10 research outputs found
Het archeologisch vooronderzoek aan Klein Overlaar te Hoegaarden
Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]
Afstudeerwerk
Voorwoord bij een nieuwe rubriek met afstudeerwerk
Het Bulletin KNOB biedt een podium aan zowel ervaren onderzoekers als aanstormend talent. Met een zekere regelmaat publiceren afgestudeerden een artikel op basis van hun masterscriptie of ander onderzoek dat zij aan de universiteit deden. Maar dit is slechts een topje van de ijsberg. Er is immers veel meer werk van studenten dat de aandacht van de lezer verdient. Daarom starten wij in het Bulletin KNOB een rubriek met afstudeerwerk. Eens in de twee jaar vragen wij een aantal pas afgestudeerden van wie de masterthesis of eindopdracht goed is beoordeeld hiervan een synthese te maken. Voor de eerste aflevering van deze rubriek zijn dat degenen die meedongen naar de KNOB Stimuleringsprijs 2021. Het resultaat vindt u in dit nummer: zeventien bijdragen over uiteenlopende onderwerpen, van Cubex-keuken tot herbestemming van industrieel erfgoed en van klimaatverbetering in steden tot Antwerpse zeemanshuizen. De auteurs zijn alumni van universitaire opleidingen op het gebied van architectuur- en stadsgeschiedenis, erfgoed en (landschaps)architectuur in Nederland en België. Met deze rubriek laten wij onze lezers kennisnemen van door studenten verricht onderzoek en bieden wij beginnende onderzoekers en ontwerpers een gelegenheid hun werk in het Bulletin KNOB te presenteren. Onze dank gaat daarbij uit naar collega Jeroen Goudeau, die ons het idee voor een rubriek met afstudeerwerk aan de hand deed. Wij wensen u veel leesplezier en inspiratie toe.
De redactieVoorwoord bij een nieuwe rubriek met afstudeerwerk
Het Bulletin KNOB biedt een podium aan zowel ervaren onderzoekers als aanstormend talent. Met een zekere regelmaat publiceren afgestudeerden een artikel op basis van hun masterscriptie of ander onderzoek dat zij aan de universiteit deden. Maar dit is slechts een topje van de ijsberg. Er is immers veel meer werk van studenten dat de aandacht van de lezer verdient. Daarom starten wij in het Bulletin KNOB een rubriek met afstudeerwerk. Eens in de twee jaar vragen wij een aantal pas afgestudeerden van wie de masterthesis of eindopdracht goed is beoordeeld hiervan een synthese te maken. Voor de eerste aflevering van deze rubriek zijn dat degenen die meedongen naar de KNOB Stimuleringsprijs 2021. Het resultaat vindt u in dit nummer: zeventien bijdragen over uiteenlopende onderwerpen, van Cubex-keuken tot herbestemming van industrieel erfgoed en van klimaatverbetering in steden tot Antwerpse zeemanshuizen. De auteurs zijn alumni van universitaire opleidingen op het gebied van architectuur- en stadsgeschiedenis, erfgoed en (landschaps)architectuur in Nederland en België. Met deze rubriek laten wij onze lezers kennisnemen van door studenten verricht onderzoek en bieden wij beginnende onderzoekers en ontwerpers een gelegenheid hun werk in het Bulletin KNOB te presenteren. Onze dank gaat daarbij uit naar collega Jeroen Goudeau, die ons het idee voor een rubriek met afstudeerwerk aan de hand deed. Wij wensen u veel leesplezier en inspiratie toe.
