176 research outputs found

    Kunstmest duur? Strooi minder!

    Get PDF
    In het verleden heeft de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen het stikstofbemestingsadvies op grasland vastgesteld op basis van prijzen van veevoeders en kunstmest. Uitgangspunt was dat bemesten niet meer kost dan het oplevert. Prijzen variëren, maar de commissie stelt niet ieder jaar een nieuw stikstofbemestingsadvies vast. U kunt zelf wel rekening houden met variaties in prijzen. In dit artikel wordt uitgelegd hoe

    Stikstofwerking van mineralenconcentraten op grasland = N fertilizer value of mineral concentrates on grassland

    Get PDF
    In 2009 en 2010 zijn veldproeven op grasland uitgevoerd om de N-werkingscoëfficiënten van mineralenconcentraten te bepalen. Het mineralenconcentraat is een met industrieel proces vervaardigde meststof conform de definitie van kunstmest in de Nitraatrichtlijn. Het is te verwachten dat het concentraat andere kenmerken heeft dan dierlijke mest. Maar tegelijk valt het concentraat ook onder de definitie van dierlijke mest uit de Nitraatrichtlijn, zelfs na bewerkin

    Fosfaatbemesting in maïs : hoe scherp kan het?

    Get PDF
    Snijmaïstelers kunnen veelal niet meer zoveel bemesten als ze in het verleden gewend waren. Verschillende firma’s hebben producten ontwikkeld om de beperking van de fosfaatbemesting op te vangen. Wageningen UR Livestock Research onderzoekt in een tweejarige veldproef een aantal typen van deze nieuwe fosfaatmeststoffen in opdracht van het Productschap Zuivel. Op basis van het bemestingsadvies voor snijmaïs en fosfaatproeven uit het verleden bestaat de verwachting dat deze niet overal nodig zullen zijn

    Dertien jaar fosfaatevenwichtsbemesting op graslandproeven: opbrengst en fosforgehalte van gras dalen

    Get PDF
    In 1997 hebben ASG en Alterra een veldproef opgestart met fosfaatevenwichtsbemesting op grasland. Het doel van deze veldproef is om na te gaan wat de gevolgen zijn van fosfaatevenwichtsbemesting voor kwaliteit en opbrengst van het gras. Het jaar 2009 was het 13e jaar van deze proef. De gegevens van 1997 tot en met 2009 zijn statistisch bewerkt en geanalyseerd

    Aanvoer koper en zink erg hoog op melkveebedrijven

    Get PDF
    De Europese kaderrichtlijn Water bepaalt dat de kwaliteit van het oppervlaktewater in 2015 zodanig verbeterd moet zijn, dat dit geen problemen meer oplevert voor het waterleven en voor het gebruik als drinkwater. Voor Nederland betekent dit onder andere dat de uitspoeling van koper en zink uit de bodem flink moet worden teruggebracht. De melkveehouderij is verantwoordelijk voor een groot deel van de koper- en zinkbelasting van de bodem. In 2006 zal op melkveebedrijven onderzocht worden of de belasting van koper en zink gestopt kan worde

    Fosfaatevenwichtsbemesting op grasland

    Get PDF
    Verlaging van een landbouwkundig 'optimaal' fosfaatoverschot naar fosfaatevenwichtsbemesting laat na twee jaar nog geen diepe sporen na. Het P-AL getal van de bodem nam af, maar bleef nog in de klasse 'ruim voldoende'. De droge-stofopbrengst van het grasland bleef op peil, terwijl het fosforgehalte in het gras licht daalde

    Modelling the impact of climate change on livestock productivity at the farm-scale: An inventory of LiveM outcomes

    Get PDF
    The report presented here provides an inventory of reports and conference papers  produced by the partners of the livestock and grassland modelling theme (LiveM) of the  Modelling European Agriculture with Climate Change for Food Security (MACSUR)  knowledge hub. The findings presented illustrate the diverse nature of the multidisciplinary  LiveM research community, and provide a reference source for those seeking  to identify and pull out farm-level modelling outputs from the work of MACSUR and its  partners. The survey of farm-scale outputs from LiveM revealed the interdependent, dual  role of a knowledge hub: to increase the capacity of modelling to meet stakeholder and  societal needs under climate change, and to apply that increased capacity to provide new  understanding and solutions at the policy and (the focus here) farm scale. While capacity  building work across disciplines is time-consuming, difficult, and to a large extent invisible  to stakeholders, such work is vital to ensuring that subsequent scientific outcomes reflect  best practice, and integrated expertise. Long term, sustained funding of network-based  capacity building activities is highlighted as essential to ensuring that the farm-scale  modelling work highlighted here can continue to build on ongoing improvements in model  quality, flexibility and stakeholder relevance

    Stikstofwerking van mineralenconcentraten op grasland = N fertilizer replacement value of mineral concentrates on grassland /

    Get PDF
    In 2009–2012 field experiments on grassland took place to determine the N fertilizer replacement value of mineral concentrates

    Verkenning perspectieven van producten uit mestverwerking voor toelating als EG-meststof : fase 1

