1,725 research outputs found
Een woonerf uit de midden-ijzertijd onder de verkaveling Capelakkerte Brecht-Overbroek (prov. Antwerpen)
De site Capelakker te Brecht-
Overbroek werd ontdekt in 1998 door
infrastructuurwerken in een geplande sociale
verkaveling aangevraagd door IGEAN
(Intercommunale Grondbeleid en Expansie
Antwerpen). Het toenmalige Instituut voor
het Archeologisch Patrimonium (IAP) kreeg
de gelegenheid heel de te bebouwen oppervlakte
van de verkaveling te onderzoeken,
nog voor de percelen verkocht werden. Er
werd in het totaal een oppervlakte van ongeveer
9000 m² gecontroleerd.
Brecht kent van in de prehistorie een
lange bewoningsgeschiedenis. Dit werd
reeds aangetoond door de vele gekende
archeologische vindplaatsen in de omgeving.
Specifiek voor de periode van de metaaltijden,
en in het bijzonder de ijzertijd, blijken in
Brecht vele sites gekend te zijn. Vooral door
archeologisch onderzoek de laatste 10 jaar
wordt het beeld over de ijzertijd langs Belgische
zijde van de Kempen ook duidelijker.
Langs het Moordenaarsven,
op het Thomas Heyveld (beide
op 1300 tot 1000 m ten zuidwesten van de
vindplaats) en langs de Melkweg (gelegen op de grens tussen Brecht en Wuustwezel)
zijn prehistorische sites aangetroffen. Maar ook op de Hoge Meerrijt en Lage Meerrijt zouden mogelijk prehistorische sites kunnen gelegen zijn
What determines euro area bank CDS spreads ?
This paper decomposes the explained part of the CDS spread changes of 31 listed euro area banks according to various risk drivers. The choice of the credit risk drivers is inspired by the Merton (1974) model. Individual CDS liquidity and other market and business variables are identified to complement the Merton model and are shown to play an important role in explaining credit spread changes. Our decomposition reveals, however, highly changing dynamics in the credit, liquidity, and business cycle and market wide components. This result is important since supervisors and monetary policy makers extract different signals from liquidity based CDS spread changes than from business cycle or credit risk based changes. For the recent financial crisis, we confirm that the steeply rising CDS spreads are due to increased credit risk. However, individual CDS liquidity and market wide liquidity premia played a dominant role. In the period before the start of the crisis, our model and its decomposition suggest that credit risk was not correctly priced, a finding which was correctly observed by e.g. the International Monetary Fundcredit default spreads, credit risk, financial crisis, financial sector, liquidity premia, structural model
Een woonerf uit de midden-bronstijd te Weelde, ontdekt tijdens de ruilverkavelingswerken Poppel (gem. Ravels, prov. Antwerpen)
Gespreid over de jaren 1996 tot 1998
voerde de Vlaamse Landmaatschappij (VLM)
het ruilverkavelingsproject Poppel uit. De
realisatie van infrastructuurwerken, de herinrichting
van kavels, het rendabeler maken
van het landbouwareaal door bodemverbeterings-
en egalisatiewerken maar ook de integratie
van natuurwaarden gaan steeds gepaard
met heel wat ondergrondverzet. Reeds
tijdens het eerdere ruilverkavelingsproject
Ravels was gebleken dat dergelijke werken
heel wat risicos inhielden voor het archeologische
bodemarchief. Sindsdien is een constructieve
werking ontstaan tussen de VLM
en het IAP/VIOE om in toekomstige projecten
rekening te houden met gekende en ongekende
archeologische waarden binnen de
projectgebieden
Financial market volatility: informative in predicting recessions
It is commonly agreed that the term spread and stock returns are useful in predicting recessions. We extend these empirical findings by examining interest rate and stock market volatility as additional recession indicators. Both risk-return analysis and the theory of investment under uncertainty provide a rationale for this extension. The results for the United States, Germany and Japan show that interest rate and stock return volatility contribute significantly to the forecasting of future recessions. This holds in particular for short term predictions.business cycles; stock market volatility; interest rate volatility; probit model
Toch Romeinen in de Antwerpse Noorderkempen. Inheems-Romeins grafveldje op een middenbronstijdnecropool in Weelde, ontdekt tijdens de ruilverkavelingswerken Poppel (gem. Ravels, prov. Antw.)
