62 research outputs found

    Charged-Particle Multiplicities in Charged-Current Neutrino-- and Anti-Neutrino--Nucleus Interactions

    Get PDF
    The CHORUS experiment, designed to search for νμντ\nu_{\mu}\to\nu_{\tau} oscillations, consists of a nuclear emulsion target and electronic detectors. In this paper, results on the production of charged particles in a small sample of charged-current neutrino-- and anti-neutrino--nucleus interactions at high energy are presented. For each event, the emission angle and the ionization features of the charged particles produced in the interaction are recorded, while the standard kinematic variables are reconstructed using the electronic detectors. The average multiplicities for charged tracks, the pseudo-rapidity distributions, the dispersion in the multiplicity of charged particles and the KNO scaling are studied in different kinematical regions. A study of quasi-elastic topologies performed for the first time in nuclear emulsions is also reported. The results are presented in a form suitable for use in the validation of Monte Carlo generators of neutrino--nucleus interactions.Comment: 17 pages, 5 figure

    Observation of weak neutral current neutrino production of J/ψJ/\psi

    Get PDF
    Observation of \jpsi production by neutrinos in the calorimeter of the CHORUS detector exposed to the CERN SPS wide-band \numu beam is reported. A spectrum-averaged cross-section σJ/ψ\sigma^{\mathrm{J/\psi}} = (6.3 ±\pm 3.0) ×1041 cm2\times \mathrm{10^{-41}~cm^{2}} is obtained for 20 GeV Eν\leq E_{\nu} \leq 200 GeV. The data are compared with the theoretical model based on the QCD Z-gluon fusion mechanism

    The CHORUS neutrino oscillation search experiment

    Get PDF
    The CHORUS experiment has successfully finished run I (320~000 recorded \numu\ CC in 94/95) and performed half of run II (225~000 \numu\ CC in 96). The analysis chain was exercised on a small data sample for the muonic \tdecay\ search using for the first time fully automatic emulsion scanning. This pilot analysis, resulting in a limit \sintth \leq 3 \cdot 10^{-2}, confirms that the CHORUS proposal sensitivity (\sintth \leq 3 \cdot 10^{-4}) is within reach in two years

    Advances in computer chess 7

    No full text

    Zoonotic Diseases Report 2015

    No full text
    Zoönosen zijn infectieziekten die van dier op mens kunnen worden overgedragen. De zoönosen die voor Nederland van belang zijn, worden jaarlijks in de Staat van Zoönosen op een rij gezet, in dit geval over het jaar 2015. Hierbij is onder andere uitgewerkt in welke mate meldingsplichtige zoönosen voorkomen bij dieren en bij mensen. Trends In 2015 zijn er geen opmerkelijke veranderingen voor de meeste zoönosen waargenomen. Wel zetten de eerder gemelde stijging van het aantal mensen met leptospirose (waarvan de bekendste vorm de ziekte van Weil is) zich voort. De bacteriële infecties die via voedsel worden overgedragen (Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella, STEC) vormen ook in 2015 het grootste aandeel van de zoönotische infecties. Uitgelicht Bij een aantal deelnemers van een zogeheten mud run (modderloop) in Nederland is leptospirose vastgesteld. Deze ziekte komt de afgelopen jaren in West-Europa vaker voor. Dit hangt mogelijk samen met de milde winters en natte zomers. Verder is in 2015 een opmerkelijke stijging gemeld van het aantal cavia's met huidschimmels waarmee ook mensen (vooral kinderen) geïnfecteerd kunnen raken. Het voeren van rauw vlees en organen aan honden en katten is in opkomst. Omdat de dieren besmet kunnen raken met parasieten en bacteriën zoals Salmonella, wordt aangeraden om pups geen rauw vlees en organen te voeren. De boer op! Nevenactiviteiten op de boerderij Het aantal boeren dat 'er iets bij doet' op de boerderij neemt sterk toe. Voorbeelden van deze nevenactiviteiten zijn zorgboerderijen, kinderboerderijen, agrotoerisme, zelfzuivelaars met winkel, boeren met melktappunten en agrarische kinderdagopvang. De sector heeft enkele maatregelen genomen om de risico's van een besmetting met zoönosen te beperken. Voorbeelden zijn keurmerken voor optimale hygiëne, het aanleggen van plekken om de handen te wassen en het advies voor zwangere vrouwen om uit de buurt te blijven van schapen en geiten die net hebben gelammerd.Zoonoses are infectious diseases that can be transmitted from animals to humans. The zoonoses that play a role in the Netherlands are listed annually in the Zoonotic Diseases Report, in this case for the year 2015. This report also contains a summary of the degree in which notifiable zoonoses occur in animals and in humans. Trends In 2015, most zoonoses showed no significant changes. However, the previously reported increase in the number of people with leptospirosis (Weil's disease being its most common form) is continuing. In 2015, bacterial infections that are transmitted through food (Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella, STEC) once again formed the biggest part of the reported zoonotic infections. Highlights A number of participants in a so-called 'Mud Run' in the Netherlands were diagnosed with leptospirosis. In recent years, this disease has been diagnosed frequently in Western Europe. This may be linked to the mild winters and wet summers. Also in 2015, a remarkable increase was reported in the number of guinea pigs with dermal fungi that can also infect humans (children in particular). Feeding raw meat and offal to dogs and cats is becoming increasingly popular. Because these animals can get infected with parasites and bacteria such as Salmonella, it is recommended not to feed this food to pups. Farm visits! Secondary activities at farms The number of farmers exploiting 'sideline activities' on their farm is rapidly increasing. Examples of these secondary activities are: care farms, petting zoos, agricultural tourism, private dairy production with farm shops, farmers with raw milk distribution points and agricultural daycare for children. The industry has taken some measures to limit the risks of zoonosis contamination. Examples are: quality certification for optimum hygiene, the implementation of hand-washing facilities, and the advice for pregnant women to stay away from sheep and goats who have recently lambed/kidded.NVW

