A synthesis of early and middle Holocene coastal changes in the western Belgian lowlands

A large-scale pattern of Holocene coastal evolution of the western Belgian coastal plain has been reconstructed by means of a series of palaeogeographical maps at 9 time slices between 9.5 and 6 cal. ka BP together with schematical cross-sections of the vertical sediment accumulation. The time-depth estimate and the spatial extension of the palaeo-environments is based on the relative sea-level (RSL) curve and radiocarbon dates of (basal and intercalated) peats and shells. This paper describes the methodology of reconstructing the pre-Holocene surface and asserts that the morphology of the flooded surface is a controlling factor in the distribution of the Holocene sediments. For a better visualization of the rather weak relief, a 3D terrain model is presented. The coastal evolution is further controlled by the changes in the rate of RSL rise and sediment budget. The period before ca. 7.500 cal BP is marked by a rapid RSL rise and consequently by a progressive rapid landward migration of all depositional environments as well as a major vertical sediment accretion. In the period following the first substantial decrease in the rate of RSL rise, the direct impact of the latter is subordinate to the effect of sediment budget which is in balance with the creation of accommodation space. This resulted in the sedimentary infilling of the tidal basin and the deposition of tidal clastic sediments with peat accumulation.Een groot-schalige reconstructie van de Holocene kustevolutie voor het westelijke deel van de Belgische kustvlakte wordt voorgesteld door middel van 9 paleogeografische kaarten voor de periode tussen 9.5 en 6 cal ka BP, samen met schematische doorsneden van de vertikale sediment accumulatie in de tijd. De tijd en plaats bepaling van de paleomilieus is gebaseerd op de relatieve zeespiegelcurve en radiokoolstof dateringen van veen (basis- en verlandingsveen) en schelpen. Deze studie beschrijft uitvoerig de methodologie voor de reconstructie van het pre-Holoceen oppervlak. De morfologie van dit oppervlak is een bepalende factor bij de verspreiding van de Holocene sedimenten. Een 3D terrein model geeft een duidelijk beeld van het tamelijk zwakke reliëf van het oorspronkelijke Pleistocene oppervlak. De kustevolutie is mede bepaald door de snelheid van de zeespiegelstijging en het sediment budget. De aanvankelijk vlugge zeespiegelstijging in de periode voor ca. 7500 cal BP veroorzaakte een vlugge verschuiving van de sedimentaire afzettingsmilieus landinwaarts samen met een belangrijke vertikale opvulling. Een vertraging van de snelheid van de zeespiegelstijging in de daaropvolgende periode resulteerde in een verminderde invloed van de relatieve zeespiegelstijging ten opzichte van de invloed van het sediment budget dat in evenwicht was met de bergingsruimte. Daardoor kon het getijdengebied volledig opgevuld worden met clastische sedimenten afwisselend met verlandingsvenen

Archeologisch vooronderzoek te Bredene Noord-Ede. Historisch onderzoek, landschappelijke boorkartering, veldkartering en proefsleuvenonderzoek

Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]

Archeologische evaluatie en waardering van de circulaire structuur van Ver-Assebroek. (gemeente Brugge, provincie West-Vlaanderen)

Dit rapport werd ingediend bij het agentschap samen met een aantal afzonderlijke digitale bijlagen. Een aantal van deze bijlagen zijn niet inbegrepen in dit pdf document en zijn niet online beschikbaar. Sommige bijlagen (grondplannen, fotos, spoorbeschrijvingen, enz.) kunnen van belang zijn voor een betere lezing en interpretatie van dit rapport. Indien u deze bijlagen wenst te raadplegen kan u daarvoor contact opnemen met: [email protected]

M & L Jaargang 31/1

Tim Bellens, Anne Schryvers, Dries Tys, Delfien Termote en Hans Nakken - Archeologisch onderzoek van de Antwerpse burcht. [Archaeological research of the Antwerp fortress.]Het onderzoek naar het ontstaan en de evolutie van de Antwerpse burcht blijft tot op vandaag moeilijk te interpreteren en vele vragen kunnen enkel nog beantwoord worden door archeologisch onderzoek. Recent brachten opgravingen in de burchtzone een bodemarchief van onschatbare waarde aan het licht. Beetje bij beetje slagen Antwerpse archeologen er in om een bijna vergeten stadsicoon opnieuw tot leven te brengen.Dirk Pauwels, Frans Doperé en Bart Minnen - De Demer gedomineerd: de heer van Rivieren en zijn middeleeuwse woontoren in Gelrode. [Dominating the Demer river: the Lord of Rivieren and his mediaeval tower residence in Gelrode.]Zowel uit archiefbronnen als uit oude kaarten en tekeningen was het bestaan van een middeleeuwse woontoren in Gelrode bekend. Maar toen in 2007, bij tuinwerkzaamheden in een park, de fundamenten van een vierkant gebouw werden aangetroffen, konden ook archeologen voor het eerst de woning van de heer van Rivieren aan een grondig onderzoek onderwerpen.Caroline Ryssaert, Janiek De Gryse, Dries Tys, Cecile Baeteman, Joep Orbons, Delfien Termote en Pedro Pype - De \u27cirkel\u27 van Ver-Assebroek: prehistorisch heiligdom of middeleeuwse versterking? [The circle of Ver-Assebroek: prehistoric sanctuary or mediaeval fortification?]In het landschap van Ver-Assebroek bevinden zich enkele zeer mysterieuze cirkels, lang onderwerp van verhitte discussies. Wat voor sommigen een prehistorisch heiligdom was, is volgens anderen een middeleeuwse versterking. Nieuw interdisciplinair onderzoek, in opdracht van de Vlaamse overheid, lost een oud mysterie eindelijk op.Karel Breda, Lode De Clercq, Janiek De Gryse, Michel de Waha, Frans Doperé, Pedro Pype en Isolde Verhulst - Kasteel van Beersel. Een evaluatie na de eerste restauratiefase. [The Beersel castle. An assessment following the restorations first phase.]De huidige werken aan het kasteel van Beersel, sluitstuk van restauraties die al vanaf de jaren 28 van vorige eeuw begonnen, hebben een voorbeeldfunctie. De grondige restauratie werd immers intensief voorbereid en begeleid door archeologen, historici en bouwhistorici. Grondig en goed overwogen archeologisch onderzoek kon zo antwoorden bieden op vragen die anders wellicht voor altijd onbeantwoord zouden zijn gebleven.Summar