De redacti
Historical vegetation for microclimate amelioration : a case study for The Netherlands
Current solutions for climate amelioration require excessive amounts of energy, such as air conditioners and patio heaters. Yet, historical energy-passive climate-responsive design solutions exist that have a potential for outdoor microclimate control. Regarding these solutions, there was no overview of historical vegetation for microclimate amelioration in oceanic climate zones. We therefore explored historical vegetation types for microclimate amelioration in the Netherlands, for the example of oceanic climate zones. We identified six vegetation types: espaliered trees, tree lanes, berceaux, shelterbelts, green walls and umbrella trees. For each type we described their historical microclimatic function(s) and discussed their quantitative microclimatic effects based on available literature. Whilst tree lanes and green walls are currently applied to ameliorate urban microclimate, this seemed not to be the case for umbrella trees, espaliered trees, shelterbelts and berceaux. We therefore recommend urban designers to also consider these other historical vegetation types for passive outdoor microclimate amelioration
Convivial Greenstreets: A Concept for Climate-Responsive Urban Design
This paper presents a conceptual framework for using “convivial greenstreets” (CG) as a resource for climate adaptation. When applied consistently, CG can become an emerging green practice with a positive impact on urban adaptation to climate change: CG may provide localized climate amelioration in ways that support social engagement outdoors. However, as spontaneous phenomena, CG should neither become an academic nor an aesthetic prescriptive tool. How then can CG be used as an active resource for urban adaptation to climate change while avoiding these two potential pitfalls? To explore this question, we present the concept of CG and the ways it can be situated in theoretical urbanism and analogous urban morphologies. We profile the CG inventory corpus and conceptualization that has taken place to date and expand them through a climate-responsive urban design lens. We then discuss how CG and climate-responsive urban design can be brought together while preventing the academization and aestheticizing of the former. This discussion is illustrated with a group of visualizations. We conclude by submitting that climate-responsive urban design and extensive and robust CG practices can co-operate to promote more resilient communities and urban climates. Finally, the conceptual framework herein sets an agenda for future research
Meer dan een dijk (2):Een instrumentenpalet voor ruimtelijke kwaliteit bij waterveiligheidsprojecten
Ondanks de toenemende aandacht voor ruimtelijke kwaliteit bestaat er nog geen standaardprocedure voor het integreren van ruimtelijke kwaliteit in het planproces van waterveiligheidsprojecten. In dit artikel wordt een instrumentenpalet geïntroduceerd, bestaande uit vier instrumententypes en bijbehorende instrumenten voor het versterken van ruimtelijke kwaliteit in waterveiligheidsprojecten. Het palet is ontwikkeld met diverse waterschappen, kennis- en adviesbureaus en kan gebruikt worden als handreiking voor projectteams van waterschappen. Naast een toelichting van de instrumenten worden ook praktijkervaringen gedeeld over het gebruik van deze instrumenten. Zo valt bijvoorbeeld de ‘roep om een ruimtelijke integrator’ in het projectteam op
Ruimtelijke kwaliteit van kringlooplandbouw : definities en perspectieven door verschillende actoren
The aim of this report is to operationalize the so far ill-defined concept ‘spatial quality’ in the context of circular agricultural landscapes. A literature study resulted in a spatial quality framework consisting of 16 spatial quality aspects for agricultural landscapes: historicity, regional character, diversity, coherence, degree of openness, naturalness, cues of care, seasonality, non-visual sensory experience, profitability, recreational opportunities, local economy, biodiversity, abiotic quality, circularity and sustainability. The importance of these aspects according to different types of actors (farmers, recreationists, local inhabitants and experts) is assessed by means of a survey. Based on the survey the aspects abiotic quality, biodiversity, profitability and sustainability are considered the most important aspects to determine spatial quality of circular agriculture, but the importance attached to most spatial quality aspects varies between actor types: farmers value 14 spatial quality aspects differently than other actors, while differences are smaller between other actor types. In order to better take the interests of different actor types into account, we recommend their involvement in the formulation and evaluation of area specific spatial quality goals. To this end, the spatial quality framework can provide a basis for a shared language regarding the concept ‘spatial quality’