    State of Zoonotic Diseases 2018

    No full text
    Zoönosen zijn infectieziekten die van dieren naar mensen kunnen worden overgedragen. Evenals in vorige jaren waren er in 2018 geen opmerkelijke veranderingen te zien in de mate waarin zoönosen voorkomen in Nederland. Ook in 2018 zorgden bacteriële infecties via voedsel, zoals Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella en STEC, voor de meeste infecties bij mensen. Het aantal mensen met een STEC-infectie is, na de daling van de afgelopen jaren, weer iets gestegen ten opzichte van 2017. In 2014 is het aantal gevallen van leptospirose sterk gestegen, waarna het aantal langzaam is afgenomen. De ziekte kan onder andere worden opgelopen door te zwemmen in oppervlaktewater dat met rattenurine is besmet. Ook in 2018 is het aantal gevallen weer lager, maar nog wel hoger dan voor 2014. Teken kunnen diverse zoönosen overbrengen. De ziekte van Lyme is de bekendste en komt het meest voor. Een minder bekende zoönose is een infectie met Borrelia miyamotoi. In 2018 is voor de tweede keer in Nederland bij iemand deze diagnose gesteld. Net als in de afgelopen drie jaar zijn de Nederlandse vogels (vooral merels) ook in 2018 hard getroffen door het Usutuvirus. Deze zoönose veroorzaakte nauwelijks ernstige ziekteverschijnselen bij mensen. Dit blijkt uit de Staat van Zoönosen 2018. Het RIVM geeft elk jaar een overzicht van de zoönosen die voor Nederland van belang zijn en welke ontwikkelingen daarin te zien zijn. Het gaat om de zoönosen die onder andere vanwege hun besmettelijkheid moeten worden gemeld bij de GGD (voor mensen) of de NVWA (voor dieren). Het themahoofdstuk van de Staat van Zoonosen gaat dit jaar over preventie van zoönosen, met de nadruk op de productieketen van dierlijk voedsel. Het hoofdstuk geeft onder andere een globaal overzicht van maatregelen in Nederland om zoönosen bij mensen te voorkomen. Zo worden melkgeiten gevaccineerd tegen q-koorts. Het personeel van slachterijen treft hygiënemaatregelen om te voorkomen dat zij zichzelf en het vlees besmetten. Voorbeelden daarvan zijn bedrijfskleding dragen, handen wassen en niet eten, roken of drinken tijdens de werkzaamheden. Ook kunnen consumenten thuis besmetting voorkomen, bijvoorbeeld door hun eten onder de juiste temperaturen te bewaren.Zoonoses are infectious diseases that can be transmitted to people from animals. As in previous years, there were no striking changes in the incidence of zoonoses in the Netherlands in 2018. In 2018 too, food-borne bacteria, such as Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella and Shiga toxin-producing E. coli (STEC), caused the most infections in people. After having fallen in recent years, the number of people with a STEC infection rose slightly compared with 2017.In 2014, the number of cases of leptospirosis increased steeply, after which it slowly decreased. The disease can be contracted in various ways, including by swimming in surface water that is contaminated with rat's urine. The number fell again in 2018 but is still higher than before 2014. Ticks are able to transmit various zoonoses, the best known and most common of which is Lyme disease. A lesser known zoonosis is the infection caused by Borrelia miyamotoi. The second case of this disease in the Netherlands was diagnosed in 2018. Dutch birds, primarily blackbirds, were badly hit by the Usutu virus in 2018, as was the case in the previous three years. This zoonosis rarely causes severe symptoms in peopleThis is according to the findings published in RIVM's State of Zoonoses 2018. Every year, RIVM publishes an overview of the zoonoses, and related developments, that are important for the Netherlands. The publication covers zoonoses of which cases among people must be reported to the Municipal Public Health Services (GGD) and cases among animals, to the Netherlands Food and Consumer Product Safety Authority (NVWA). This year, the focus chapter of the State of Zoonoses discusses prevention, with the emphasis on the production chains of foods of animal origin. It also gives an overall summary of the measures taken in the Netherlands to prevent zoonoses in people. For example, milk goats are vaccinated against Q fever. The personnel at abattoirs take hygiene measures to prevent themselves and the meat they work with from becoming contaminated. Examples of such measures include the wearing of workwear, washing of hands and not eating, smoking or drinking during working activities. Consumers at home can also prevent infection, for example by storing their food at the correct temperatures.Ministerie van VW