The stratigraphical architecture of the Quaternary deposits as support for hydrogeological modelling of the central zone of Hanoi (Vietnam)

The Quaternary deposits of the Hanoi area have been investigated in order to provide information required for the design of a groundwater-flow model. Limited sedimentological data exist from 32 destructive drillings carried out previously in the study area. The data base contains hydrographical and hydrogeological observations, but few sedimentological details. This is in contrast with the more seaward regions of the area where the Holocene deposits of the Red River plain has previously been studied. However, a comparison of the results obtained in this study with the previous studies indicates that the Hanoi sediment succession developed in an incised valley under conditions of rapid relative sealevel rise until ca. 7-6 a cal BP. The succession consists initially of alluvial floodplain deposits conformably overlain by mud deposited at the head of an estuary which filled with continuing rapid sea-level rise. Once the relative sea-level rise stabilized, fluvial deposition prograded over the adjacent estuarine mud. The development of a groundwater-flow model requires knowledge of the three-dimensional distribution of the various deposits. Despite the paucity of information with respect to sediment description, a model of the entire Quaternary sequence is presented in several lithostratigraphic crosssections and a panel diagram. The latter forms the basis for the construction of a contour map of the base of the Pleistocene and Holocene deposits, and for a sequence map of the Quaternary deposits in the study area

Holocene sedimentary evolution and palaeocoastlines of the Lower Khuzestan plain (southwest Iran)

The Holocene sequence of the Lower Khuzestan plain in southwest Iran has been investigated in the context of coastal evolution and relative sea-level change. A literature review about the coastal evolution of the Shatt-el Arab region with respect to relative sea-level changes is provided. The sedimentary succession in undisturbed hand-operated cores and temporary outcrops is described and facies are identified on the basis of lithology, sedimentary structures and macrofossils. Four main sedimentary environments are interpreted from the Holocene sedimentary record of the plain: brackish tidal flat, elastic coastal sabkha, brackish-freshwater marsh and fluvial plain. The study of the vertical and spatial distribution of sedimentary facies, their environmental interpretation especially with respect to the relationship to tide levels is done for five different zones in the plain. Chronological control is provided by radiocarbon dates. On the basis of this analysis, palaeogeographical reconstructions of the Lower Khuzestan plain, and the northern extension of the Persian Gulf were made for different points in time between 8000 and 450 cal BP. This study shows that during the early and middle Holocene, the Lower Khuzestan plain was a low-energy tidal embayment under estuarine conditions. During the initial sea-level rise of the early Holocene, the coastline rapidly transgressed across the shelf, and drowning of a major valley resulted in the development of extended tidal flats. Deceleration of sea-level rise after approximately 5500 cal BP, together with probably more arid conditions, allowed coastal sabkhas to extend widely and to aggrade while the position of the coastline remained relatively stable. Continued deceleration of sea-level rise initiated the progradation of the coastline from ca. 2500 cal BP. The effect of sediment supply by the rivers became more important than the effect of relative sea-level rise. The Karun megafan developed under a descelerating rate of sea-level rise, controlling the avulsive shifting of the rivers Karkheh and Jarrahi and their loci of sediment input. Moreover, in this study it is suggested that a Holocene RSL highstand, above the present-day sea level, as suggested by previous workers, did not occur. (c) 2007 Elsevier B.v. All rights reserved

Late Holocene Geology of the Marathon Plain (Greece)'

ABSTRACT _ • II"II',.

A middle to late holocene avulsion history of the Euphrates river : a case study from Tell ed-Der Iraq, Lower Mesopotamia

Geoarchaeological research was performed to reconstruct the floodplain history in the surroundings of two ancient Mesopotamian cities: Tell ed-Der and Sippar. The mapping of the floodplain is based on facies analyses of the sedimentary succession of 225 hand-operated boreholes. The archaeological sites Tell ed-Der and Sippar are closely linked to a palaeochannelbelt of the Euphrates, located in the western part of the study area. Channel activity started at least in ca 3100 BC/5050 cal BP, until ca 1400-1000 BC/3350-2950 call 13P. The channel belt was part of an avulsion driven multiple Euphrates channel network that gradually became abandoned from the second half of the 2nd millennium BC. A second mapped Euphrates, Tigris or joint Euphrates -Tigris palaeochannel belt became abandoned well before 3100 BC, Examples of natural processes as well as human interactions triggering avulsion are given. Moreover, textual, archaeological and geological data show clearly that flood-control techniques and the construction of large-scale dikes seemed to be a common practice. (C) 2008 Elsevier Ltd. All rights reserved