27 research outputs found

    Psychometric properties of the Internalized Stigma of Mental Illness (ISMI-10) scale in a Dutch sample of employees with mental illness

    Get PDF
    BACKGROUND: Internalized stigma can have numerous negative effects on the well-being and employment of people with mental illness. Brief, valid, and reliable measures are needed to get a better understanding of self-stigmatization. The aim of this study is to translate the brief version of the Internalized Stigma of Mental Illness (ISMI-10) scale into a Dutch version and to assess the reliability and validity of this Dutch version in a sample of employees with mental illness. METHODS: The ISMI-10 was translated into Dutch using the forward-backward translation procedure. The sample consisted of 161 employees with mental illness. Internal consistency was evaluated and the retest reliability was tested with 68 respondents. The construct validity was evaluated by testing convergent and divergent validity. RESULTS: The Dutch ISMI-10 showed good internal consistency (α = 0.83) and good test-retest reliability (r = 0.73). The Dutch ISMI-10 demonstrated excellent convergent validity; high correlations were found between the Dutch ISMI-10 and hope (r = -0.54), anxiety and depression (r = 0.59), self-esteem (r = -0.56), and empowerment (r = − 0.59). Acceptable divergent validity was indicated; small correlations were found between the Dutch ISMI-10 and the physical functioning subscale (r = -0.27) and the role limitation due to physical problems subscale (r = -0.21), and medium correlations were found between the Dutch ISMI-10 and the general health subscale (r = -0.36). CONCLUSION: The Dutch ISMI-10 demonstrated adequate psychometric properties for assessing internalized stigma and can be used by researchers in Dutch speaking countries to get a better understanding of self-stigmatization among people with mental illness. SUPPLEMENTARY INFORMATION: The online version contains supplementary material available at 10.1186/s12888-022-04284-5

    Barriers and facilitators for treatment-seeking for mental health conditions and substance misuse:Multi-perspective focus group study within the military

    Get PDF
    Background Globally, millions are exposed to stressors at work that increase their vulnerability to develop mental health conditions and substance misuse (such as soldiers, policemen, doctors). However, these types of professionals especially are expected to be strong and healthy, and this contrast may worsen their treatment gap. Although the treatment gap in the military has been studied before, perspectives of different stakeholders involved have largely been ignored, even though they play an important role. Aims To study the barriers and facilitators for treatment-seeking in the military, from three different perspectives. Method In total, 46 people participated, divided into eight homogeneous focus groups, including three perspectives: soldiers with mental health conditions and substance misuse (n = 20), soldiers without mental health conditions and substance misuse (n = 10) and mental health professionals (n = 16). Sessions were audio-taped and transcribed verbatim. Content analysis was done by applying a general inductive approach using ATLAS.ti-8.4.4 software. Results Five barriers for treatment-seeking were identified: fear of negative career consequences, fear of social rejection, confidentiality concerns, the ‘strong worker’ workplace culture and practical barriers. Three facilitators were identified: social support, accessibility and knowledge, and healthcare within the military. The views of the different stakeholder groups were highly congruent. Conclusions Barriers for treatment-seeking were mostly stigma related (fear of career consequences, fear of social rejection and the ‘strong worker’ workplace culture) and this was widely recognised by all groups. Social support from family, peers, supervisors and professionals were identified as important facilitators. A decrease in the treatment gap for mental health conditions and substance misuse is needed and these findings provide direction for future research and destigmatising interventions

    Expectations of mental illness disclosure outcomes in the work context:A cross-sectional study among Dutch workers