    Staat van Zoönosen 2015

    No full text
    Zoönosen zijn infectieziekten die van dier op mens kunnen worden overgedragen. De zoönosen die voor Nederland van belang zijn, worden jaarlijks in de Staat van Zoönosen op een rij gezet, in dit geval over het jaar 2015. Hierbij is onder andere uitgewerkt in welke mate meldingsplichtige zoönosen voorkomen bij dieren en bij mensen. Trends In 2015 zijn er geen opmerkelijke veranderingen voor de meeste zoönosen waargenomen. Wel zetten de eerder gemelde stijging van het aantal mensen met leptospirose (waarvan de bekendste vorm de ziekte van Weil is) zich voort. De bacteriële infecties die via voedsel worden overgedragen (Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella, STEC) vormen ook in 2015 het grootste aandeel van de zoönotische infecties. Uitgelicht Bij een aantal deelnemers van een zogeheten mud run (modderloop) in Nederland is leptospirose vastgesteld. Deze ziekte komt de afgelopen jaren in West-Europa vaker voor. Dit hangt mogelijk samen met de milde winters en natte zomers. Verder is in 2015 een opmerkelijke stijging gemeld van het aantal cavia's met huidschimmels waarmee ook mensen (vooral kinderen) geïnfecteerd kunnen raken. Het voeren van rauw vlees en organen aan honden en katten is in opkomst. Omdat de dieren besmet kunnen raken met parasieten en bacteriën zoals Salmonella, wordt aangeraden om pups geen rauw vlees en organen te voeren. De boer op! Nevenactiviteiten op de boerderij Het aantal boeren dat 'er iets bij doet' op de boerderij neemt sterk toe. Voorbeelden van deze nevenactiviteiten zijn zorgboerderijen, kinderboerderijen, agrotoerisme, zelfzuivelaars met winkel, boeren met melktappunten en agrarische kinderdagopvang. De sector heeft enkele maatregelen genomen om de risico's van een besmetting met zoönosen te beperken. Voorbeelden zijn keurmerken voor optimale hygiëne, het aanleggen van plekken om de handen te wassen en het advies voor zwangere vrouwen om uit de buurt te blijven van schapen en geiten die net hebben gelammerd

    Staat van Zoönosen 2018

    No full text
    Zoönosen zijn infectieziekten die van dieren naar mensen kunnen worden overgedragen. Evenals in vorige jaren waren er in 2018 geen opmerkelijke veranderingen te zien in de mate waarin zoönosen voorkomen in Nederland. Ook in 2018 zorgden bacteriële infecties via voedsel, zoals Campylobacter, Listeria monocytogenes, Salmonella en STEC, voor de meeste infecties bij mensen. Het aantal mensen met een STEC-infectie is, na de daling van de afgelopen jaren, weer iets gestegen ten opzichte van 2017. In 2014 is het aantal gevallen van leptospirose sterk gestegen, waarna het aantal langzaam is afgenomen. De ziekte kan onder andere worden opgelopen door te zwemmen in oppervlaktewater dat met rattenurine is besmet. Ook in 2018 is het aantal gevallen weer lager, maar nog wel hoger dan voor 2014. Teken kunnen diverse zoönosen overbrengen. De ziekte van Lyme is de bekendste en komt het meest voor. Een minder bekende zoönose is een infectie met Borrelia miyamotoi. In 2018 is voor de tweede keer in Nederland bij iemand deze diagnose gesteld. Net als in de afgelopen drie jaar zijn de Nederlandse vogels (vooral merels) ook in 2018 hard getroffen door het Usutuvirus. Deze zoönose veroorzaakte nauwelijks ernstige ziekteverschijnselen bij mensen. Dit blijkt uit de Staat van Zoönosen 2018. Het RIVM geeft elk jaar een overzicht van de zoönosen die voor Nederland van belang zijn en welke ontwikkelingen daarin te zien zijn. Het gaat om de zoönosen die onder andere vanwege hun besmettelijkheid moeten worden gemeld bij de GGD (voor mensen) of de NVWA (voor dieren). Het themahoofdstuk van de Staat van Zoonosen gaat dit jaar over preventie van zoönosen, met de nadruk op de productieketen van dierlijk voedsel. Het hoofdstuk geeft onder andere een globaal overzicht van maatregelen in Nederland om zoönosen bij mensen te voorkomen. Zo worden melkgeiten gevaccineerd tegen q-koorts. Het personeel van slachterijen treft hygiënemaatregelen om te voorkomen dat zij zichzelf en het vlees besmetten. Voorbeelden daarvan zijn bedrijfskleding dragen, handen wassen en niet eten, roken of drinken tijdens de werkzaamheden. Ook kunnen consumenten thuis besmetting voorkomen, bijvoorbeeld door hun eten onder de juiste temperaturen te bewaren
    corecore