Cognitive Effectiveness of Visual Instructional Design Languages

The introduction of learning technologies into education is making the design of courses and instructional materials an increasingly complex task. Instructional design languages are identified as conceptual tools for achieving more standardized and, at the same time, more creative design solutions, as well as enhancing communication and transparency in the design process. In this article we discuss differences in cognitive aspects of three visual instructional design languages (E²ML, PoEML, coUML), based on user evaluation. Cognitive aspects are of relevance for learning a design language, creating models with it, and understanding models created using it. The findings should enable language constructors to improve the usability of visual instructional design languages in the future. The paper concludes with directions with regard to how future research on visual instructional design languages could strengthen their value and enhance their actual use by educators and designers by synthesizing existing efforts into a unified modeling approach for VIDLs

PoN-S : a systematic approach for applying the Physics of Notation (PoN)

Visual Modeling Languages (VMLs) are important instruments of communication between modelers and stakeholders. Thus, it is important to provide guidelines for designing VMLs. The most widespread approach for analyzing and designing concrete syntaxes for VMLs is the so-called Physics of Notation (PoN). PoN has been successfully applied in the analysis of several VMLs. However, despite its popularity, the application of PoN principles for designing VMLs has been limited. This paper presents a systematic approach for applying PoN in the design of the concrete syntax of VMLs. We propose here a design process establishing activities to be performed, their connection to PoN principles, as well as criteria for grouping PoN principles that guide this process. Moreover, we present a case study in which a visual notation for representing Ontology Pattern Languages is designed

Novices’ Quality Perceptions and the Acceptance of Process Modeling Grammars

As Process Modeling Grammars provide a means to visualize and communicate complex business processes, it is crucial to convince novices to adopt them for every-day business. As their drivers of acceptance are widely unknown, my study develops a trans-disciplinary quality approach to investigate how quality perceptions affect novices’ adoption intentions. The survey data were analyzed using PLS-SEM. The main result of my study is that the identified quality dimensions are interrelated and differ in their impact on adoption intentions. This provides a ‘new’, coherent view on quality perceptions of modelling grammars and deeper insights into how they affect behavioral intentions

USER EVALUATION OF SYMBOLS FOR CORE BUSINESS PROCESS MODELING CONCEPTS

Process modeling notations are visual languages that use symbols to represent their main concepts. This study investigates the quality of such symbols from users’ perspective. The design of a symbol influences whether it is easy to spot in a model and is correctly associated with the concept it represents. In an empirical study with 188 participants, the normative ratings of process model symbols (for the basic concepts of start, end, task, AND, XOR) were gathered on the dimensions of perceptual pop-out, semantic transparency, perceptual discriminability, and aesthetics. Overall, the results are consistent with our predictions based on the theoretical analyses of the designs of the symbols. Prior familiarity with process modeling notations led to more clear-cut evaluations of routing symbols (AND, XOR) and a reduced tendency to prefer middle rating options, but it did not affect the evaluations of the other symbols. Standardization organizations and academic developers of notations can use insights from the study to enhance the usability of process modeling notations

The Structured Process Modeling Method (SPMM) : what is the best way for me to construct a process model?

More and more organizations turn to the construction of process models to support strategical and operational tasks. At the same time, reports indicate quality issues for a considerable part of these models, caused by modeling errors. Therefore, the research described in this paper investigates the development of a practical method to determine and train an optimal process modeling strategy that aims to decrease the number of cognitive errors made during modeling. Such cognitive errors originate in inadequate cognitive processing caused by the inherent complexity of constructing process models. The method helps modelers to derive their personal cognitive profile and the related optimal cognitive strategy that minimizes these cognitive failures. The contribution of the research consists of the conceptual method and an automated modeling strategy selection and training instrument. These two artefacts are positively evaluated by a laboratory experiment covering multiple modeling sessions and involving a total of 149 master students at Ghent University

A Semiotic Approach for Guiding the Visualizing of Time and Space in Enterprise Models

Part 2: Organizational Semiotics and ApplicationsInternational audienceEven if geographical aspects such as location are included already in the Zachman framework (as the where-perspective), it is not common to have detailed geographical aspects included in enterprise models. Cartography is the science of visualizing geographical information in maps. Traditionally the field has not included conceptual relationships that you find in enterprise models. Both cartography and enterprise modelling have developed guidelines for obtaining high quality visualizations. SEQUAL is a quality framework developed for understanding quality of models and modelling languages based on semiotic theory. In cartography such frameworks are not common. An adaptation of SEQUAL in the context of cartographic maps called MAPQUAL has been presented earlier. Differences between quality of maps and quality of conceptual models, pointing to guidelines for combined representations have been performed, and we try in this paper to investigate the utility of these guidelines in a simple trial. The result of the trial is presented, indicating that it is possible to represent conceptual, temporal, and spatial aspects in the same models in many ways, but that the choice of main perspective should depend on participant appropriateness