    Get PDF
    Purpose The decision whether to disclose mental illness at work can have important positive and negative consequences for sustainable employment and well-being. The aim of the study is (1) to examine workers’ expectations of outcomes of mental illness disclosure in the workplace and to evaluate their expectations regarding which factors are of influence on these outcomes, (2) to identify distinct subgroups of workers, and (3) to characterize these subgroups in terms of personal, sociodemographic, and work-related characteristics. Methods In this cross-sectional survey study, a sample of 1224 Dutch workers was used. Latent Class Analysis (LCA) was used to identify classes of workers based on expected workplace mental illness outcomes. A three-step approach LCA was chosen to investigate whether the classes differed in characteristics. Results The majority of workers expected predominantly positive outcomes of workplace mental illness disclosure (e.g., being able to be one’s authentic self; 82.4%), even though they simultaneously expected disclosure to lead to advancement-related discrimination (e.g., lower chances of contract renewal; or getting a promotion; 68.4% and 57%, respectively). Six distinct subgroups of workers were identified based on expected workplace mental illness disclosure outcomes: two positive classes (50.1%), two negative classes (33.3%), and two classes who indicated not to know what the outcomes would be (16.7%). Significant differences between the classes were found on personal experience, work-related association with mental illness, gender, educational level, and workplace atmosphere. Conclusion The disclosure process is complex, as most workers were optimistic (i.e., expected generally positive outcomes) whilst simultaneously expecting workplace discrimination. Subgroup differences in expectations regarding workplace mental illness disclosure outcomes were found

    Hoe kan de bespreekbaarheid van psychische en verslavingsklachten in de werkomgeving verbeterd worden?:Een focusgroepstudie vanuit meerdere perspectieven binnen de Nederlandse krijgsmacht

    Get PDF
    Doel Veel werknemers in hoogrisicoberoepen, zoals militairen, worden op het werk blootgesteld aan stressoren. Dit verhoogt het risico op het ontwikkelen van psychische klachten (inclusief verslaving). Het kunnen bespreken van psychische klachten met de leidinggevende of collega’s kan positieve gevolgen hebben voor het werk, zoals sociale steun en werkaanpassingen, maar het kan ook leiden tot negatieve gevolgen zoals stigma en discriminatie. Dit maakt de keuze om wel of niet open te zijn over psychische klachten en verslaving een complex dilemma met gevolgen voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid. Het doel van de huidige studie was de belemmerende en bevorderende factoren voor het bespreken van psychische klachten in de werkomgeving bij militairen in kaart te brengen, vanuit meerdere perspectieven. Methode Een kwalitatieve focusgroepstudie binnen de Nederlandse krijgsmacht vanuit verschillende perspectieven is uitgevoerd. De focusgroepgesprekken zijn opgenomen en getranscribeerd. Inhoudsanalyse met inductieve benadering werd uitgevoerd in het softwareprogramma Atlas.ti. Deelnemers In totaal hebben 46 mensen deelgenomen, verdeeld over 8 homogene focusgroepen, die drie perspectieven vertegenwoordigden: militairen met psychische klachten (N=20), militairen zonder psychische klachten (N=10) en militaire zorgprofessionals (N=16). Resultaten Er werden vijf belemmerende factoren gevonden voor het bespreken van psychische klachten in de werkomgeving: (1) angst voor negatieve carrière consequenties, (2) angst voor sociale afwijzing, (3) gebrek aan steun vanuit de leidinggevende, (4) het moeilijk vinden te praten over psychische klachten en (5) de werkcultuur waarin mensen geacht worden sterk te zijn. Er zijn ook drie bevorderende factoren gevonden: (1) verwachte positieve gevolgen van openheid (dat je beter kan worden en dat je openheid anderen kan helpen), (2) steun vanuit de leidinggevende en (3) psychische klachten die werkgerelateerd waren konden makkelijker besproken worden. De perspectieven van de drie groepen kwamen sterk overeen. Conclusie Vanuit alle drie de perspectieven werd bevestigd dat bijna alle belemmerende factoren gerelateerd waren aan de angst een ‘stempel’ te krijgen, en daardoor negatiever beoordeeld te worden (stigma) of negatiever behandeld te worden (discriminatie). De onderzoeksbevindingen tonen daarmee aan dat stigma en discriminatie rond psychische klachten een aanzienlijke barrière vormen voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid, en dat destigmatiserende interventies nodig zijn. De kennis, de houding en het gedrag van leidinggevenden bleken van cruciaal belang voor het wel of niet bespreken van psychische klachten. Voor hen ligt daarom een sleutelrol voor militairen met dergelijke klachten. Tenslotte zou op beleidsniveau moeten worden bekeken wat gedaan kan worden bepaalde angsten, zoals de angst voor negatieve carrière gevolgen, weg te nemen. Samen kan dit zorgen voor betere bespreekbaarheid van psychische klachten in de werkomgeving. Betere bespreekbaarheid kan het ook makkelijker maken vroegtijdig hulp te zoeken, wat ook weer belangrijk is voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid

    Belemmerende en bevorderende factoren voor hulp zoeken bij psychische klachten of verslaving:Focusgroepstudie vanuit meerdere perspectieven binnen de Nederlandse krijgsmacht

    Get PDF
    Achtergrond Wereldwijd worden miljoenen mensen op het werk blootgesteld aan stressvolle factoren die de kans op het ontwikkelen van psychische klachten en/of verslaving (PK/V) verhogen (bijvoorbeeld militairen, politie, artsen). Maar het zijn ook juist deze beroepen waar men geacht wordt sterk en gezond te zijn. Hierdoor is het soms moeilijker om hulp te zoeken voor PK/V. Zo laat Engels onderzoek zien dat 60% van de militairen met PK/V hier geen professionele hulp voor zoekt. Eerder onderzoek naar hulp zoeken voor PK/V richtte zich met name op het perspectief van militairen met PK/V, waarbij andere belangrijke perspectieven niet meegenomen werden. Daarnaast is dit probleem niet eerder onderzocht binnen de Nederlandse krijgsmacht. Doel Het doel van de huidige studie was de belemmerende en bevorderende factoren voor het zoeken van hulp voor PK/V in kaart te brengen binnen de Nederlandse krijgsmacht vanuit verschillende perspectieven. Methode In totaal hebben 46 mensen deelgenomen aan de studie verdeeld over acht focusgroepen, met drie verschillende perspectieven: vier groepen militairen met PK/V (totaal 20 deelnemers), twee groepen militairen zonder PK/V (totaal 10 deelnemers) en twee groepen zorgprofessionals (totaal 16 deelnemers). De focusgroepen zijn opgenomen en letterlijk uitgeschreven. Vervolgens is met behulp van kwalitatieve data-analysesoftware contentanalyse uitgevoerd vanuit een inductieve benadering. Resultaten Er zijn vijf belemmerende factoren voor het zoeken van hulp gevonden: (1) angst voor negatieve carrièregevolgen, (2) angst voor sociale afwijzing, (3) zorgen rond de vertrouwelijkheid, (4) de militaire werkcultuur en (5) praktische barrières. Ook zijn drie bevorderende factoren gevonden: (1) sociale steun, (2) toegankelijkheid zorgverlening en kennis over waar hulp te verkrijgen en (3) militaire zorgverlening. Ondanks dat het onderzoek zich expliciet richtte op verschillende perspectieven kwamen de visies van de deelnemers sterk overeen. Conclusie De meeste belemmerende factoren voor het zoeken van hulp waren gerelateerd aan stigma (angst voor carrièregevolgen, sociale afwijzing en militaire werkcultuur) en dit werd benoemd door alle drie de verschillende perspectieven. Sociale steun vanuit het thuisfront, collega’s, leidinggevende en zorgprofessionals werd gezien als bevorderend voor het zoeken van hulp. De resultaten van de huidige studie geven richting voor zowel toekomstig (interventie)onderzoek als beleid, om ervoor te zorgen dat meer militairen hulp zoeken voor PK/V

    Inventarisatie van een Inventarisspel . . .

    No full text
    Electrical Engineering, Mathematics and Computer ScienceDelft Institute of Applied Mathematic

    Enhanced Anonymity in Tax Experiments Does Not Affect Compliance

    Get PDF
    In the domain of classical economic games, it has previously been suggested that deviations from purely rational behavior could be explained by a lack of experimenter-subject anonymity. In fact, some experiments show that contributions and prosocial behavior increase when participants feel observed. In the present study, we investigate whether measures of enhanced anonymity, beyond a conventional standard, are necessary in the particular case of tax behavior experiments. This issue might be pivotal for both the validity and generalizability of existing published studies as well as for designing future studies. We suspect social desirability to be even more relevant in experiments on tax compliance, which often apply a context-rich setting, entailing a strong ethical component. Interestingly, certain common experimental practices reflect potential breaches of anonymity during sign-up, the actual task, and the payment phase. Accordingly, we tested whether (1) tax compliance is higher under conditions of regular anonymity compared to enhanced anonymity, and (2) whether this anonymity manipulation moderates established effects of tax-related parameters, such as audit probability and fine rate. Despite an enhanced perception of anonymity due to our manipulation, we did not observe a difference in relative tax compliance between the regular and enhanced anonymity conditions. Additionally, enhanced anonymity did not interact with the effects of tax rate, audit probability, and fine level on tax compliance. We conclude that commonly used procedures in tax experiments are sufficient to guarantee a satisfactory level of anonymity