    Get PDF
    In opdracht van het Ministerie van LNV en op verzoek van LTO Nederland en de NVV, heben WURASG en Monteny Milieu Advies een studie uitgevoerd naar de mogelijkheden om producten uit technieken en systemen voor mestverwerking aangemerkt te krijgen als EG-meststof. Het betreft een eerste fase van een 2-fasenproject, waarbij in de 2e fase het daadwerkelijke doorlopen van het traject voor één of meerdere producten ten behoeve van aanmelding als EG-meststof centraal staat. Tijdens de eerste fase is met name gekeken naar producten uit mestverwerking die in potentie in aanmerking kunnen komen als EG-meststof en naar de aspecten die bij dossiervorming aan de orde komen, zoals benodigde experimenten, doorlooptijd en kosten. In de eerste fase is uitgegaan van de technieken en systemen die beschreven staan in een eerder uitgebrachte rapportage "Quick scan technieken mestbe- en -verwerking". Van de producten die bij elk van de in dat rapport genoemde technieken en systemen worden geproduceerd is nagagaan wat de samenstelling is in termen van drogestofgehalte, organischestofgehalte en de nutriënten stikstof (totaal-stikstof, ammoniuimstikstof), fosfor (als fosfaat) en kalium (als kali). Voorts is de zgn. EGVerordening 2003/2003 geanalyseerd om een beeld te krijgen van de criteria waaraan nieuwe EGmeststoffen moeten voldoen. Daarbij is met name gekeken naar de mogelijkheid om producten onder te brengen bij bestaande meststoffen of typen meststoffen, minimale samenstellingseisen (minimale gehalten aan N, P en K), fysische criteria (o.a. verkregen langs fabrieksmatige of chemische weg) en de eisen ten aanzien van herkomt van de nutriënten (al dan niet van dierlijke of plantaardige oorsprong). Elk product is op deze criteria gescoord. Stikstofconcentraten afkomstig uit (mestverwerkings-)systemen waarbij ammoniak langs chemische weg wordt gebonden met zuur (chemische luchtwassers, systemen met strippen/scrubben) vallen direct onder één van de bestaande categoriën meststoffen, mits gekomen kan worden tot verhoging van de concentraties. Concentraten afkomstig uit systemen waarbij gebruik wordt gemaakt van fysische concentreringsprocessen, zoals vooral omgekeerde osmose (in combinatie met ultrafiltratie) hebben perspectief voor aanmerking als bestaande EG-meststof wanneer via verdere opwerking kan worden voldaan aan de samenstellingseisen voor samengestelde vloeibare meststoffen èn wanneer er geschikte analysemethoden (m.n. voor producten van anorganische oorsprong, veelal met een gehalte aan organische stof groter dan 0) beschikbaar zijn. As van verbrande pluimveemest en struviet hebben potentie om te worden aangemerkt als nieuwe EG-meststof. De eigenschappen zijn echter zodanig, dat hiervoor een langdurige procedure nodig is (m.n. nieuwe analysetechnieken), waardoor het perspectief zeer gering is. Geen van de overige producten heeft voldoende perspectief om een eventuele procedure in gang te zetten voor opname in bijlage 1 van de Verordening, hetzij als bestaande meststof, hetzij als nieuwe meststof. De kosten van dossiervorming, met name van het landbouwkundig onderzoek (veldproeven; 1 gewas), de chemische analyses en de wetenschappelijke rapportage, belopen minimaal € 100.000,- per product. Bij het tegelijkertijd testen van meerdere meststoffen zullen de kosten per meststof dalen. De doorlooptijd van dossiervorming en toelating als (nieuw) EG-meststof is afhankelijk van de vraag of een product al dan niet onder een bestaande meststof of type meststof kan vallen. Is dit het geval, dan is de doorlooptijd kort. Zo niet, dan moet rekening worden gehouden met een looptijd van de proeven van minimaal 2 jaar en een navolgende procedure binnen de Commissie van enkele (naar schatting 2) jaar, zodat met een totale doorlooptijd van 4 jaar rekening moet worden gehouden

    Type en toedieningsvorm van N-kunstmest: effecten op gewas- en eiwitproductie en -kwaliteit

    Get PDF
    Dit rapport probeert een antwoord te geven op de vraag hoe melkveehouders de beperkte hoeveelheid stikstof(N)meststoffen maximaal kunnen benutten naast de op het bedrijf aanwezige dierlijke mest. Daartoe is in opdracht van Productschap Zuivel een literatuurstudie uitgevoerd naar de effecten van het gebruikte type en de toedieningsvorm van N-kunstmeststoffen op de gewasopbrengst, de N-opname en eiwitkwaliteit. Nagegaan is of de N-benutting verhoogd kan worden door een betere inzet van meststoffen en beperking van de verliezen door ammoniakvervluchtiging, nitraatuitspoeling, denitrificatie en lachgasontwikkeling. Naast type en toedieningsvorm zijn ook fysiologische en fysische aspecten van de meststoffen in de afweging meegenomen. Veredeling en een betere voorspelling van de N-mineralisatie uit de bodem kunnen een rol spelen om de N-benutting te verhogen. Verder zijn de bodemkwaliteit, de voorziening met overige nutriënten en het management belangrijke aspecten om de N-benutting te verbeteren. In een Handreiking zijn tenslotte de verschillende aspecten samengebracht in een advies voor de praktijk
    corecore