From business logic to business process : designing strategy-aligned business processes

Het ontwerpen van strategisch gealigneerde bedrijfsprocessen vereist een coördinatie tussen de strategie en de processen binnen een onderneming. Binnen het onderzoeksgebied van het Conceptueel Modelleren kan deze coördinatie verwezenlijkt worden door het gebruik van waardemodellen. Modelleertalen voor waardemodellen brengen zowel de creatie van waarde binnen de onderneming, als de uitwisseling van waarde tussen de onderneming en haar ruimer netwerk, in kaart. Binnen dit doctoraatsonderzoek wordt het gebruik van deze modelleertalen gecombineerd met het bedrijfsmodel van de onderneming, een concept dat zijn oorsprong vindt in Strategisch Management. Het combineren van conceptuele modelleertalen met relevante raamwerken uit de management literatuur zorgt er voor dat conceptuele modellen ontwikkeld kunnen worden binnen een afgelijnde strategische context. Hierdoor worden concepten gebruikt die een duidelijke betekenis hebben voor de eindgebruikers binnen de onderneming, waardoor het eenvoudiger wordt voor hen om de uiteindelijke modellen te begrijpen. Het onderzoek binnen dit doctoraatsproefschrift is opgesplitst in drie delen. Het eerste deel (hoofdstuk 2) beschrijft de ontwikkeling van een integrerend raamwerk voor het bedrijfsmodel, zoals het gepercipieerd wordt binnen Strategisch Management. De belangrijkste reden voor dit onderzoek was het gebrek aan een gemeenschappelijke visie binnen dit onderzoeksdomein. Het raamwerk werd ontwikkeld door middel van een literatuurstudie en leidde tot de identificatie van 10 elementen en hun onderlinge relaties binnen het bedrijfsmodel. De toepasbaarheid van dit raamwerk werd geïllustreerd door het toe te passen op de Southwest Airlines gevalstudie. Het onderzoek uit hoofdstuk 3 bouwt verder op dit raamwerk aangezien het gericht is op de realisatie van IT support voor de ontwikkeling van bedrijfsmodellen. Hiervoor zijn we nagegaan welke modelleerconstructen, die gebruikt worden bij het opstellen van waardemodellen, geschikt zijn om de elementen binnen het bedrijfsmodel weer te geven. Nadien zijn deze modelleerconstructen gecombineerd tot het nieuwe business model viewpoint binnen VDML. Deze modelleertaal werd recent ontwikkeld door de Object Management Group als een standaard voor het modelleren van de waardecreatie en –uitwisseling door de onderneming. Het VDML business model viewpoint heeft als doel om het begrip van de eindgebruikers over de onderliggende bedrijfsinformatie te vergroten. Dit effect werd nagegaan door het uitvoeren van een experiment, waarvan de statistische resultaten aantonen dat het gebruik van dit nieuwe model een significante en positieve invloed heeft op het de accuraatheid en de snelheid waarmee eindgebruikers de onderliggende informatie kunnen afleiden. Het laatste deel van het onderzoek (hoofdstuk 4) is gericht op the realiseren van strategische afstemming binnen de bedrijfsarchitectuur. Dit werd verwezenlijkt door de ontwikkeling van een modelleertechniek die gericht is op de creatie van business architecture heat maps. Deze techniek steunt op raamwerken uit Strategisch Management om de relevante elementen binnen de bedrijfsarchitectuur te identificeren. In dit opzicht maken we hier dus ook gebruik van de onderzoeksresultaten uit hoofdstuk 2. De realisatie van de heat maps is gebaseerd op het toevoegen van een kleurencode die zowel de prestatie als het strategisch belang aanduidt van de elementen binnen de bedrijfsarchitectuur. De creatie van deze heat maps wordt ondersteund door een software programma dat ontwikkeld werd via het ADOxx platform. De voorgestelde modelleertechniek werd toegepast en geëvalueerd door middel van drie gevalstudies bij een grootschalig internationaal bedrijf dat software ontwikkelt. De resultaten van deze gevalstudies hadden tot doel om de voorgestelde modelleertechniek verder te verfijnen, waardoor een mooie balans gevonden werd tussen het bijdragen van kennis aan de betrokken onderzoeksdomeinen en het bieden van een oplossing voor een praktisch bedrijfsprobleem