54 research outputs found
Aaltjesschema.nl, de aaltjesvraagbaak
Op de website www.aaltjesschema.nl kunnen akkerbouwers, vollegrondsgroente telers, vaste plantentelers en bloembollenkwekers tips en informatie vinden hoe ze planmatig kunnen omgaan met aaltjesbesmettingen op hun bedrijf. Nieuw op de website is het snelzoekmenu en het menu maatregelen
Verspreiding van stengelaaltjes via uitgangsmateriaal
In opdracht van het Ministerie LNV is een inventarisatie naar de verspreiding van Stengelaaltjes met uitgangsmateriaal gedaan. Hiervoor zijn een aantal praktijkcases uitgewerkt en overdrachtsproeven gedaan. Daarnaast zijn in aanvulling op de literatuurstudie van C. Schomaker (2008) de beschikbare Duitse publicaties bekeken op aanvullingen op de Nederlandse literatuur. Er zijn binnen dit project geen harde aanwijzingen gevonden dat er vanuit de bollenteelt problemen met stengelaaltjes ontstaan in aardappel of andersom. Dit wil niet zeggen dat er bewijs gevonden is dat hier geen risico ligt. Het ligt als vraag nog steeds open. Er zijn wel sterke aanwijzingen vanuit de praktijk dat er vanuit de tulpen wel overdracht naar de uien plaatsvindt. Het is niet duidelijk geworden of dit ook andersom plaatsvindt. De herkenning van stengelaaltjes aantasting, vooral in andere gewassen dan bloembollen en uien zou verbeterd moeten worden om besmettingen eerder op het spoor te komen en goed te kunnen monitoren. De meest ideale situatie zou ontstaan wanneer op perceelsniveau kan worden vastgesteld wat de waardplantenreeks van de aanwezige populatie is
Beheersing van het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans
Om te toetsen in hoeverre gecombineerde gelijktijdige besmettingen van verschillende aaltjessoorten elkaars ontwikkeling en de groei van de aardappelplanten beïnvloeden, is een pot experiment opgezet. Hierbij zijn onder kasomstandigheden in 5 kg potten met aardappel in kunstgrond dichthedenreeksen van G. pallida en P. penetrans, afzonderlijk en in combinatie met elkaar, aangebracht. Deze dichthedenreeksen liepen per aaltjessoort van 0 aaltjes per gram grond tot 128 aaltjes per gram grond, de gecombineerde besmetting was telkens 1:1. De verwachting was dat er bij oplopende dichtheden van (een van) beide aaltjes hinder in de populatieontwikkeling van één of beide aaltjes zou ontstaan. Dit bleek niet het geval. Ook ontstond er geen hinder in de bovengrondse groei. De ondergrondse groei, gemeten in de vorm van het versgewicht van de gevormde aardappelknollen was bij de hoogste dichtheden van de aaltjes wel gehinderd. Het maakte hierbij niet uit of het een enkelvoudige of een gecombineerde besmetting betrof
Inventarisatie van de virulentie binnen Nederlandse Globodera pallida populaties
De vaststelling van de Nederlandse standaard populaties G. pallida, gebruikt door de aardappelkwekers voor toetsingen tbv de rassenlijst, is ruim 10 jaar geleden. Mogelijk is deze selectie van populaties niet relevant meer omdat er ‘nieuwe’ populaties zijn die nog agressiever zijn dan de als zeer virulent aangemerkte ‘Rookmaker’ populatie. Binnen het project zullen, afhankelijk van financiering, nog een aantal populaties in een virulentietoetsing bekeken. Voor de toekomst zou het aan te bevelen zijn dat de bemonsterende instanties onverwacht extreem vermeerderende populaties centraal zouden aanmelden. Binnen dit project wordt nog een plan geschreven om tot een opzet van een monitoringsysteem voor virulentie in Nederland te komen
Wortelverbruiningsonderzoek bij suikerbieten: eindrapport : de rol van plantparasitaire aaltjes in het wortelverbruiningscomplex
In de jaren 2003 tot en met 2006 heeft het PPO onderzoek uitgevoerd aan wortelverbruining in suikerbieten. Het verschijnsel wortelverbruining komt voor op de zandgronden in het oosten en zuiden van Nederland. Pleksgewijs blijft de groei van de bieten achter. Wanneer de planten worden opgetrokken, blijkt het wortelstelsel er meestal bruin en ongezond uit te zien. Aangenomen wordt dat wortelverbruining wordt veroorzaakt door een complex van meerdere factoren. Het PPO heeft onderzoek gedaan naar de rol van plantparasitaire aaltje
Samenvatting Monitoring Nulsituatie-Rapport Resultaten meetronde 2005-2006
Eind 2004 is door het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA), het Productschap Tuinbouw (PT) en LTO Nederland het initiatief genomen om de aaltjesproblemen gezamenlijk aan te pakken. Hiervoor is het actieplan aaltjesbeheersing gelanceerd. Eén van de projecten binnen dit actieplan was het monitoren van de nulsituatie. Dit project is uitgevoerd door een consortium van Blgg BV, NAK AGRO BV, en PPO-AGV. Binnen het project zijn tussen 2005 en 2006 425 akkerbouwbedrijven grondmonsters genomen. Deze zijn geanalyseerd op de meest bekende plantenparasitaire aaltjes. Daarnaast is aan de deelnemers gevraagd mee te werken aan een enquête over hun bedrijfsvoering en hun ervaringen met aaltje
Niet alle lelies goede waardplant voor wortellesieaaltjes
Het is algemeen bekend dat wortellesieaaltjes in lelie voor flinke schade kunnen zorgen en dat deze aaltjes zich bovendien op lelie goed kunnen vermeerderen. Of ligt het toch iets anders? PPO en PRI onderzochten nauwkeurig het verloop in de grond en het gewas
Gezocht: lelies die tegen een stootje van wortellesieaaltjes kunnen
Wat zou het mooi zijn als de lelieteelt in de toekomst minder afhankelijk zou zijn van Monam en meer gebruik zou kunnen maken van slimme cultivarkeuze. Hiervoor zijn cultivars nodig die een slechte waardplant zijn voor wortellesieaaltjes en er nauwelijks schade van ondervinden. PPO en PRI onderzochten vijf cultivars en probeerden de eerste stappen te zetten in het ontwikkelen van een goedkope toetsmethode. Dit bleek geen gemakkelijke opdracht
- …