Ray helicity: a geometric invariant for multi-dimensional resonant wave conversion

For a multicomponent wave field propagating into a multidimensional conversion region, the rays are shown to be helical, in general. For a ray-based quantity to have a fundamental physical meaning it must be invariant under two groups of transformations: congruence transformations (which shuffle components of the multi-component wave field) and canonical transformations (which act on the ray phase space). It is shown that for conversion between two waves there is a new invariant not previously discussed: the intrinsic helicity of the ray

Accrual-based and real earnings management and political connections

This study examines whether the trade-off between real and accrual-based management strategies differs between firms with and without political connections. We argue that politically connected firms are more likely to substitute real earnings management for accrual-based earnings management than non-connected firms. Although real earnings management is more costly, we expect that politically connected firms prefer this strategy because of its higher secrecy and potential to mask political favors. Using a unique panel data set of 5493 publicly traded firms in 30 countries, our results show that politically connected firms are more likely to substitute real earnings management strategies for accrual-based earnings management strategies than non-connected firms. We also find that when public monitoring and, therefore, the risk of detection increases, politically connected firms are more likely to resort to less detectable real earnings management strategies. Our finding that political connections play a significant role in the choice between accrual-based and real earnings management strategies suggests that focusing only on accrual-based measurements underestimates the total earnings management activities of politically connected firms

Classification of Standard Model Particles in E6E_6 Orbifold Grand Unified Theories

We classify the standard model fermions, which originate from bulk fields of the $\bf{27}$ or $\bar{\bf{27}}$ representation after orbifold breaking, in $E_6$ grand unified theories on 5 or 6-dimensional space-time, under the condition that $q$, $e^c$ and $u^c$ survive as zero modes.Comment: 24 pages, typos corrected, to appear in IJMP

A q-analog of the ADHMN construction and axisymmetric multi-instantons

In the preceding paper (Phys. Lett. B463 (1999) 257), the authors presented a q-analog of the ADHMN construction and obtained a family of anti-selfdual configurations with a parameter q for classical SU(2) Yang-Mills theory in four-dimensional Euclidean space. The family of solutions can be seen as a q-analog of the single BPS monopole preserving (anti-)selfduality. Further discussion is made on the relation to axisymmetric ansatz on anti-selfdual equation given by Witten in the late seventies. It is found that the q-exponential functions familiar in q-analysis appear as analytic functions categorizing the anti-selfdual configurations yielded by axisymmetric ansatz.Comment: 11pages, Latex2e, to appear in Journal of Physics A: Mathematical and General as a `Special Issue/Difference Equations

Verhoging van de pensioenleeftijd dupeert vele mensen

Verhoging van de leeftijd voor AOW en pensioen tot boven 65, ja zelfs tot 70 jaar, wordt de laatste tijd veelvuldig bepleit, zeer recent door de commissie Nijpels “Grijs Werkt”. Want zo stelt men, de levensduur is langer geworden en de ouderen zijn gezonder. Er wordt een beeld opgeroepen over 65 plussers, dat florissant is , met name van de jongsten in die categorie, de mensen tussen 65 en 70 jaar. Nijpels spreekt zoals vele andere voor hem over het Zwitserlevengevoel. Ook wetenschappers laten zich door dit florissante beeld inspireren. Zij adviseren om bij die mensen geld weg te halen of hun arbeidskracht te benutten, met name om de kosten van de vergrijzing te financieren. Niet alleen de commissie Nijpels heeft gepleit om de AOW-leeftijd in stappen omhoog te brengen, maar ook vele anderen. Begin januari stelde een topambtenaar van Economische Zaken hetzelfde voor, evenals de OESO. Al eerder lieten de Raad van Economisch Adviseurs, de econoom Bovenberg in de NRC en Wellink, de president van de Nederlandse Bank zich in deze geest uit . Het lijkt een eenstemmig koor van adviseurs. Men verwijst daarbij naar Duitsland als voorbeeld. In dat land wordt die verhoging geleidelijk ingevoerd, met de kanttekening dat de vergrijzing daar sterker is

Bewaring van lelieplantgoed : energiebesparing door vermindering van de circulatie