Meer dan een dijk (1):Ruimtelijke kwaliteit als bindmiddel in waterveiligheidsprojecten
Ruimtelijke kwaliteit speelt een belangrijke rol bij de sociale acceptatie van waterveiligheidsprojecten, maar is moeilijk te definiëren. Om duidelijkheid te scheppen over de betekenis van ruimtelijke kwaliteit wordt in dit artikel een begrippenkader gepresenteerd. Dit kader is gebaseerd op een literatuurstudie en bestaat uit vier dimensies (gebruikskwaliteit, belevingskwaliteit, toekomstkwaliteit en ecologische kwaliteit) en verschillende aspecten van ruimtelijke kwaliteit. De vier dimensies van het kader geven structuur aan de betekenis van ruimtelijke kwaliteit, maar laten ook ruimte over voor gebiedsspecifieke invulling. Zo kan ruimtelijke kwaliteit functioneren als een ‘bindmiddel’ dat verschillende belanghebbenden verenigt onder een gemeenschappelijk doel
Microsurgery for "wrist" arteriovenous fistula creation in children: a retrospective cohort study
INTRODUCTION: Creating functional arteriovenous fistulae (AVF) at the wrist is challenging in paediatric patients because of the small calibre of the blood vessels. METHODS: We report our experience with AVF surgery in children younger than 15 years of age using microsurgical techniques. Twenty-five patients underwent AVF surgery between 2003 and 2015 (20 for haemodialysis, 4 for plasmapheresis and 1 for parenteral nutrition). Median (range) age was 9 (2-15) years and median weight was 24 (8-61) kg. RESULTS: The one-month occlusion rate was 8%. The primary and secondary patency rates at 1, 2, 3 years were: 60%, 49%, 42%, and 82%, 72%, 54%, respectively. The median (range) maturation time was 4.53 (0.5-11.2) months. We found no statistically significant effect of patient age, body weight, type of AVF and indication for AVF creation on the primary and secondary patency rates. CONCLUSIONS: Microsurgical AVF creation at the wrist can be performed with satisfactory results and should be the preferred technique in the paediatric population
Time for a quality turn!:Together making the puzzle for more spatial quality in dike landscapes
Ondanks de toenemende aandacht voor ruimtelijke kwaliteit op rijksniveau, is de ruimtelijke expertise en kennis over het meenemen van ruimtelijke kwaliteit in waterveiligheidsprojecten vaak beperkt. Het College van Rijksadviseurs (2020) en de Algemene Rekenkamer (2023) concluderen dat dit in de praktijk vaak leidt tot sobere dijkversterkingsprojecten, waarbij het vasthouden van de status quo overheerst en ruimtelijke kwaliteit weinig aandacht krijgt. Hoogste tijd dus voor een 'kwaliteitskering'!In het RuiKwa-LAB onderzoeksproject is de afgelopen jaren bestudeerd wat ruimtelijke kwaliteit betekent in waterveiligheidsprojecten en hoe ruimtelijke kwaliteit kan worden geborgd in het planproces. Dit onderzoek bestond uit drie werkpakketten en heeft geresulteerd in een begrippenkader met deelaspecten voor het bespreken van ruimtelijke kwaliteit en een instrumentenpalet om het planproces voor ruimtelijke kwaliteit vorm te geven. Op basis van dit begrippenkader en instrumentenpalet zijn bovendien proces- en ontwerpaanbevelingen opgesteld voor de versterking van ruimtelijke kwaliteit in waterveiligheidsprojecten
Time for a quality turn!:Together making the puzzle for more spatial quality in dike landscapes
Ondanks de toenemende aandacht voor ruimtelijke kwaliteit op rijksniveau, is de ruimtelijke expertise en kennis over het meenemen van ruimtelijke kwaliteit in waterveiligheidsprojecten vaak beperkt. Het College van Rijksadviseurs (2020) en de Algemene Rekenkamer (2023) concluderen dat dit in de praktijk vaak leidt tot sobere dijkversterkingsprojecten, waarbij het vasthouden van de status quo overheerst en ruimtelijke kwaliteit weinig aandacht krijgt. Hoogste tijd dus voor een 'kwaliteitskering'!In het RuiKwa-LAB onderzoeksproject is de afgelopen jaren bestudeerd wat ruimtelijke kwaliteit betekent in waterveiligheidsprojecten en hoe ruimtelijke kwaliteit kan worden geborgd in het planproces. Dit onderzoek bestond uit drie werkpakketten en heeft geresulteerd in een begrippenkader met deelaspecten voor het bespreken van ruimtelijke kwaliteit en een instrumentenpalet om het planproces voor ruimtelijke kwaliteit vorm te geven. Op basis van dit begrippenkader en instrumentenpalet zijn bovendien proces- en ontwerpaanbevelingen opgesteld voor de versterking van ruimtelijke kwaliteit in waterveiligheidsprojecten