Bij de begeleiding van de ruilverkavelingswerken in Poppel kwamen heel wat nieuwe archeologische gegevens over de Antwerpse Noorderkempen aan het licht. In Weelde, Ravels werd een inheems-Romeins grafveldje aangetroffen op een midden-bronstijdnecropool. De ontdekking van twee genivelleerde midden-bronstijdgrafheuvels in een actueel agrarisch landschap toont onmiskenbaar aan dat ook in de Kempen van deze monumenten nog sporen terug te vinden zijn, ook al zijn ze volledig geëgaliseerd. Dat de monumentale grafheuvels ook in latere perioden een speciale betekenis hadden en de rol van de voorouders hierin wellicht een belangrijke rol speelde, is al langer bekend. Ook voor dit grafveld was dit duidelijk aantoonbaar door de aanleg van een jonger, inheems-Romeins grafveldje op het oude dodenareaal. Toch bleek hier een nog verrassender fenomeen aanwezig. Bij de aanleg van de nieuwe graven heeft men de eeuwenoude bronstijdmonumenten duidelijk volledig afgegraven. Waarschijnlijk probeerde men zo een claim te leggen op het grondgebied van de voorouders of zich te verzekeren van hun krachten
Physiology-based IVIVE predictions of tramadol from in vitro metabolism data
To predict the tramadol in vivo pharmacokinetics in adults by using in vitro metabolism data and an in vitro-in vivo extrapolation (IVIVE)-linked physiologically-based pharmacokinetic (PBPK) modeling and simulation approach (SimcypA (R)).
Tramadol metabolism data was gathered using metabolite formation in human liver microsomes (HLM) and recombinant enzyme systems (rCYP). Hepatic intrinsic clearance (CLint(H)) was (i) estimated from HLM corrected for specific CYP450 contributions from a chemical inhibition assay (model 1); (ii) obtained in rCYP and corrected for specific CYP450 contributions by study-specific intersystem extrapolation factor (ISEF) values (model 2); and (iii) scaled back from in vivo observed clearance values (model 3). The model-predicted clearances of these three models were evaluated against observed clearance values in terms of relative difference of their geometric means, the fold difference of their coefficients of variation, and relative CYP2D6 contribution.
Model 1 underpredicted, while model 2 overpredicted the total tramadol clearance by -27 and +22%, respectively. The CYP2D6 contribution was underestimated in both models 1 and 2. Also, the variability on the clearance of those models was slightly underpredicted. Additionally, blood-to-plasma ratio and hepatic uptake factor were identified as most influential factors in the prediction of the hepatic clearance using a sensitivity analysis.
IVIVE-PBPK proved to be a useful tool in combining tramadol's low turnover in vitro metabolism data with system-specific physiological information to come up with reliable PK predictions in adults
Vierduizend jaar bewoning en begraving in Edegem-Buizegem (prov. Antwerpen)
De opgravingen in Edegem-Buizegem hebben alleszins enkele unieke vondsten en inzichten opgeleverd. De enorme grafcirkel uit de vroege ijzertijd is de grootste die ooit in Vlaanderen werd gevonden en is in afmetingen enkel te vergelijken met het vorstengraf van Oss (NL, Noord-Brabant). Ook de laatneolithische grafheuvel met standgreppel en een enkelvoudige palenkrans is de eerste in ons land. Beide structuren geven een beeld van een uitzonderlijk graf van een ongetwijfeld uitzonderlijk persoon in de samenleving, en van de inplanting van het graf in relatie tot de voorouders en het landschap. Ook de opgravingen van een grafveld uit de vroege en volle middeleeuwen is vrij zeldzaam in de regio, hoewel het jammer genoeg slechts voor een klein deel te bestuderen was. Daardoor gaf het weinig inzicht in de datering, de stratigrafie en de relatie tot het kerkgebouw. Afgezien van deze afzonderlijke elementen ligt het belang van de site evenzeer in de uitzonderlijke, bijna onafgebroken occupatiegeschiedenis vanaf het laat neolithicum tot in de late middeleeuwen. De nadruk lag in de opgegraven zone op de funeraire functie van de site, maar de bewoningssporen wijzen ook op een continue nederzettingsfunctie, zeker sinds de late ijzertijd. De zone direct rond de grafheuvels lijkt het centrum te zijn gebleven van alle latere occupatie. De locatie van de site, op het hoogste punt van de omgeving, speelde ongetwijfeld een doorslaggevende rol bij de inplanting van de grafheuvels. De hoog gelegen vruchtbare leemgrond was ook voor de prehistorische en vroegmiddeleeuwse bewoners een aantrekkingspool. In de Romeinse periode echter lijkt de nabijheid van de verbindingsweg tussen de vicus op Kontich-Steenakker en de Mechelse steenweg belangrijker te zijn geweest. De Romeinse bewoningskern is dan ook meer naar het zuiden te situeren
Toch Romeinen in de Antwerpse Noorderkempen : inheems-Romeins grafveldje op een middenbronstijdnecropool in Weelde, ontdekt tijdens de ruilverkavelingswerken Poppel (gem. Ravels, prov. Antwerpen)
- …