De veruit belangrijkste energiepost bij de teelt van lelies is het elektraverbruik voor koeling en circulatie tijdens de bewaring van november t/m april. Lelieplantgoed wordt bewaard in palletkisten bij een temperatuur van 2-4 oC in de eerste weken na het rooien tot gemiddeld -0.5 oC in de laatste maanden. Enige ventilatie is nodig voor het afvoeren van CO2 , water en warmte die in de ademhaling geproduceerd worden. Tot enkele jaren geleden werd geadviseerd om één keer per dag de celdeur korte tijd open te zetten om op deze manier te ventileren. Tegenwoordig is in veel leliecellen een PVC-pijpje in de buurt van de verdamper aangebracht om wat verse lucht aan te zuigen. De ventilatiebehoefte van lelies is dus kennelijk erg laag vergeleken met die van tulpenbollen, maar niet exact bekend. Doel van de circulatie is het creëren van een over alle kisten gelijkmatig en gunstig bewaarklimaat tussen de bollen in termen van temperatuur, RV, en CO 2 -gehalte. Voor de circulatie worden in de praktijk normen gehanteerd variërend van 50 tot 300 m3 lucht/uur per m3 leliebollen. Groot nadeel van de circulatie is dat de warmteproductie van de systeemventilatoren ook teruggekoeld moet worden. Doel van dit onderzoek is om voor circulatie en ventilatie tot normen te komen waarmee maximaal op energie wordt bespaard zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van het lelieplantgoed. Voor de verminderde circulatie is hierbij ook een vergelijking gemaakt tussen de aan/uit regeling en de frequentieregeling

Kwaliteitsindicatoren: Grote vraagtekens bij waarnemingsmethoden

Indicatoren voor kwaliteit in de zorg zijn natuurlijk van zeer groot belang. Het blijkt echter geen eenvoudig onderwerp te zijn. Een discussie onlangs in dit tijdschrift over de vraag of de patiënt wel centraal genoeg staat, getuigt daarvan. Er zijn echter veel meer van die geluiden. Een organisatie als Actiz pleit voor de overgang naar een nieuw meetsysteem.  Ook vanuit Vilans worden zorgen geuit. Sommige krantenberichten stellen dat het hele meetsysteem faalt. In dit korte bestek kunnen we slechts een enkel punt aan de orde stellen. En dat betreft de zeer fundamentele vraag: Hoe en door wie wordt er gemeten ofwel waargenomen om de waarde van een indicator te bepalen. Soortgelijke vragen werden reeds een halve eeuw geleden opgeworpen onder andere door de bekende socioloog Blau: ”Three years of participant observation by Cohen complement the earlier data by revealing the full extent to which maintaining a good record had come to displace service to clients as the dominant goal toward which the interviewers were oriented and the scope of the illicit practices to which they resorted in order to manipulate their records”.  Het gaat dus vooral om de betrouwbaarheid van de waarnemingen.Hoe is het daarmee gesteld

The Nambu sum rule and the relation between the masses of composite Higgs bosons

We review the known results on the bosonic spectrum in various NJL models both in the condensed matter physics and in relativistic quantum field theory including $^3$He-B, $^3$He-A, the thin films of superfluid He-3, and QCD (Hadronic phase and the Color Flavor Locking phase). Next, we calculate bosonic spectrum in the relativistic model of top quark condensation suggested in \cite{Miransky}. In all considered cases the sum rule appears that relates the masses (energy gaps) $M_{boson}$ of the bosonic excitations in each channel with the mass (energy gap) of the condensed fermion $M_f$ as $\sum M_{boson}^2 = 4 M_f^2$. Previously this relation was established by Nambu in \cite{Nambu} for $^3$He-B and for the s - wave superconductor. We generalize this relation to the wider class of models and call it the Nambu sum rule. We discuss the possibility to apply this sum rule to various models of top quark condensation. In some cases this rule allows to calculate the masses of extra Higgs bosons that are the Nambu partners of the 125 GeV Higgs.Comment: Latex, 15 page

Исследование закономерностей развития структурно-химической неоднородности в разнородном сварном соединении трубопроводного переходника

Данная работа посвящена исследованию структурно-химической неоднородности (СХН) трубопроводного переходника из разнородных сталей, выполненного аргонодуговой сваркой (АрДС). При помощи оптического микроскопа получены фотографии СХН и ее размеры. СХН выражается в появлении прослоек (карбидной и ферритной) с разным химическим составом. Приведены графики роста ширин прослоек от времени выдержки и температуры.This paper is devoted to the comparison of the structural and chemical inhomogeneity (SCI) of adapters made of dissimilar steels, made by tungsten insert gas (TIG). By means of optical microscope, photographs of the SCI and its dimensions were obtained. SCI is expressed in the appearance of interlayers (carbide and ferritic) with different chemical composition. Graphs of the growth of the widths of the interlayers from the time of exposure and temperature are given

Probing for Instanton Quarks with epsilon-Cooling

We use epsilon-cooling, adjusting at will the order a^2 corrections to the lattice action, to study the parameter space of instantons in the background of non-trivial holonomy and to determine the presence and nature of constituents with fractional topological charge at finite and zero temperature for SU(2). As an additional tool, zero temperature configurations were generated from those at finite temperature with well-separated constituents. This is achieved by "adiabatically" adjusting the anisotropic coupling used to implement finite temperature on a symmetric lattice. The action and topological charge density, as well as the Polyakov loop and chiral zero-modes are used to analyse these configurations. We also show how cooling histories themselves can reveal the presence of constituents with fractional topological charge. We comment on the interpretation of recent fermion zero-mode studies for thermalized ensembles at small temperatures.Comment: 26 pages, 14 figures in 33 part