    Hoe kan de bespreekbaarheid van psychische en verslavingsklachten in de werkomgeving verbeterd worden?: Een focusgroepstudie vanuit meerdere perspectieven binnen de Nederlandse krijgsmacht

    No full text
    Doel Veel werknemers in hoogrisicoberoepen, zoals militairen, worden op het werk blootgesteld aan stressoren. Dit verhoogt het risico op het ontwikkelen van psychische klachten (inclusief verslaving). Het kunnen bespreken van psychische klachten met de leidinggevende of collega’s kan positieve gevolgen hebben voor het werk, zoals sociale steun en werkaanpassingen, maar het kan ook leiden tot negatieve gevolgen zoals stigma en discriminatie. Dit maakt de keuze om wel of niet open te zijn over psychische klachten en verslaving een complex dilemma met gevolgen voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid. Het doel van de huidige studie was de belemmerende en bevorderende factoren voor het bespreken van psychische klachten in de werkomgeving bij militairen in kaart te brengen, vanuit meerdere perspectieven. Methode Een kwalitatieve focusgroepstudie binnen de Nederlandse krijgsmacht vanuit verschillende perspectieven is uitgevoerd. De focusgroepgesprekken zijn opgenomen en getranscribeerd. Inhoudsanalyse met inductieve benadering werd uitgevoerd in het softwareprogramma Atlas.ti. Deelnemers In totaal hebben 46 mensen deelgenomen, verdeeld over 8 homogene focusgroepen, die drie perspectieven vertegenwoordigden: militairen met psychische klachten (N=20), militairen zonder psychische klachten (N=10) en militaire zorgprofessionals (N=16). Resultaten Er werden vijf belemmerende factoren gevonden voor het bespreken van psychische klachten in de werkomgeving: (1) angst voor negatieve carrière consequenties, (2) angst voor sociale afwijzing, (3) gebrek aan steun vanuit de leidinggevende, (4) het moeilijk vinden te praten over psychische klachten en (5) de werkcultuur waarin mensen geacht worden sterk te zijn. Er zijn ook drie bevorderende factoren gevonden: (1) verwachte positieve gevolgen van openheid (dat je beter kan worden en dat je openheid anderen kan helpen), (2) steun vanuit de leidinggevende en (3) psychische klachten die werkgerelateerd waren konden makkelijker besproken worden. De perspectieven van de drie groepen kwamen sterk overeen. Conclusie Vanuit alle drie de perspectieven werd bevestigd dat bijna alle belemmerende factoren gerelateerd waren aan de angst een ‘stempel’ te krijgen, en daardoor negatiever beoordeeld te worden (stigma) of negatiever behandeld te worden (discriminatie). De onderzoeksbevindingen tonen daarmee aan dat stigma en discriminatie rond psychische klachten een aanzienlijke barrière vormen voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid, en dat destigmatiserende interventies nodig zijn. De kennis, de houding en het gedrag van leidinggevenden bleken van cruciaal belang voor het wel of niet bespreken van psychische klachten. Voor hen ligt daarom een sleutelrol voor militairen met dergelijke klachten. Tenslotte zou op beleidsniveau moeten worden bekeken wat gedaan kan worden bepaalde angsten, zoals de angst voor negatieve carrière gevolgen, weg te nemen. Samen kan dit zorgen voor betere bespreekbaarheid van psychische klachten in de werkomgeving. Betere bespreekbaarheid kan het ook makkelijker maken vroegtijdig hulp te zoeken, wat ook weer belangrijk is voor gezondheid, welzijn en duurzame inzetbaarheid
    corecore