It's not who you know, It's how you know them:Support in formal and informal networks of people with mild intellectual disability

Onderzoek naar (familie)netwerken bij mensen met een lichte verstandelijke beperking Publiekssamenvatting Dit onderzoek bracht in kaart hoe mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) de ondersteuning vanuit hun netwerk ervaren. Dit had als doel om te weten te komen hoe zorgprofessionals dat netwerk kunnen betrekken in hun ondersteuning. Voor mensen met een verstandelijke beperking is, net als voor ieder ander, hun familienetwerk vaak erg belangrijk. We hebben daarom gekeken hoe mensen met een LVB de ondersteuning vanuit hun familie ervaren. Hoe vinden zij dat hun familie hen ondersteunt? Met welke familieleden hebben ze contact, en hoe is hun band met deze mensen? Waar ondersteunen ze zelf bij? En kijken familieleden op dezelfde manier naar de relatie? Daarbij hebben we ook breder gekeken naar hoe het voor mensen met een LVB is om te wonen met begeleiding. Ouders en begeleiders Uit het onderzoek blijkt dat binnen de familie vaak vooral de ouders van mensen met een lichte verstandelijke beperking ondersteuning bieden. Als het erop aankomt, ligt de ondersteuning bij hen. Met broers en zussen hebben mensen met een lichte verstandelijke beperking wel contact, maar zij voelen voor hen vaker meer op afstand dan ouders. Dat is niet erg, maar als ouders ouder worden of overlijden is het belangrijk dat andere familieleden ondersteuning kunnen bieden. Ook begeleiders zijn voor sommige mensen met een lichte verstandelijke beperking heel belangrijk. Een begeleider helpt niet alleen met praktische zaken, maar is ook iemand die er altijd voor je is; om naar je te luisteren, je gerust te stellen, een praatje te maken of samen iets leuks te ondernemen. We ontdekten dat als een begeleider heel belangrijk is voor iemand, zo iemand zich vaker buitengesloten en eenzaam voelt in de samenleving, of last heeft van de vooroordelen van anderen. Voor begeleiders is het dus belangrijk dat zij zien welke belangrijke rol zij spelen en waarom dit zo is, zodat zij hun cliënten beter kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld door het bieden van ondersteuning om nieuwe mensen te leren kennen. Wederkerigheid Het is belangrijk dat mensen met een beperking niet alleen ondersteuning krijgen, maar zelf ook iets betekenen voor anderen. Dat noemen we ‘wederkerigheid’. Wederkerigheid zorgt ervoor dat je eigenwaarde groeit. Mensen met een lichte verstandelijke beperking hebben vaak minder wederkerige relaties met hun familie. Hoewel ze zelf soms wel het gevoel hebben dat ze er bijvoorbeeld zijn voor hun oma, zien familieleden dat vaak anders. Zij hebben het gevoel dat ze vooral hun broer, zus of kind ondersteunen, en niet andersom. Opvallend was dat mensen met een lichte verstandelijke beperking niet zo vaak vrienden of een partner in hun netwerk hebben. Wel zagen we dat áls iemand vrienden heeft, die vriendschap veel kan opleveren. Dat komt doordat zo’n vriendschap vaak wel wederkerig is, in tegenstelling tot familierelaties. Zij willen ook graag meer vrienden of een partner. Twee kanten Als we kijken naar het netwerk van mensen met een verstandelijke beperking, is het belangrijk dat we oog hebben voor beide kanten van het verhaal. Het is mooi als mensen met een lichte verstandelijke beperking het gevoel hebben dat ze er zijn voor anderen. Maar het is belangrijk dat een begeleider ook checkt of die anderen dat ook zo zien. Een begeleider kan zijn cliënt helpen om zijn sociale relaties te onderhouden. Daarbij geldt dat alle beetjes helpen. Soms kun je op simpele manieren een relatie al wederkeriger maken. Bijvoorbeeld door in de gaten te houden met wie een cliënt contact heeft, door je cliënt aan te moedigen om mensen thuis uit te nodigen of door hem te helpen een kaartje te sturen naar zijn familie

High sensitive quasi freestanding epitaxial graphene gassensor on 6H-SiC

We have measured the electrical response to NO$_2$, N$_2$, NH$_3$ and CO for epitaxial graphene and quasi freestanding epitaxial graphene on 6H-SiC substrates. Quasi freestanding epitaxial graphene shows a 6 fold increase in NO2 sensitivity compared to epitaxial graphene. Both samples show a sensitivity better than the experimentally limited 1 ppb. The strong increase in sensitivity of quasi freestanding epitaxial graphene can be explained by a Fermi-energy close to the Dirac Point leading to a strongly surface doping dependent sample resistance. Both sensors show a negligible sensitivity to N$_2$, NH$_3$ and CO

Quantum resistance metrology in graphene

We have performed a metrological characterization of the quantum Hall resistance in a 1 $\mu$m wide graphene Hall-bar. The longitudinal resistivity in the center of the $\nu=\pm 2$ quantum Hall plateaus vanishes within the measurement noise of 20 m$\Omega$ upto 2 $\mu$A. Our results show that the quantization of these plateaus is within the experimental uncertainty (15 ppm for 1.5$\mu$A current) equal to that in conventional semiconductors. The principal limitation of the present experiments are the relatively high contact resistances in the quantum Hall regime, leading to a significantly increased noise across the voltage contacts and a heating of the sample when a high current is applied

Landau level broadening in graphene with long-range disorder -- Robustness of the n=0 level

Broadening of the Landau levels in graphene and the associated quantum Hall plateau-to-plateau transition are investigated numerically. For correlated bond disorder, the graphene-specific n=0 Landau level of the Dirac fermions becomes anomalously sharp accompanied by the Hall transition exhibiting a fixed-point-like criticality. Similarly anomalous behavior for the n=0 Landau level is also shown to occur in correlated random magnetic fields, which suggests that the anomaly is generic to disorders that preserve the chiral symmetry.Comment: 4 pages, 5 figures, submitted to EP2DS-18 Conference proceeding

Coexistence of electron and hole transport in graphene

When sweeping the carrier concentration in monolayer graphene through the charge neutrality point, the experimentally measured Hall resistivity shows a smooth zero crossing. Using a two- component model of coexisting electrons and holes around the charge neutrality point, we unambiguously show that both types of carriers are simultaneously present. For high magnetic fields up to 30 T the electron and hole concentrations at the charge neutrality point increase with the degeneracy of the zero-energy Landau level which implies a quantum Hall metal state at \nu=0 made up by both electrons and holes.Comment: 5 pages, 6 figure

Splitting of critical energies in the nn=0 Landau level of graphene

The lifting of the degeneracy of the states from the graphene $n$=0 Landau level (LL) is investigated through a non-interacting tight-binding model with random hoppings. A disorder-driven splitting of two bands and of two critical energies is observed by means of density of states and participation ratio calculations. The analysis of the probability densities of the states within the $n$=0 LL provides some insights into the interplay of lattice and disorder effects on the splitting process. An uneven spatial distribution of the wave function amplitudes between the two graphene sublattices is found for the states in between the two split peaks. It is shown that as the splitting is increased (linear increasing with disorder and square root increasing with magnetic field), the two split levels also get increasingly broadened, in such a way that the proportion of the overlapped states keeps approximately constant for a wide range of disorder or magnetic field variation.Comment: 6 figure