeken of het mogelijk is een alternatief kuiken op de markt zetten. Met alternatief kuiken wordt een kuiken bedoeld met een lagere groeisnelheid danhet huidige kuiken, maar hoger dan het biologische of 'label'kuiken. Oftewel: een product tussen het huidige kuiken en het biologische of 'label'kuiken. Het Praktijkcentrum Het Spelderholt heeft daarom een proef verricht waarbij getracht is een beeld te vormen van de consequenties van een eventuele overschakeling van het huidige kuiken naar een langzaam groeiend kuiken

Zitstokgebruik en beweeglijkheid

Naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Alders heeft het Praktijkcentrum 'Het Spelderholt' onderzoek uitgevoerd met drie soorten langzaam groeiende vleeskuikens. Naast het bepalen van de technische en slachterijresultaten is ook gekeken naar het gedrag van de dieren. In dit artikel wordt ingegaan op het zitstokgebruik en de mate van beweeglijkheid van die kuikens in vergelijking met een gangbaar soort vleeskuiken. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat kuikens van de langzamer groeiende soorten meer gebruik maken van de zitstokken en actiever zijn dan het 'gangbare' vleeskuiken

Strooiselkwaliteit, gait score en huidirritatie vleeskuikens bij uitladen

Het Praktijkonderzoek Veehouderij heeft in een vergelijkende proef onderzoek gedaan (november/december 2000) naar de resultaten van een en twee keer uitladen, en niet uitladen. Hierbij ging het om het effect op het technisch en economisch resultaat, op de kwaliteit van het strooisel en op de uitwendige kwaliteit van de dieren. In dit artikel staan de resultaten met betrekking tot de uitwendige kwaliteit van de dieren

Indoor Social Networks in a South African Township: Potential Contribution of Location to Tuberculosis Transmission

CITATION: Wood, R. et al. 2012. Indoor social networks in a South African township : potential contribution of location to tuberculosis transmission. PLoS ONE, 7(6): e39246, doi:10.1371/journal.pone.0039246.The original publication is available at http://journals.plos.org/plosoneBackground We hypothesized that in South Africa, with a generalized tuberculosis (TB) epidemic, TB infection is predominantly acquired indoors and transmission potential is determined by the number and duration of social contacts made in locations that are conducive to TB transmission. We therefore quantified time spent and contacts met in indoor locations and public transport by residents of a South African township with a very high TB burden. Methods A diary-based community social mixing survey was performed in 2010. Randomly selected participants (n = 571) prospectively recorded numbers of contacts and time spent in specified locations over 24-hour periods. To better characterize age-related social networks, participants were stratified into ten 5-year age strata and locations were classified into 11 types. Results Five location types (own-household, other-households, transport, crèche/school, and work) contributed 97.2% of total indoor time and 80.4% of total indoor contacts. Median time spent indoors was 19.1 hours/day (IQR:14.3–22.7), which was consistent across age strata. Median daily contacts increased from 16 (IQR:9–40) in 0–4 year-olds to 40 (IQR:18–60) in 15–19 year-olds and declined to 18 (IQR:10–41) in ≥45 year-olds. Mean daily own-household contacts was 8.8 (95%CI:8.2–9.4), which decreased with increasing age. Mean crèche/school contacts increased from 6.2/day (95%CI:2.7–9.7) in 0–4 year-olds to 28.1/day (95%CI:8.1–48.1) in 15–19 year-olds. Mean transport contacts increased from 4.9/day (95%CI:1.6–8.2) in 0–4 year-olds to 25.5/day (95%CI:12.1–38.9) in 25–29 year-olds. Conclusions A limited number of location types contributed the majority of indoor social contacts in this community. Increasing numbers of social contacts occurred throughout childhood, adolescence, and young adulthood, predominantly in school and public transport. This rapid increase in non-home socialization parallels the increasing TB infection rates during childhood and young adulthood reported in this community. Further studies of the environmental conditions in schools and public transport, as potentially important locations for ongoing TB infection, are indicated.http://journals.plos.org/plosone/article?id=10.1371/journal.pone.0039246Publisher's versio

Childhood tuberculosis infection and disease: A spatial and temporal transmission analysis in a South African township

Background. Tuberculosis (TB) remains a leading cause of mortality and morbidity in South Africa. While adult TB results from both recent and past infection, childhood TB results from recent infection and reflects ongoing transmission despite current TB control strategies.Setting. A South African community with high rates of TB and HIV disease.Outcomes. A Geographic Information System was used to spatially and temporally define the relationships between TB exposure, infection and disease in childre

Carbohydrate metabolism in twin pregnancy

Carbohydrate metabolism was evaluated in 26 women with a twin pregnancy and 26 women with a singleton pregnancy. The groups were similar in respect of age, parity and gestational age. Each woman had an oral glucose tolerance test. Nosignificant differences in venous blood sugar values or insulin responses were found between singleton and twin pregnancies