research

Beheersing van het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans

Abstract

Om te toetsen in hoeverre gecombineerde gelijktijdige besmettingen van verschillende aaltjessoorten elkaars ontwikkeling en de groei van de aardappelplanten beïnvloeden, is een pot experiment opgezet. Hierbij zijn onder kasomstandigheden in 5 kg potten met aardappel in kunstgrond dichthedenreeksen van G. pallida en P. penetrans, afzonderlijk en in combinatie met elkaar, aangebracht. Deze dichthedenreeksen liepen per aaltjessoort van 0 aaltjes per gram grond tot 128 aaltjes per gram grond, de gecombineerde besmetting was telkens 1:1. De verwachting was dat er bij oplopende dichtheden van (een van) beide aaltjes hinder in de populatieontwikkeling van één of beide aaltjes zou ontstaan. Dit bleek niet het geval. Ook ontstond er geen hinder in de bovengrondse groei. De ondergrondse groei, gemeten in de vorm van het versgewicht van de gevormde aardappelknollen was bij de hoogste dichtheden van de aaltjes wel gehinderd. Het maakte hierbij niet uit of het een enkelvoudige of een gecombineerde besmetting betrof

    Similar works